Als er een recept voor een geslaagde opvoeding zou bestaan, zouden veel ouders daar dankbaar gebruik van maken. Helaas bestaat er geen blauwdruk met garantie op succes. Maar er zijn wel een paar basistechnieken die het ouders en kinderen een stuk makkelijker kunnen maken. Als er een recept voor een geslaagde opvoeding zou bestaan, zouden veel ouders daar dankbaar gebruik van maken. Helaas bestaat er geen blauwdruk met garantie op succes. Maar er zijn wel een paar basistechnieken die het ouders en kinderen een stuk makkelijker kunnen maken.
1. Leuke dingen zeggen
Net als volwassenen vinden ook kinderen het fijn iets aardigs te horen: dat ze toch zo leuk tekenen of geweldig kunnen gymmen, dat de juf hen zo aardig vindt. Voor elk kind is deze lijst tot (bijna) in het oneindige uit te breiden. Toch komt het er in het gemiddelde huisgezin vaak niet van elkaar af en toe in het zonnetje te zetten. Moeder moppert op vader, vader zíet niet eens dat zijn vrouw een nieuw kapsel heeft, de kinderen vitten op elkaar. Zeg daarom elke dag een paar keer iets leuks tegen je kind.
2. Geef complimenten
Als een kind heeft geholpen de tafel te dekken, verdient het een complimentje. Veel ouders kunnen het vaak niet laten zo’n zeldzaam heuglijke gebeurtenis aan te grijpen om er toch nog even een lesje aan vast te koppelen: “dat zou je vaker moeten doen”. Onvoorwaardelijk prijzen is dus essentieel, een complimentje zonder preek. ‘Wat kun jij goed tafel dekken.’ Punt uit.
3. Belonen
Om te zorgen dat kinderen doen wat ouders willen, worden hen vaak kleine worstjes voorgehouden. ‘Als je nu met mij mee gaat, krijg je straks een ijsje.’ Dat is op zich niet zo erg, maar als het te vaak gebeurt is de kans groot dat ze straks niets meer voor niets willen doen. Kinderen worden zo berekenende onderhandelaars: ‘Ik wil best mee naar die vervelende tante, maar dan moet ik daar wel iets voor hebben.’ Maar als kind moet je leren dat je ook dingen moet doen die niet leuk zijn. C’est la vie.
4. Apart zetten
Kinderen even apart zetten is een hele effectieve straf. Door ze af te zonderen, stopt het ongewenste gedrag. Zowel ouders als kinderen kunnen even tot rust komen. Dat hoeft helemaal niet lang te duren. Twee à drie minuten in de gang is voldoende om duidelijk te maken dat je moeder ‘Stomme trut’ noemen of iemand een mep verkopen echt niet kan. Na die time-out is het over en wordt er niet meer over gepraat. Helaas kunnen veel ouders de neiging om na te praten niet altijd onderdrukken.
5. Zinvol straffen
Behalve apart zetten zijn er ook nog andere zinvolle straffen te bedenken. Als basisprincipe geldt dat een straf nooit te lang moet duren en dat er niet teveel tijd moet zitten tussen de misdraging en de straf. Hoe sneller een straf wordt uitgevoerd, hoe eerder het weer goed kan komen. Op maandag een in het weekend geplande logeerpartij van je dochter verbieden, maakt ouders en kind niet gelukkiger. Dochterlief kan de hele week doorgaan met klieren; ze heeft toch niets meer te verliezen. Bovendien gaat in negen van de tien gevallen de logeerpartij wel door, omdat de ouders voor die zaterdag net een leuk avondje uit hadden gepland.
6. Bied alternatieven
Om ongewenst gedrag te kunnen veranderen in gewenst gedrag heeft een kind er veel aan als zijn ouders hem vertellen wat hij dan wél mag en kan doen. Een kleuter verbieden ‘Shit’ te roepen zonder hem een alternatief aan te bieden (bijvoorbeeld ‘chips’) helpt hem niet veel verder als hij keihard op zijn duim slaat. ‘Kijk uit met steeds alleen maar te roepen: “Pas op”, “Doe dit niet”, “Hou nou eens op”. Als je iets echt niet goed vind, zeg dan wát je niet wil en vertel er gelijk bij wat hij dan wel moet doen. Het is voor een kind makkelijker als je een concreet alternatief biedt. Dat is even wennen, maar uiteindelijk werkt het wel.’
(bron: www.jmouders.nl)