Rouvoet presenteert zijn begrotingVeel gezinnen met kinderen gaan er volgens minister Rouvoet van Jeugd en Gezin in 2009 financieel op vooruit door de invoering van het inkomensafhankelijke kindgebonden budget. Dat meldde de minister deze week bij de presentatie van zijn begroting voor 2009.
Veel gezinnen met kinderen gaan er in 2009 financieel aanzienlijk op vooruit door de invoering van het inkomensafhankelijke kindgebonden budget. De bestrijding van kindermishandeling heeft volgend jaar een hoge prioriteit. Verder worden het Elektronisch Kinddossier en de Verwijsindex risicojongeren ingevoerd. Dit zijn enkele plannen die minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin in zijn begroting voor 2009 heeft gepresenteerd.

Rouvoet presenteert zijn begrotingHet uitgebreide persbericht naar aanleiding van deze presentatie meldt:
“Verreweg de meeste jongeren zijn gelukkig en hebben vertrouwen in hun toekomstkansen. Tegelijk maakt het kabinet zich zorgen. Te veel jongeren ontwikkelen zich minder goed en houden er een ongezonde levenstijl op na. Ook is er een toename van jongeren met opvoed- of psychosociale problemen. Het beroep op allerlei soorten voorzieningen door jongeren en/of hun ouders neemt elk jaar toe.

Het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin heeft in het eerste anderhalf jaar van zijn bestaan veel nieuw beleid in gang gezet om bovengenoemde ontwikkelingen te lijf te gaan en te voorkomen. In 2009 worden de eerste resultaten daarvan verwacht.

Jeugd en Gezin kiest voor een integrale benadering: zowel beleidsmatig als in de praktijk van de professionele hulpverlening geldt dat verkokering wordt tegengegaan. Voor jongeren en gezinnen betekent dit dat zij sneller en meer gericht op hun specifieke vraag of behoefte hulp kunnen krijgen. Als extra stimulans voor deze aanpak wordt de uitvoeringspraktijk fors vereenvoudigd.

In de plannen van de minister voor Jeugd en Gezin staat het gezin centraal. Een goede en veilige plek waar kinderen kunnen opgroeien is cruciaal voor de ontwikkeling van jongeren zelf, maar ook voor een stabiele en vitale samenleving. Verder wordt gekozen voor maatregelen gericht op preventie van (opvoedings)problemen. Een andere hoofdlijn is dat van vrijblijvendheid geen sprake meer zal zijn: wanneer het belang van het kind dat vereist, wordt er ingegrepen. Een goede samenwerking tussen betrokken hulpverleners is daarbij essentieel.”

In de beleidsagenda bij de begroting staan de maatregelen voor 2009 nader uitgewerkt.

    * Kindgebonden budget. In 2009 wordt de financiële positie van veel gezinnen met kinderen aanzienlijk verbeterd. Op dit moment is er een kindertoeslag per gezin. Vanaf volgend jaar krijgen gezinnen een kindgebonden budget: een bedrag per kind. Hiervoor geldt een staffel: het bedrag voor het eerste kind is hoger dan voor het tweede. Het bedrag voor het tweede kind is hoger dan dat voor het derde kind enzovoorts. Het kindgebonden budget is inkomensafhankelijk en komt bovenop de kinderbijslag. Veel gezinnen met kinderen gaan er vanaf 2009 per jaar oplopend enkele honderden euro’s op vooruit.

    * Kindermishandeling. De minister voor Jeugd en Gezin blijft in 2009 hoge prioriteit geven aan de bestrijding van kindermishandeling. Centraal staan versterking van preventie, signalering en daadwerkelijk ingrijpen. Streven is om in 2009 de regionale RAAK-aanpak van kindermishandeling uit te breiden van 4 naar 15 regio’s. Verder wordt de doorlooptijd voor een onderzoek bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling volgend jaar teruggebracht naar maximaal 10 weken voor 50% van de gevallen. Het gebruik van de Meldcode Kindermishandeling wordt verder gestimuleerd.

    * Flexibilisering ouderschapsverlof. Het goed kunnen combineren van opvoeden en werken is belangrijk voor ouders, kinderen, werkgevers en daarmee de hele samenleving. Dit najaar verschijnt de Gezinsnota. Hierin staat een samenhangende visie op de plaats van het gezin in de samenleving. Het kabinet zal in dit kader onder andere inzetten op flexibilisering van het ouderschapsverlof.

    * Centra voor Jeugd en Gezin. Kabinet en gemeenten willen dat in 2011 elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin heeft. Deze Centra vormen een bundeling van bestaande instanties en gaan een belangrijke rol vervullen in de preventie van opvoedproblemen en daaruit voortvloeiende grotere persoonlijke of sociale problemen. Eind 2008 zijn er ongeveer 50 CJG’s. Streven is om dit te laten stijgen tot circa 125 (eind 2009). In 2009 is hiervoor 289 miljoen beschikbaar en daarnaast via het Gemeentefonds nog eens 50 miljoen.

    * Elektronisch Kinddossier. In 2009 start een landelijk werkend Elektronisch Kinddossier (EKD) in de jeugdgezondheidszorg. Dit digitale systeem vervangt de huidige papieren dossiers. De voordelen van een EKD zijn groot. De overdracht van informatie wordt verbeterd, zodat risico’s eerder gesignaleerd worden. Het EKD voorkomt ook dat jongeren buiten het zicht van hulpverleners vallen.

    * Verwijsindex risicojongeren. In 2009 gaat de Verwijsindex risicojongeren landelijk van start. De Verwijsindex is een elektronisch systeem, waarin een professional aangeeft wanneer hij zich over een jongere (tot 23 jaar) zorgen maakt. Wanneer een andere hulpverlener een probleem met dezelfde jongere invoert in de Verwijsindex, krijgen beide professionals een melding van elkaars signalering. Hierdoor kunnen zij afspraken maken over de juiste aanpak. Het gaat hierbij om professionals afkomstig van verschillende instanties (jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, onderwijs, politie, werk & inkomen etc.).
      Voor de invoering van het Elektronisch Kinddossier en de Verwijsindex is in 2009 10 miljoen euro beschikbaar, oplopend tot 20 miljoen in 2011.

    * Gezonde jeugdcultuur. In het najaar van 2008 verschijnt de nota over gezonde jeugdcultuur. Hierin wordt aandacht besteed aan het voorkomen van ongezond gedrag, bevordering van gezond gedrag en de inzet van jongeren zelf daartoe. Het bestrijden van schadelijk alcoholgebruik door jongeren blijft ook in 2009 hoge prioriteit behouden.

    * Minder bureaucratie en regeldruk. Minder bureaucratische rompslomp leidt tot snellere en adequatere hulpverlening aan jongeren en gezinnen. In 2009 worden formulieren toegankelijker gemaakt, de indicatiestelling vereenvoudigd en de afstemming tussen sectoren verder verbeterd. Wanneer er meerdere instanties bij een gezin betrokken zijn, geldt het principe van ‘één gezin, één plan’.

    * Jeugdzorg. In 2009 wordt de ambitie om in samenwerking met provincies en grootstedelijke regio’s de wachtlijsten voor geïndiceerde jeugdzorg sneller weg te werken, vergroot. In de nieuwe ambitie worden ook wachtenden die al wel overbruggingszorg ontvangen meegerekend. Doelstelling is dat jongeren na 2009 niet langer dan 9 weken hoeven te wachten op hulpverlening. Volgend jaar wordt ook de nieuwe financiering in de jeugdzorg ingevoerd. Provincies en grootstedelijke regio’s krijgen dan meer middelen en mogelijkheden om met zorgaanbieders prestatieafspraken te maken.

    * Evaluatie Wet op de Jeugdzorg. Komend jaar start volgens afspraak de evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg, die in januari 2005 in werking is getreden. De resultaten van deze evaluatie zullen in het najaar van 2009 beschikbaar zijn. (JeugdenGezin)