Grafsteen van paus Johannes Paulus II“Ja da-ag, wij gaan niet in die rij staan!” mopperen Cecile, Chiara en Denise. We zijn in Rome en willen de Sint Pieter graag bekijken. De rij met mensen uit alle windrichtingen der aarde is tientallen meters lang en staat tot aan de andere zijde van het plein. “Weet je wat”, stel ik voor, “we kijken even hoe snel-ie gaat. We bidden een tientje van de rozenkrans en dan beoordelen we hoeveel meter we zijn opgeschoven”. Na een tientje zijn we al zeker tien meter verder. Nog maar eentje dus. “Ja da-ag, wij gaan niet in die rij staan!” mopperen Cecile, Chiara en Denise. We zijn in Rome en willen de Sint Pieter graag bekijken. De rij met mensen uit alle windrichtingen der aarde is tientallen meters lang en staat tot aan de andere zijde van het plein. “Weet je wat”, stel ik voor, “we kijken even hoe snel-ie gaat. We bidden een tientje van de rozenkrans en dan beoordelen we hoeveel meter we zijn opgeschoven”. Na een tientje zijn we al zeker tien meter verder. Nog maar eentje dus.

Die rij is mijn schuld. Het is namelijk zo. Denise wilde de Paus zien. Dus hebben we in de meivakantie een reisje Rome en Assisië geboekt en het uitstapje naar het Vaticaan op woensdag gepland, vanwege de woensdagochtendaudiëntie. Vooraf had ik de pauselijke agenda gecheckt: zou toch zonde zijn als wij op het Sint Pietersplein staan en de kerkvorst elders op de wereld rondrijdt in zijn pausmobiel. Goed voorbereid zou je denken, maar uh, dus niet. Op de avond voor we naar Rome rijden kijkt Edwin in ons vakantiehuisje in Assisië nog even op de pontificale site. Wat blijkt: we hadden kaartjes moeten hebben voor de audiëntie. Deze alsnog boeken is dan niet meer mogelijk. Maar ja, de tasjes zijn gepakt en de kinderen verheugen zich al op deze grote dag. Ga dan nog maar zeggen dat we nóg een dagje later naar Rome gaan.

Dus rijden wij de volgende ochtend in onze gehuurde Fiat Punto over de hobbelige Italiaanse snelwegen naar Rome. Tegelijkertijd met al die katholieken die mét audiëntiekaartje óók de Sint Pieter willen zien. Kortom: op de minst-handige dag van de week.

foto: A. Currell

Grafsteen van paus Johannes Paulus II

Na ruim twee rozenkransen staan we dan eindelijk in de Sint Pieter. Voor het graf van Paus Johannes Paulus II kunnen we even uitpuffen op de knielbankjes. Daar worden Edwin en ik overdonderd door deze bijzondere plaats: dit is echt een heel grote Paus. Dat wisten we natuurlijk wel, maar als je Gods aanwezigheid zo sterk voelt op deze plek dan komt dat besef wel heel dichtbij. Deze Paus heeft ons veel, heel veel te zeggen.

Met de stroom toeristen worden we meegevoerd naar het graf van Petrus in het midden van de Sint Pieter. Daar staan hekken: het graf is afgezet en er staan bewakers voor. Wat blijkt: helemaal achterin worden voorbereidingen getroffen voor een eucharistieviering. Snel denk ik: “brutalen hebben de halve wereld”, sleur m’n kinderen mee door de massa en vraag in het Engels aan de bewaker of we misschien naar die mis mogen. Het mag. Helemaal verrukt lopen we met z’n vijven langs het graf van Petrus. Ik ben er helemaal ondersteboven van. Er wordt subliem gezongen door een Filipijns koortje van jonge vrouwen: het lijkt wel engelengezang. Een uurtje later lopen we blij en dankbaar de Sint Pieter uit. De Paus hebben we niet gezien, maar we zijn geweldig verrast door deze ‘cadeaus’ die we zo mochten ontvangen. En dat zonder kaartjes.

Brechje