Acht op de tien kinderen vindt hun ouders ideaal als ze met hen kunnen praten over wat ze belangrijk vinden. Zakgeld is voor 15 procent van de jongeren reden om positief te oordelen over hun ouders. Acht op de tien kinderen vindt hun ouders ideaal als ze met hen kunnen praten over wat ze belangrijk vinden. Zakgeld is voor 15 procent van de jongeren reden om positief te oordelen over hun ouders.
Dat blijkt uit het onlangs gepubliceerde onderzoek Kinderen aan het woord over gezinnen van het Verwey-Jonker Instituut op de internationale dag van het gezin, 15 mei.
Tijd nemen
Minister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) heeft opdracht gegeven voor het onderzoek, waarbij ongeveer achthonderd kinderen tussen de 6 en 18 jaar betrokken zijn geweest. De demissionair ChristenUnie-bewindsman zei tijdens een bijeenkomst in Leiden dat jongeren een duidelijke boodschap hebben voor hun ouders. "Praat over zaken die zij belangrijk vinden en stel heldere regels. Ik hoop dat ouders dit gratis advies van hun kinderen oppakken", aldus Rouvoet.
Maar weinig jongeren zeggen dat ze "vooral met rust gelaten" willen worden door hun ouders. Kinderen vinden het fijn als hun vader en moeder tijd voor hen nemen. Maar ondanks een goede band praten kinderen niet over alles met hun ouders. Zo zoeken jongeren liever op internet naar informatie over seksualiteit dan dat ze daarover met hun vader of moeder praten.
Duidelijke regels
Kinderen zeggen duidelijke regels prettig te vinden. Daarbij willen ze wel de gelegenheid krijgen om hun kant van het verhaal te vertellen als ze zich een keer niet aan de regels houden. Regels gaan vaak over het op tijd thuis komen en over taken in huis. Als ouders kinderen aanspreken op hun gedrag, gaat het vaak over de omgang met broers en/of zussen, het opruimen van de kamer en ruw taalgebruik.
De meeste kinderen groeien nog steeds op in een gezin waarbij de moeder vaker thuis is dan de vader. Verder noemt 61 procent van de jongeren naast de ouders, broers en zussen, ook hun opa's en oma's belangrijk in het gezin. Drie op de tien wil de grootouders vaker zien. (De Limburger)