Ik heb onze pastoor gevraagd of ik zijn preek bij gelegenheid van het kerkelijke feest van de H Familie van afgelopen zondag, op de website Katholiek gezin mocht zetten. Ik denk dat lezers van deze site zich graag geestelijk laten voeden door zo’n preek in deze tijd. Ik heb onze pastoor gevraagd of ik zijn preek bij gelegenheid van het kerkelijke feest van de H Familie van afgelopen zondag, op de website Katholiek gezin mocht zetten. Ik denk dat lezers van deze site zich graag geestelijk laten voeden door zo’n preek in deze tijd.
De pastoor schetst de maatschappelijke ontwikkeling van egoïsme waar we allemaal mee te maken krijgen. Dat uit zich in een individueel inkomen i.p.v. een gezinsinkomen en seksualiteit ten behoeve van het individu. Daar moet je niet in mee gaan, maar je gedrag funderen op de zedelijke orde van God en dus op datgene wat de kerk zegt en wat de paus zegt.
Preek b.g.v. het Feest van de H. Familie, jaar A
Huwelijk en gezin, die eens zo stevig verankerd waren in onze maatschappij, zijn kwetsbare instituten geworden. En de oorzaak daarvan zou je grofweg kunnen noemen: het maatschappelijk aanvaarde en gepropageerde egoïsme, dat zo sterk is, dat de individuele mens er zich maar met moeite aan kan onttrekken. Onze maatschappij propageert immers het individu. Het individu moet aan zijn trekken komen. Er wordt driftig gewerkt aan individueel inkomen en niet aan een gezinsinkomen. Kinderen worden heel jong financieel onafhankelijk gemaakt. Seksuele relaties zijn ten dienste van het individu; huwelijk of samenwonen, van gelijk of verschillend geslacht, het maakt maatschappelijk niets uit. Je doet waar je zin in hebt en zolang als je er zin in hebt. Kinderen zijn leuke dingen om te hebben, dan neem je ze of ze zijn maar lastig voor je carrière, en dan neem je ze niet.
Het ‘ik’ staat meer en meer centraal. Dat ‘ik’ laat ook niet toe, dat er een zedelijke orde zou bestaan, van God gegeven, waaraan ik mij zou moeten onderwerpen. Ik ontwerp mijn eigen zedelijke orde en stel die bij naar de omstandigheden. Het ‘ik’ kent ook het begrip ‘offer’ niet meer. Het kan zich maar weinig ontzeggen en ook op seksueel terrein geeft het steeds meer toe aan begeerten. Deze mentaliteit is als een soort besmettelijke ziekte. Bijna iedereen wordt er min of meer door aangetast en de ziekte eist talloze slachtoffers. Ik noem alleen maar ruim 33.000 echtscheidingen vorig jaar in ons land.
In die situatie lijkt de Kerk een eenzame roepende in de woestijn. Zij kan en mag niet anders dan de fundamentele waarden van het menselijk leven, zoals God die heeft geopenbaard en zoals die door Christus zijn bevestigd te pas en te onpas verkondigen. De Kerk verkondigt en zal blijven verkondigen: de onthouding buiten het huwelijk; ze verkondigt het huwelijk als enige door God gewilde seksuele levensgemeenschap tussen mensen; ze verkondigt dat het huwelijk onontbindbaar is en dat het wezenlijk gericht is op het voortbrengen en opvoeden van kinderen.
Dat het gezin van in trouwe liefde samenlevende ouders en kinderen de hoeksteen is van de maatschappij en door de samenleving bevorderd en bevoordeeld dient te worden.
Dat wordt haar niet in dank afgenomen, zelfs niet door velen van haar eigen gelovigen, die vinden dat de Kerk hun wijze van leven maar goed moet keuren. Ook veel ouders gaan achter hun kinderen staan en keuren hun gedrag goed en verwijten de Kerk dat zij het niet goedkeurt.
Een van de oorzaken waarom paus Franciscus zo populair is, is het feit dat veel mensen van hem een versoepeling van de moraal verwachten. In interviews die hij geeft worden sommige antwoorden door de media in die richting uitgelegd. Dat hij dat bedoeld zou hebben, wordt steeds weer daarna door de paus zelf of door Vaticaanse instanties ontkend. Zelfs de paus kan de vaststaande moraal van de Kerk niet veranderen. Ook de paus moet gehoorzaam zijn aan onze Moeder de Heilige Kerk die de boodschap van Christus door de tijden heen draagt.
Natuurlijk heeft de Kerk begrip voor de situatie en voor de menselijke zwakheid. Ze heeft net als haar Heer medelijden met al die mensen, die zijn als schapen zonder herder, stuurloos en zonder vaste, degelijke richting. Dat geldt met name voor de jeugd die in onze maatschappij opgroeit vaak zonder dat ze leert zich iets te ontzeggen, zonder een degelijke overdracht van waarden en godsdienstige beleving, zonder de echte middelen om een gelukkig leven op te bouwen. De Kerk heeft begrip en medelijden en ze veroordeelt ook niet de mensen die het slachtoffer zijn van deze levenswijze. Ze veroordeelt alleen algemeen gepropageerde, foute en ongelukkig makende wegen, die gebaseerd zijn op het miskennen van Gods geboden en op feitelijk egoïsme.
Ze roept op tot geestelijke weerstand tegen het verval van huwelijk en gezin. En dat op de eerste plaats in christelijke gezinnen zelf: waarin de echtgenoten leven vanuit het sacrament van het huwelijk in onvoorwaardelijke trouw: de moeilijkheden overwinnend door een liefde die gevoed wordt door gebed en sacramenten. Een huwelijk immers zonder diepgeestelijk fundament is zeker in onze tijd erg kwetsbaar. Het christelijk gezin waarin kinderen ontvangen worden en in het middelpunt staan. Kinderen die opgevoed worden in liefde en geloof, die in de praktijk van alledag leren wat offer is, jezelf iets ontzeggen als noodzakelijke basis van de liefde. Kinderen die op die manier voorbereid worden op het maken van een echte levenskeuze vanuit geloof en liefde.
Goede christelijke gezinnen waarin vanuit het geloof in liefde de moeilijkheden worden overwonnen en waarin men trouw is aan elkaar zijn de beste voorwaarde voor stabiele huwelijken en stabiele gezinnen in de volgende generatie. Voor dat geluk van mensen komt de Kerk op.
Als christenen dat echt beleven, zijn ze een morele kracht in onze maatschappij, die het op den duur gaat winnen. Dan zijn we zout der aarde, licht der wereld en geen meelopers met de makkelijke mode van de dag die morgen weer anders is. Amen.