OpvoedingscanonDe gemeente Den Haag presenteert vandaag, 3 februari, samen met psycholoog René Diekstra de opvoedingscanon. Die bevat 51 waarheden, wetenschappelijk onderbouwd, over ontwikkeling en opvoeding. De gemeente Den Haag presenteert vandaag, 3 februari, samen met psycholoog René Diekstra de opvoedingscanon. Die bevat 51 waarheden, wetenschappelijk onderbouwd, over ontwikkeling en opvoeding.

De eerste opvoedingscanon van Nederland noemt opvoeding een coproductie, een samenwerking tussen ouders en anderen, zoals leerkrachten, werkers in de kinder- en jeugdzorg, sportleiders. De canon wijst ook op het belang van de kwaliteit van relatie tussen ouders – gehuwd of niet – voor de kwaliteit van de opvoeding. Op het belang van de rol van vaders.

OpvoedingscanonEn op een belangrijke opdracht voor opvoeders: een kind wordt als ‘egoïst’ geboren, zij moeten het helpen zich te ontwikkelen tot een wezen dat sociaal betrokken is. “Dat klinkt misschien christelijk”, reageerde Diekstra tegenover ‘Nederlands Dagblad’, “maar dat is het niet. Het is gewoon waar.” “Het is wetenschappelijk vastgesteld dat opvoeding en ontwikkeling van kinderen zo werkt”, aldus psycholoog René Diekstra, lector aan de Haagse Hogeschool, die de opvoedingscanon samen met een aantal wetenschappers opstelde.

Volgens hem is de opvoeding niet enkel een taak van de moeders. Punt 32 in zijn canon is gewijd aan vaders. Die luidt: ‘Is er helemaal geen vader in het gezin, en doet moeder de opvoeding alleen, dan hebben jongens een grotere kans om in de problemen te komen. Ze gaan zich bijvoorbeeld vaker gewelddadig gedragen, of presteren slechter op school. Ook meisjes zonder vader hebben het moeilijker. Ze hebben vaker seks voordat ze dat zelf echt willen, raken vaker ongewenst zwanger en stoppen vaker eerder met hun opleiding.’

In 2008 startte de Haagse Hogeschool, waar Diekstra aan verbonden is, en de gemeente Den Haag onderzoek omdat zij wilden weten hoeveel kennis men heeft over kinderen en pubers, over hun ontwikkeling en opvoeding. 1000 volwassenen werd gevraagd naar hun kennis, vooral ouders die in Den Haag wonen. In de zomer van 2009 volgde een volgend onderzoek. Toen onder mensen die werken in de kinder- en jeugdzorg. Resultaat was het verslag ‘Naar een Canon van opvoeding. Wat professionals weten en vinden van ontwikkeling en opvoeding van kinderen en jongeren en de verschillen met ouders en volwassenen’

In de opvoedingscanon zijn de onderzoeksresultaten samengebracht. Het is geen document geworden dat in 51 punten samenvat wat een opvoeder zou moeten weten over opvoeding en de ontwikkeling van kinderen, zegt Diekstra. “Dit is een document waarin staat waar je als gemeenschap samen de lat legt.”

www.opvoedingscanon.nl
zie ook eerder bericht