Debat op 2 - Verplichte lessen seksuele diversiteitAan het einde van het tv-programma Debat op 2 afgelopen zaterdagavond 6 oktober konden de gasten voor op de facebookpagina van het programma nog iets kwijt onder de titel: Wat ik nog had willen zeggen. Een van de deelnemers stuurde haar reactie naar katholiekgezin.nl. Aan het einde van het tv-programma Debat op 2 afgelopen zaterdagavond 6 oktober konden de gasten voor op de facebookpagina van het programma nog iets kwijt onder de titel: Wat ik nog had willen zeggen. Een van de deelnemers stuurde haar reactie naar katholiekgezin.nl.

Debat op 2 - Verplichte lessen seksuele diversiteit“Als katholieke moeder van twee kinderen (8 en 10 jaar) mocht ik afgelopen zaterdag deelnemen aan het tv-programma Debat op 2 over het verplicht stellen van lessen over seksuele diversiteit, door het gros van de mensen gemakshalve homolessen genoemd.

Hele belevenis

Het was een hele belevenis. De begeleiding vanuit de redactie van het programma was bijzonder vriendelijk en wat ik heel leuk vond, was dat je na de uitzending nog de gelegenheid kreeg iets toe te voegen voor een klein facebookfilmpje.

En dan zit je in de auto naar huis en denkt na over die vraag ‘Wat ik nog had willen zeggen’. En wat wel vaker na een gesprek of in dit geval debat, gebeurt – u kent dat wel – dacht ik: “O, ik ben vergeten dit te zeggen” of “Ik kon die ene zin niet afmaken” of “Had ik het maar zo gezegd.” Nu is het live programma wel voorbij, maar wat let mij om een paar van die dingen gewoon op te schrijven?

Lagere school

Wat achteraf pas tot me doordrong was dat mensen niet (of niet voldoende) begrepen zullen hebben dat ik daar zat als moeder van kinderen op een lagere school. Mijn stelling en uitspraken hadden ook daar vooral betrekking op. Doordat het filmpje aan het begin over een middelbare school ging, werd vervolgens alles in dat kader geplaatst.

Om het nog even te herhalen. Seksualiteit maakt deel uit van mijn kijk op het leven, mijn levensovertuiging. Het is een onderwerp dat bij de opvoeding hoort en dus thuishoort in het gezin. Een overheid kan niet een stukje van de opvoeding overnemen door lessen verplicht te stellen waarin iets wordt geleerd dat tegen mijn levensovertuiging in gaat. Daar mengt de overheid zich in mijn verantwoordelijkheid als ouder en komt de godsdienstvrijheid in het geding. Ik heb als ouder de taak mijn kind langzaam, passend bij zijn leeftijd, in te voeren in de werkelijkheid zoals die zich aan ons voordoet. Ik mag mijn kind ook leren vanuit onze levensovertuiging naar die werkelijkheid te kijken. Dat zal ik nooit opdringen aan iemand. En zo verwacht ik dat iemand anders ook niet zijn mening – in dit geval over seksualiteit – opdringt aan mij, en al zeker niet dat de overheid dat verplicht stelt.

Je kunt lessen over seksuele diversiteit dus niet verplicht stellen.

Discriminatie bestrijden

Natuurlijk moeten we alles doen wat we kunnen om discriminatie van wie dan ook en om welke reden dan ook – kleur, gewicht, geaardheid enz. – tegen te gaan. Dat past, op een lagere school, prima in de bestaande vakken of bijvoorbeeld een pestprotocol. En ook op de middelbare school zijn daar vast momenten voor (bv. maatschappijleer) om dat aan te pakken. En natuurlijk plaats je, zodra kinderen daar een beetje rijp voor zijn, het in de context van de samenleving en alles wat daar mee samenhangt.

Op een gegeven zei de presentator Arie tussen neus en lippen door dat mijn kinderen er te klein voor zijn. Ik had toen eigenlijk moeten aangeven dat de verandering in de kerndoelen iets anders doen geloven. Daarin staat immers dat op primair en secundair onderwijs over seksuele diversiteit moet worden gesproken, ik neem aan via de voorgestelde homolessen. Naast de bovengenoemde reden waarom het niet verplicht kan worden gesteld, zie ik het als absoluut ongepast om kinderen op die leeftijd op die manier met seksualiteit te confronteren. Maar ja, hier dwalen we al af van het onderwerp van het verplicht stellen.

En dat gebeurde eigenlijk ook in het programma. In het tweede deel ging het over de acceptatie van homoseksualiteit en richtte de discussie zich daarop, terwijl ik dat eigenlijk niet relevant vind voor de vraag of de overheid mag bepalen wat er over dergelijke zaken op school verteld moet worden.

Maar goed, zo’n wending in het programma heb je als gast gewoon te nemen.

Het viel me trouwens ontzettend op en ik vond het ook jammer dat mevrouw Dijkstra steeds een paar punten bij elkaar noemde. Hierdoor was het voor mijn gevoel eigenlijk niet mogelijk een zuivere discussie te voeren, waarbij je de gelegenheid geeft en krijgt om per argument met elkaar van gedachte te wisselen. Ik denk dat ze dat in de politiek zo heeft geleerd.

Is homoseksualiteit een keuze?

Mevrouw Dijkstra, en misschien nog meer mensen, benadrukte dat je homoseksueel bent en dat het geen keuze is. Ik denk maar steeds – en dat is ook zo’n punt wat ik had willen zeggen: Als ik het nou op mezelf betrek: Ik ben heteroseksueel. Bepaalt de invulling van de seksualiteit zoals ik dat doe, nou helemaal wie ik ben? Nou nee, het is een aspect van mij. Ik ben gewoon een mens, net zoals een homoseksueel gewoon een mens is. We zouden best in van alles hetzelfde kunnen zijn, behalve in de manier waarop we invulling geven aan de seksualiteit. En ik kan die persoon geweldig vinden, maar dan hoef ik niet achter zijn keuze te staan waarop hij of zij seksualiteit invult. Mijn diepste wezen wordt niet bepaald door mijn hetero zijn, maar door het feit dat ik een mens ben, met al mijn mogelijkheden tot nadenken, verdriet of blijdschap voelen, vergeven, begrijpen, redeneren, houden van enzovoorts enzovoorts. 

“Als mens kun je nooit tegen een ander mens zijn”

En om dat lijntje nog even door te trekken: Als mens kan ik natuurlijk nooit tegen een ander mens zijn. Dus ook niet tegen een homoseksueel. Dat lijkt me logisch. Ik weet me niet precies te herinneren of het zo letterlijk is opgenoemd tijdens het debat zelf, maar het gebeurt nogal eens (bijvoorbeeld op twitter tijdens het debat) dat tegen iemand met mijn overtuiging wordt gezegd dat ik homoseksuelen veroordeel. Maar waarom zou ik er nou een oordeel over moeten hebben? Als ik iedereen die een andere mening heeft dan ik over een onderwerp, zou veroordelen, krijg ik het wel erg druk 😉 Veroordelen past toch al niet bij het christen zijn. Jezus zei: “Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.” Nou, ik dus niet.

Nou ja, om een toch alweer lang verhaal niet nog langer te maken, als laatste nog even dit:

Mening opleggen

Ik verbaas me verder over de uitspraken die het op twitter allemaal te weeg bracht. Veel mensen, zo blijkt, noemen een mening hebben die zij niet delen, iets opleggen aan een ander. Het enige wat ik me hierbij kan bedenken is dat mijn mening een blijkbaar zodanig gevoelige snaar raakt dat de ander het voelt alsof ik hem wil overtuigen of zo. En dat is niet zo. Het is wel jammer dat het zo wordt ervaren, want als alleen het feit dat ik een mening heb zulke sterke reacties oproept, zou dat betekenen dat je nooit eens lekker kunt debatteren over een meningsverschil. En dat vind ik nou best leuk.

Het was dus een hele belevenis waar ik geen spijt van heb.”