Een coole cat...“Gaan we naar de Coolcat mam?” Cecile heeft nieuwe kleren nodig. En als er één plek is waar ik die níet wil kopen, precies, dan is het wel bij de Coolcat. Kent u die winkel? Het is er zo één met keiharde muziek, discoballen, glitters en broodmagere poppen in de etalage. Dat is nog allemaal tot daaraan toe (oren dicht en doorlopen), maar de kleding die ze daar verkopen is helemaal afzichtelijk in mijn ogen: lomp, smakeloos, met afzakbroeken en fluorkleuren. Alles dus wat ik mijn kinderen níet aan wil trekken.

“Gaan we naar de Coolcat mam?” Cecile heeft nieuwe kleren nodig. En als er één plek is waar ik die níet wil kopen, precies, dan is het wel bij de Coolcat. Kent u die winkel? Het is er zo één met keiharde muziek, discoballen, glitters en broodmagere poppen in de etalage. Dat is nog allemaal tot daaraan toe (oren dicht en doorlopen), maar de kleding die ze daar verkopen is helemaal afzichtelijk in mijn ogen: lomp, smakeloos, met afzakbroeken en fluorkleuren. Alles dus wat ik mijn kinderen níet aan wil trekken.

Een coole cat...Als ik aan mijn dames uitleg waarom de Coolcat bij hun moeder niet door de beugel kan, concluderen ze dat ‘mama niet weet wat mode is’. Daar kan je het dan mee doen. Zucht. Waar is die goede oude tijd dat ik nog een mooi gebloemd t-shirtje met een stylish rokje voor ze op de kop tikte? Hooguit mopperden ze dat ‘een broek fijner speelt’ maar verder interesseerde het ze geen lor.

Maar ja, kleine meisjes worden groot én een beetje ijdeler. Bovendien, minstens zo belangrijk, zitten ze in een klas vol kinderen die óók van die Coolcatkleding aan hebben. En als je elf bent is het heel, heel belangrijk dat je daar bij hoort. Dat weet ik nog heel goed van mijn eigen tienerjaren. Hoe ontzettend belangrijk de juiste kleding voor me was. En vooral hoe ik altijd het gevoel had dat een ander veel mooiere en modieuzere spullen had dan ik. Nu denk ik dat nog steeds geregeld: “Veel soeps is ‘t niet wat er in m’n kast hangt”, maar na die conclusie ga ik gewoon weer blij en gelukkig verder door het leven. Dat was als puber wel anders, dus heb ik besloten dat het belangrijk is dat de dames kleding hebben die zij mooi vinden.

Dus tja, dat betekende: de Coolcat in. Op één voorwaarde: hun moeder gaat het geld niet uitgeven aan onfatsoenlijke en ronduit lelijke kledingstukken. Daarop stelde Cecile dat wat ik lelijk vind vooral een ‘subjectieve’ mening is en geen ‘objectieve’. Met dank aan de juf die dit vocabulaire net deze week bij Taal goed uit de doeken had gedaan. Die mag haar PABO-diploma houden. Duidelijk is dat naarmate die kinderen groeien het moederschap ingewikkelder wordt. Maar dat geheel terzijde.

Nou, daar stonden we dan tussen alle blingbling shirtjes, truitjes en veel te korte rokjes in mega knalkleuren speurend naar iets dat bij moeders door de keuring zou kunnen. En ja hoor, we vonden een turquoise jasje met een paars randje aan de mouwen, met bijbehorend t-shirtje in dezelfde kleur en een paar glitterletters: BFF (best friends forever), dé leus die die meiden naar elkaar toe communiceren om te bewijzen dat ze de grootste vriendinnen zijn. Het stond Cecile écht leuk: kleur was mooi, model beschaafd en bovenal: he-le-maal volgens de laatste mode. Hèhè, allemaal blij en tevreden. Totdat ze er weer uitgegroeid is…

Brechje