Vastentijd: mysterie van de woestijnIn de Veertigdagentijd worden we uitgenodigd ons te bezinnen ter voorbereiding op het Paasfeest. In de preek die Bernard Zweers pr. enkele jaren geleden op de eerste zondag van de Veertigdagentijd hield, laat hij zien wat het betekent je terug te trekken in de woestijn, zoals Jezus ook deed. In de Veertigdagentijd worden we uitgenodigd ons te bezinnen ter voorbereiding op het Paasfeest. In de preek die Bernard Zweers pr. enkele jaren geleden op de eerste zondag van de Veertigdagentijd (zondag 26 feb) hield, laat hij zien wat het betekent je terug te trekken in de woestijn, zoals Jezus ook deed.

Vastentijd: mysterie van de woestijnGods wegen zijn duister en zelden aangenaam, luidt de titel van een roman (bob den uyl). Bij een eerste beschouwing van het evangelie van vandaag (1e zondag van de Veertigdagentijd: Marcus 1,12-15) lijkt deze titel van toepassing. Immers, Jezus vervuld door de Geest, wordt door diezelfde Geest naar de woestijn geleid om vervolgens door de duivel op de proef gesteld te worden; dat schijnt toch duister en onaangenaam.

Broeders en zusters, in deze veertigdagentijd worden wij eveneens uitgenodigd – Jezus achterna – de woestijn te betreden en de strijd met de duivel aan te gaan. Is dat aanlokkelijk? Verlangen wij niet veeleer door de Geest geleid te worden naar een oase, naar een land van melk en honing (deuteronomium) en liefst begeleid door engelen? Het evangelie van Jezus is toch een Blijde Boodschap?
 
Wát Jezus in de woestijn precies doormaakte, weten we niet; wél wat daarop volgde, namelijk dat hij voedsel had opgedaan om de kwaadwilligheid, de verleiding te weerstaan. Wat is het geheim van de woestijn? Vooreerst: de woestijn kent ook het drama, men kan er van honger en dorst omkomen. In de woestijn kan men zich van God en alleman verlaten voelen en aan wanhoop ten onder gaan.

Maar broeders en zusters: júíst in die harde strijd kunnen wij ook op zoek gaan naar die reddende, liefdevolle reikende hand van God. Het geheim van de woestijn is die liefde in een ongekende kracht te kunnen ontmoeten, die zeer voedend kan zijn. Zeer voedend… In het evangelie horen we niet voor niets dat Jezus pas honger krijgt nadat hij uit de woestijn wég is.
 
Het mysterie van de woestijn in onze gewone mensenwereld: hoe vaak gebeurt het niet dat de ernstig zieke óns gerust stelt in plaats van omgekeerd? In de eenzame doorwaakte nachten is – lijkt het – een reikende hand ontwaard (of welk woord je 't ook wilt geven), waardoor de mens tot een onwaarschijnlijke voltooiing kan komen.
 
Het mysterie van de woestijn. Laatst mocht ik een retraite doen bij monniken in de Chartreuse; kluizenaars in gemeenschap. Bij aankomst zei een broeder mij: "Of je God hier ontmoet is nog maar de vraag, dat je jezelf tegenkomt is evenwel zeker." En híér komen we mijns inziens bij het geheim van de woestijn. In de verlatenheid, de woestijn, kwam Jezus zichzelf tegen als: zoon van God. Door zichzelf tegen te komen, ontmoette hij dus God… In de verlatenheid is een enorme verbondenheid ontstaan en door deze eenwording met zijn vader kon Jezus alle verleidingen van de duivel vervolgens weerstaan.
 
Toch is er een probleem: wij zijn Jezus niet, de woestijn kan ons wél fataal worden waardoor we zwichten voor alle verleidingen van namaak-geluk. Nee, we zijn Jezus niet, maar als Kerk krijgen we de gelegenheid zijn lichaam te vormen, met elkaar kunnen wij het zgn. mystieke lichaam van Christus zijn en de fatale verleidingen van ik-gerichtheid en liefdeloosheid weerstaan.

Als geloofsgemeenschap kunnen wij gezamenlijk de woestijn doorkruisen, elkaar daadwerkelijk steunend en bemoedigend dat er een land van melk en honing in het verschiet ligt. Het joodse volk, we hoorden het in deuteronomium, is ons daarin voorgegaan. Het mysterie van de woestijn: in de eenzaamheid, de ontbolstering, kunnen wij onze gebrokenheid en zondigheid ontmoeten, sterker: dat zál.

Hoe evenzeer bevrijdend en verlossend kan het zijn het sacrament van de verzoening (biecht) te ontvangen. De vergeving is als een land van melk en honing. Ook hierin – Christus’ ontferming over onze gebrokenheid – krijgt het mystieke lichaam van Christus gestalte. Het is doodzonde dat dit sacrament voor velen zo moeilijk toegankelijk blijkt. Want is het niet zo dat alleen verloste mensen anderen verlossing kunnen aanzeggen?
 
Mogen wij in deze veertigdagentijd opgaan naar het huis van de Heer, naar de vreugde van Pasen. En ten slotte, die romantitel is bij nadere beschouwing helemaal niet van toepassing, maar moet worden omgedraaid: Gods wegen zijn aangenaam en zelden duister.