Ruzies tussen broers en zussen zijn niet slecht, maar “juist een goede manier voor kinderen om te leren omgaan met verschillen van meningen, karakters en belangen”. Dat zegt Heleen de Hertog – moeder van vier kinderen – in een interview met de Volkskrant. Ruzies tussen broers en zussen zijn niet slecht, maar “juist een goede manier voor kinderen om te leren omgaan met verschillen van meningen, karakters en belangen”. Dat zegt Heleen de Hertog – moeder van vier kinderen – in een interview met de Volkskrant.
Voorwaarde is wel dat ouders “deze ruzies op een goede manier begeleiden”, stelt De Hertog. Ouders kiezen in hun uitingen nog vaak onbewust partij voor een van de kinderen, waarmee ze onbedoeld de rivaliteit tussen hun kroost versterken. Als gedrag van een van de kinderen ten voorbeeld wordt gesteld aan de ander (‘Kijk eens hoe goed hij of zij heeft opgeruimd’), ervaren kinderen dat “alsof de ouders partij kiezen”. Kinderen moeten volgens De Hertog gestimuleerd worden zelf hun problemen te leren oplossen. “Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Toby speelt nu met de speelgoedauto en Marc wil ook, maar er is maar één auto. Dat is een serieus probleem, maar ik weet zeker dat jullie er samen uitkomen.’ Als je dan de speelgoedauto meeneemt, is dat heel wat anders dan als je de auto direct afpakt en zegt: ‘Als jullie ruzie maken, dan mag er helemaal niemand mee spelen.’”
De Hertog baseert zich op de opvoedtheorie van de Amerikaanse moeders Adele Faber en Elaine Mazlish. Deze week verschijnt haar Nederlandstalige uitgave van hun boek How to talk so kids will listen, and listen so kids will talk. (KN)