In tegenstelling tot de gangbare mening blijkt voorhuwelijks samenwonen de kans op echtscheiding te vergroten. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken, schrijft Katholiek Nieuwsblad in de editie van deze week. In tegenstelling tot de gangbare mening blijkt voorhuwelijks samenwonen de kans op echtscheiding te vergroten. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken, schrijft Katholiek Nieuwsblad in de editie van deze week.
De Amerikaanse psychologe Meg Jay sloeg recent in de New York Times alarm over de hoge mislukkingsgraad van ongehuwd samenwonen. Hoewel zij er geen principieel tegenstander van is stapelen de bewijzen zich op dat het niet als duurzame samenlevingsvorm kan worden aangemerkt. De helft van de samenwoonrelaties sneuvelt binnen een jaar. Een op de tien haalt de vijf jaar. Ook wanneer de partners besluiten te trouwen blijken zowel duurzaamheid als tevredenheid veel lager uit te vallen, blijkt uit tal van onderzoeken.
Als belangrijkste oorzaak wordt gewezen op de manier waarop partnerschappen worden gesloten. Vanwege het voorlopige karakter het samenwonen stellen de partners vaak onwillekeurig veel lagere eisen. Als belangrijkste argument voor het samenwonen noemen de partners niet zozeer de persoonlijkheid van de andere partij, maar praktische voordelen, waaronder het delen van de kosten van levensonderhoud. Daarnaast blijken mannen en vrouwen er zeer verschillende verwachtingspatronen van te hebben.
Ook blijkt dat wanneer het samenwonen vooraf wordt gegaan door een duidelijk beslismoment, zoals een verloving, de kwaliteit en duurzaamheid van de latere huwelijksrelatie beter is. Stellen die gaan samenwonen om elkaar te testen op de geschiktheid als huwelijkspartners blijken het laagst te scoren op de ladder van tevredenheid en duurzaamheid.
Omdat het overgrote deel van de gehuwden voordien al samen heeft gewoond, lijkt er verband te bestaan met het hoge aantal echtscheidingen.