Jan Rog (CDA)De Tweede Kamer debatteert maandag over de toekomst van Artikel 23 uit de Grondwet, waarin onder meer de vrijheid van onderwijs is gewaarborgd. CDA Tweede Kamerlid Michel Rog plaatst kritische kanttekeningen bij de wijzigingen die de regering wil doorvoeren. De Tweede Kamer debatteert maandag over de toekomst van Artikel 23 uit de Grondwet, waarin onder meer de vrijheid van onderwijs is gewaarborgd. CDA Tweede Kamerlid Michel Rog plaatst kritische kanttekeningen bij de wijzigingen die de regering wil doorvoeren.

Jan Rog (CDA)Artikel 23 van onze Grondwet is na bijna 100 jaar nog steeds het ankerpunt van ons onderwijsbestel. Met een beroep op dit artikel kunnen ouders voor hun kinderen een school kiezen, of zelfs stichten. Een school die past bij hun overtuiging of levensvisie, bij hun opvatting over opvoeding en onderwijs. Het CDA staat pal voor deze vrijheid van onderwijs. Artikel 23 van de Grondwet borgt ondermeer de zorgplicht van de overheid. Maar daarnaast regelt Artikel 23 ook de vrijheidsrechten van ouders. Rechten die steeds vaker onder druk staan, door ingrijpen van de overheid.

´Levensbeschouwelijke uitgangspunten van grote waarde´

Deze week discussieert de Tweede Kamer over de toekomst van Artikel 23 op basis van een rapport van de Onderwijsraad (Artikel 23 Grondwet in maatschappelijk perspectief) en de reactie daarop van de staatssecretaris. In dit rapport staan veel aanbevelingen, zoals het openstellen van de mogelijkheid om bijzondere scholen te stichten die niet behoren tot een thans erkende richting, zoals het rooms-katholiek of protestants-christelijk onderwijs.

Deze ‘richtingvrije planning’ maakt het mogelijk dat ouders ook kiezen voor bijzondere scholen op basis van pedagogisch-didactische overtuigingen. Het CDA heeft de vrije keuze van ouders voor een school die bij hen past hoog in het vaandel. Wij steunen daarom de voorgestelde uitbreiding, maar stellen wel vraagtekens bij de motieven van de staatssecretaris. Hij stelt namelijk dat een aanpassing van het scholenbestand 'noodzakelijk' is, en verbaast zich in zijn brief over het feit dat ondanks de toegenomen secularisering het bijzonder onderwijs op godsdienstige grondslag nog steeds meer dan 55% van het schoolaanbod vertegenwoordigt. Maar juist de levensbeschouwelijk uitgangspunten van scholen zijn van grote waarde voor ouders, ook voor velen die zelf niet meer ter kerke gaan.

Ouders mogen een school stichten. Het CDA roept op te onderzoeken hoe de positie van ouders kan worden versterkt in situaties dat een school zelfstandig verder wil gaan, of een bestuur een school wil sluiten, terwijl deze voldoende levensvatbaar is om open te blijven. Vanzelfsprekend moet hierbij ook rekening worden gehouden met de positie van de leraren en dient de eindverantwoordelijkheid van het bestuur als bevoegd gezag gerespecteerd te worden.

´Plan druist in tegen de vrijheid van richting´

Artikel 23 beschermt scholen ook tegen ingrijpen door de overheid wanneer zij consequent invulling geven aan een 'welbepaalde godsdienstige overtuiging'. Dit kan tot uitdrukking komen door bepaalde eisen te stellen aan leraren of leerlingen die de grondslag van de school niet onderschrijven niet toe te laten. De PvdA wil deze mogelijkheid verbieden en bepleit een acceptatieplicht. Dit plan druist rechtstreeks in tegen de vrijheid van richting die is geborgd in Artikel 23. Een eerdere poging zo'n acceptatieplicht in te voeren werd getrakteerd op zeer kritische reacties van de Onderwijsraad en de Raad van State.

Het PvdA voorstel wordt thans gekoppeld aan de problemen als gevolg van de invoering van passend onderwijs. Maar de terechte zorg van de PvdA over scholen die niet altijd hun zorgplicht nakomen, wordt nu gebruikt om scholen een grondrecht te ontzeggen om hun identiteit naar eigen inzicht in te vullen. Er zijn geen rapporten bekend waaruit blijkt dat op regelmatige basis kinderen worden geweigerd op godsdienstige gronden, terwijl er feitelijk geen passend onderwijsaanbod kan worden geboden. Wel is het zo dat leerlingen die extra zorgbehoefte hebben regelmatig niet worden toegelaten op scholen, zowel op bijzondere scholen, als op openbare scholen! Wij delen met de PvdA de zorg om deze leerlingen. Het CDA roept de staatssecretaris op om over de problematiek van geweigerde zorgleerlingen en het voorkomen van thuiszitters een advies te vragen aan de Onderwijsraad.

´Overheid beheers je´

Het CDA vindt dat vrijheid van onderwijs geen legitimatie mag zijn voor het geven van slecht onderwijs. Wij steunen de aandacht voor de kwaliteit van onderwijs, die we ook wel 'deugdelijkheidseisen' noemen. Maar we zien dat die aandacht voor kwaliteit ook steeds dieper ingrijpt in de lessen op school, en dat staat op gespannen voet met de vrijheid van onderwijs. Ook de Onderwijsraad adviseert de overheid alleen op hoofdlijnen te sturen op kwaliteit en terughoudend te zijn met maatregelen met een uniformerende werking. De vrijheid van inrichting, zoals de keuze van leermiddelen staat onder druk. Voorbeelden daarvan zijn de door de staat voorgeschreven anti-pestmethodes, de vele verplichte toetsen en de gedifferentieerde kwaliteitsoordelen van de Inspectie. Kortom, het is van belang dat de overheid zich een beetje blijft beheersen, dan kan Artikel 23 nog jarenlang van grote betekenis blijven!

Michel Rog is Tweede Kamerlid voor het CDA en woordvoerder Onderwijs

(bron: Katholiek Nieuwsblad)