Denise van vier heeft een gaatje in haar kies. Dat bleek bij de laatste tandartscontrole. Dan voel je je geen slechte moeder, maar een héél slechte, onverantwoorde moeder. Gelukkig stelde de tandarts me snel gerust: “Het is gewoon een zwakke kies, dat gaatje komt niet door eetgewoonten.”
Denise van vier heeft een gaatje in haar kies. Dat bleek bij de laatste tandartscontrole. Dan voel je je geen slechte moeder, maar een héél slechte, onverantwoorde moeder. Gelukkig stelde de tandarts me snel gerust: “Het is gewoon een zwakke kies, dat gaatje komt niet door eetgewoonten.”
Tot nu toe was een bezoekje aan de tandarts doorgaans een feestje voor onze drie dames. Tegenwoordig doen ze er namelijk alles aan de kinderen niet meer bang te maken. Lekker in die leuke stoel zitten en let op: dan gaat – ie zó naar achteren. Beetje kijken in je mond, een fluoridebehandeling met appeltaartsmaak en als klap op de vuurpijl een nieuwe tandenborstel naar keuze. Wat wil je nog meer?
En dus verwachtte Denise ook niets minder van het gaatje boren en vullen: een soort tandartsenpartijtje XL. Zo legde onze tandendokter het haar ook uit: “Denise, je hebt een ziek tandje. Volgende week ga ik dat beter maken en kijk, dat doe ik met dit toverstafje (boortje). Zie je dat? Er komt een straaltje water uit (spoot ermee). Daar maken we het mee schoon. En dan gaan we er een pleister op doen (Denise giechelen). Maar dan is het nog niet klaar, want dan maken we nog een beetje disco in je mondje (met een blauw licht de vulling uitharden).” Wat Denise betrof kon het feest beginnen.
Vanochtend was het zover. Met wel héél veel goede zin stapte mijn kleuter de drempel van de tandartspraktijk over. Naar mijn smaak was de voorpret iets te groot, want dit bezoekje kon nog wel eens uitlopen op een pijnlijke teleurstelling. Dus zei ik, voor we neerploften in de wachtkamer: “Denise, het kan een beetje pijn doen als de tandarts je tandje moet maken.” Maar Denise maakte zich nergens zorgen over en ging spelen met een treintje.
In de grote tandartsstoel deed ze vol enthousiasme haar mondje open, maar al snel leek het toverstafje meer op een puntige naald, het waterstraaltje op een gemene boor en voor het pleisterplakken hield Denise haar kaken dan ook stijf op elkaar. De lol was er helemaal van af. Arm kind … en dat vond de tandarts ook. Bij het afscheid gaf hij haar een kleurplaat en zei: “Denise, de volgende keer doe ik dit niet meer, hoor. Dan ga ik alleen maar een beetje kijken in je mondje, oké?” Als een klein boertje met kiespijn knikte ze langzaam ‘ja’.
“En, hoe vond je het?”, vroeg ik toen we buiten stonden. “Het deed wel pijn, mama, maar toch is de tandarts wel lief”, snifte ze nog na. Da’s welbeschouwd een hele prestatie van de beste man: het gaatje geboord en het kind tóch niet bang gemaakt.