In zijn boodschap voor Vredesdag, 1 januari, riep paus Benedictus de jongere generaties op te helpen een betere toekomst voor allen op te bouwen. Hij hield onder meer ouders op hun kinderen goed te begeleiden naar volwassenheid. In zijn boodschap voor Vredesdag, 1 januari, riep paus Benedictus de jongere generaties op te helpen een betere toekomst voor allen op te bouwen. Hij hield onder meer ouders op hun kinderen goed te begeleiden naar volwassenheid:
“Opvoeden betekent jonge mensen leren boven zichzelf uit te stijgen en met de werkelijkheid in contact te brengen die tot groei leidt. Dit proces gedijt door de ontmoeting van twee vrijheden, die van volwassenen en die van de jongeren. Het vraagt om verantwoordelijkheid bij de jongeren, die open moeten staan voor de kennis van de werkelijkheid, en van de kant van opvoeders, die bereid moeten zijn van zichzelf te geven.”
Die opvoeding vindt vooral plaats in het gezin. “De opvoeding in vrede en gerechtigheid vindt allereerst plaats in het gezin, want ouders zijn de eerste opvoeders. In het gezin leren kinderen de menselijke en christelijke waarden die hen in staat stellen om constructief en vreedzaam samen te leven. Zij leren er solidariteit tussen de generaties, regels te respecteren, te vergeven en anderen te verwelkomen.”
Volgens de paus leven we “in een wereld waarin gezinnen en het leven zelf voortdurend bedreigd worden en niet zelden gefragmenteerd zijn. Arbeidsomstandigheden zijn vaak onverenigbaar met gezinstaken. Er zijn zorgen over de toekomst, over het hectische levensritme, over de noodzaak om regelmatig te verhuizen om het inkomen te garanderen, om maar te zwijgen van louter overleven”.
Daardoor worden kinderen vaak beroofd van een van hun kostbaarste schatten: de aanwezigheid van hun ouders. “Die aanwezigheid maakt het mogelijk het leven diepgaander te delen, levenservaringen en overtuigingen door te geven die alleen kunnen worden gedeeld door samen tijd door te brengen.” (KN)