“One small step for man, one giant leap for mankind…” Met trompetgeschal en trommelgeroffel laat onze jongste de tafel los en… loopt! Weliswaar technisch nog een beetje onhandig, maar hij is zo trots als een pauw. Net als papa en mama die langs de zijlijn staan te juichen om iedere stap voorwaarts. Met mama gaat het vervoersmatig helaas minder voorspoedig. "One small step for man, one giant leap for mankind…" Met trompetgeschal en trommelgeroffel laat onze jongste de tafel los en… loopt! Weliswaar technisc h nog een beetje onhandig, maar hij is zo trots als een pauw. Net als papa en mama die langs de zijlijn staan te juichen om iedere stap voorwaarts.
Met mama gaat het vervoersmatig helaas minder voorspoedig. Sinds kort zit ik namelijk op autorijles. En dat vind ik echt niet zo gemakkelijk als het lijkt… Het meest problematische voor mij is nog altijd het omgaan met mijn rij-instructeur. "Waarom doe je dat nou fout?" is een van zijn favoriete commentaren. Met geïrriteerde ondertoon. En dat vind ik echt niet prettig. "Vond" moet ik zeggen, want afgelopen week werd deze afbrekende toon me opeens te veel. Ik was zo kwaad op die kerel, zo kwaad! Ik heb hem, zonder pardon, op straat gezet en stapte uit.
Wegwezen! Onder begeleiding van mijn interne trompetgeschal ("way to go, girl!!") marcheerde ik naar de voordeur. Ik moest een beetje aan de verloren zoon denken, die ook wegloopt, maar dan vanuit de ellende terug naar zijn vader. Hoe bijzonder liefdevol is die vader voor zijn zoon, ondanks wat hij (niet) presteert.
Hoe goed is onze God voor ons, of het nou goed gaat of fout. Wat een verschil! Denkend aan mijn instructeur, mijn zoon en de verloren zoon weet ik hoe ik als opvoeder wil zijn. Dat ik maar – net onze Hemelse Vader – altijd opbouwend, aanmoedigend en liefdevol mag blijven, dat is mijn gebed.
En nu het praktijkexamen. Onze zoon heeft zijn eerste stap gezet. Een kleine stap voor hem, een symbolisch grote stap voor ons als ouders om een stapje terug te doen en hem het vertrouwen te geven. We mogen hem laten lopen in vertrouwen dat hij ook weer terug komt naar onze liefdevolle armen.
Toen hij nog ver van huis was, zag zijn vader hem al en werd ontroerd;
snel liep hij op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem.
"Vader," zei de zoon tegen hem, "ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u;
ik ben het niet meer waard om uw zoon te heten."
Maar de vader zei tegen zijn slaven:
"Haal vlug de mooiste kleren en trek ze hem aan,
doe een ring aan zijn vinger en schoenen aan zijn voeten.
Haal het gemeste kalf en slacht het;
laten we eten en feestvieren, want mijn zoon hier
was dood en is weer levend geworden,
hij was verloren en is teruggevonden."
En het feest begon."
Lucas 15:20-24