Het aantal kinderen dat opgroeit in een gezin met één ouder, blijft stijgen. Op dit moment telt Nederland bijna 470.000 éénoudergezinnen, een stijging van 30 procent ten opzichte van 1995. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het aantal kinderen dat opgroeit in een gezin met één ouder, blijft stijgen. Op dit moment telt Nederland bijna 470.000 éénoudergezinnen, een stijging van 30 procent ten opzichte van 1995. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Zowel het aantal gehuwden met kinderen dat uit elkaar gaat, als het aantal samenwonenden dat hun relatie beëindigt, is aanzienlijk toegenomen. Bijna 60.000 kinderen krijgen per jaar te maken met scheiding van hun ouders. De meeste kinderen blijven daarna bij hun moeder wonen. Vijftien procent trekt in bij de vader. Het CBS verwacht dat het aantal eenoudergezinnen nog tot 2016 zal toenemen, tot een kleine half miljoen. Daarna zal het (absolute) aantal dalen door de verwachte afname van het aantal gezinnen.
Mannen die ooit gescheiden zijn, hebben of willen vaker een nieuwe relatie dan vrouwen die ooit gescheiden zijn. Dit komt voor een deel doordat de kinderen na een scheiding vaak bij de moeder blijven wonen. De aanwezigheid van thuiswonende kinderen vermindert de kans op het zoeken of vinden van een partner, aldus het CBS.
Volgens het onderzoek Nieuwe Gezinnen van kenniscentrum E-Quality hebben kinderen van gescheiden ouders tweemaal zoveel kans op gedrags- of emotionele problemen, of presteren zij slechter op school. (BN De Stem)