In zijn laatste bijdrage als columnist schrijft mgr. G de Korte in het Nederlands Dagblad over het ‘weerbarstige huwelijksleven’. De Kerk “moet niet de oren maar de voeten wassen en consequent dienstbaar zijn.” Een pleidooi voor helderheid én barmhartigheid. In zijn laatste bijdrage als columnist schrijft mgr. G de Korte in het Nederlands Dagblad over het ‘weerbarstige huwelijksleven’. De Kerk “moet niet de oren maar de voeten wassen en consequent dienstbaar zijn.” Een pleidooi voor helderheid én barmhartigheid.
De laatste column van mgr. G de Korte, de bisschop van Groningen-Leeuwarden, in het Nederlands Dagblad vonden we op de site van het bisdom. Hij schrijft: “Ik ben ervan overtuigd dat onze Kerk over het huwelijk moet blijven spreken als een blijvend verbond tot geluk van man en vrouw en de eventuele kinderen. Maar tegelijkertijd zal de Kerk gastvrij moeten zijn voor al die mensen die weet hebben van de rauwheid van het bestaan.”
Hieronder de integrale tekst van de website van Bisdom Groningen-Leeuwarden:
Mgr. De Korte over het weerbarstige huwelijksleven
Het Nederlands Dagblad publiceerde de laatste weken verschillende artikelen over het thema huwelijk en gezin. Het is een thema dat mij als rooms-katholiek bisschop, mede ook door de Romeinse synodes over dit thema, al enige tijd meer dan gemiddeld bezig houdt. Laten wij positief beginnen. Nog steeds zijn er in Nederland vele geslaagde huwelijken. Het zijn huwelijken waar de partners elkaar hebben vastgehouden, hoewel het leven niet altijd rozengeur en maneschijn is. Gerijpt door de tijd is de onderlinge relatie alleen maar beter en hechter geworden. Kinderen die in stabiele huwelijken opgroeien mogen daarvoor dankbaar zijn. Uit onderzoek blijkt dat ook in het huidige Nederland de grote meerderheid van de bevolking blijft verlangen naar een hechte en duurzame relatie. De eeuwenlange evangelieverkondiging heeft een spoor getrokken dat ook in onze postchristelijke cultuur door velen als ideaal wordt beschouwd. Maar er moet helaas rond huwelijk en gezin in het Nederland van vandaag ook een ander verhaal worden verteld.
Economisering
Nog niet zolang geleden sprak een collega-bisschop over een “ cultuur van het voorlopige”. Met deze uitdrukking poogde hij de huidige samenleving te duiden. In onze economie worden door flexcontracten steeds meer banen voorlopig en veel relaties delen helaas in die voorlopigheid. Veel tijdgenoten beleven hun huwelijksrelatie niet als een verbond voor het leven maar als een contract dat kan worden opgezegd als een van de partijen niet meer voldoende “levert”. De gevolgen van deze economisering van intieme relaties moeten wij niet onderschatten. Recent hoorde ik over een man die zijn zwangere vrouw heeft verlaten; over een oudere man die zijn vrouw heeft ingeruild voor een jonger exemplaar en over een vrouw die het accepteert dat haar man een vriendin heeft maar het huwelijk in stand wil houden. Als je al deze verhalen hoort, besef je hoeveel verborgen verdriet achter veel voordeuren schuilgaat.
Gebrokenheid
Als bisschop voel ik heel sterk, juist ook rond het thema van huwelijk en gezin, de spanning tussen leraar en pastor. Ik ben ervan overtuigd dat onze Kerk over het huwelijk moet blijven spreken als een blijvend verbond tot geluk van man en vrouw en de eventuele kinderen. Maar tegelijkertijd zal de Kerk gastvrij moeten zijn voor al die mensen die weet hebben van de rauwheid van het bestaan. Heel veel gehuwden kunnen hun trouwbelofte niet waarmaken of lijden onder de lichtzinnigheid van hun partner. Er is veel gebrokenheid en ook veel blijvende gebrokenheid. In niet weinig gevallen valt er niets meer te herstellen en is alleen uithouden en dulden nog haalbaar. Ook in die omstandigheden moet de Kerk mensen nabij zijn. Niet om hoog van de toren te blazen en mensen met moralistische taal van zich te vervreemden. De christelijk pastor moet niet de oren maar de voeten wassen en consequent dienstbaar zijn. Natuurlijk hoopt iedere pastor op bekering, op vergeving en verzoening, ook bij huwelijksproblemen. Maar in een aantal gevallen is dat een brug te ver en zal de pastor vooral een barmhartig klankbord moeten zijn en moeten bidden dat zijn mensen het dulden zullen volhouden. Het gaat in die omstandigheden om het uithouden van de gebrokenheid en de hoop dat het bestaan een beetje leefbaar blijft. Dat is vanuit het evangelie misschien ver onder de maat maar in de weerbarstige werkelijkheid helaas niet zelden het meest haalbare.
Tot slot
Met deze column besluit ik, op verzoek van de redactie, mijn jarenlange werk als columnist van het Nederlands Dagblad. Persoonlijk vind ik dat jammer maar ik kan de wens van de redactie om nieuw bloed een kans te geven wel begrijpen. In de afgelopen jaren heb ik met mijn columns geprobeerd een kleine bijdrage te leveren aan de toenadering onder ons christenen. Voor mij is de oecumenische beweging een geweldig geschenk van Gods Geest aan de christelijke gemeenschap. Ik hoop dat veel protestantse lezers van deze krant mij hebben leren kennen als een katholieke broeder in het geloof. Christus is onze gemeenschappelijke Heer. Laten wij verbonden met Hem blijven werken aan het verder herstel van de christelijke eenheid. Het gaat u allen goed!
Deze column van mgr. dr. Gerard de Korte verscheen op 21 maart in het Nederlands Dagblad.