“Mama, jij kookt smerig”, zei een van de jongens bij de avondmaaltijd. Die opmerking was er zo maar. Ze viel rauw op ons dak. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat al onze jongens het maar niets vinden dat er regelmatig aardappelen op het menu staan. Dat was deze dag ook het geval. “Mama, jij kookt smerig”, zei een van de jongens bij de avondmaaltijd.
Die opmerking was er zo maar. Ze viel rauw op ons dak. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat al onze jongens het maar niets vinden dat er regelmatig aardappelen op het menu staan. Dat was deze dag ook het geval.
Ik reageerde. “Wees even wat dankbaarder tegen je moeder die voor jou gekookt heeft.”
“Waarom zou ik dankbaar zijn voor eten dat ik niet lekker vind?”
Nu voelde ik me (en natuurlijk mijn vrouw ook) beledigd.
“Jongen, je mag best zeggen dat je het eten niet lekker vindt. Maar als je zegt 'mama, je kookt smerig', dan heb je mama in haar totaliteit veroordeeld. En je doet haar geen recht aan.”
“Ja, dat vind jij!”
“Dat vind ik inderdaad. Maar objectief is het ook zo. Als je dat op die manier zegt, dan vat je het op dat je iemand totaal afschrijft. Maar nou nog eens even wat. Als jij later groot bent, dan wil jij het geld besteden aan wat jij wilt. Nou, ik ben al groot. Ik verdien het geld en ik besteed het aan wat ik wil. Als ik zeven dagen aardappels wil eten, dan eet ik dat. Natuurlijk hou ik wel rekening met een ander.”
“En bovendien krijgen jullie best vaak heerlijke tussendoortjes en ander hartigs”, vulde mijn vrouw aan.
“Maar overdag eet ik nooit wat lekkers. Vandaag heb ik vanochtend brood gegeten, vanmiddag brood gegeten, en vanavond warm eten wat ik niet lekker vind.”
“Kijk jongen, mama en ik hadden bedacht dat we jullie vaak genoeg lekkere dingen moeten geven. Iets hartigs, koek, zoutjes en frisdranken. Altijd tijdens het voetbal kijken of het kijken van een film of zo. Ik vind dat jullie best vaak iets lekkers krijgen. Moet je kijken hoe snel van de week die chipsbakjes leeg waren. Als wij jullie zo vaak iets lekkers hebben laten eten, dat jullie een gezonde Hollandse pot niet meer lekker vinden, dan hebben we iets verkeerds gedaan. Dan moeten we het aantal keren dat we iets lekkers nemen drastisch minderen. Ik stel voor dat je eet wat de pot schaft en daar niet over mekkert, en dat je samen met mama op gezette tijden iets uitzoekt wat jij lekker vindt. Als het gezond is, dan is er best wel wat mogelijk. Als je maar op een normale manier met elkaar praat. Toevallig hadden we het vandaag op het werk over een Aziatisch land waar het voorkwam dat men meteen met messen begon te steken als je het met een ander niet eens bent. Nu doen we dat nog niet, maar zitten bekvechten is ook geen manier van omgaan met elkaar. Overleg even met mama.”
Meteen na het eten had hij wat uitgezocht uit de Allerhande. Mijn vrouw liet dat later aan mij zien. “Het ziet er wel smakelijk uit. Ik kan het ook wel maken, maar die groente die er bij zit die is dan knapperig en niet zacht. En dat vind jij dan niet lekker.” Ik zei dat, als ik er geen maagpijn van zou krijgen, ik het af en toe best wilde slikken, zo gezegd. Ze moest het maar eens gaan maken. Eventueel samen met onze zoon die het best wel leuk vindt om bijzondere maaltijden klaar te maken. Ik zelf zou nog eens over een gestructureerd weekmenu na gaan denken waarbij de jongens wat inbreng kunnen hebben. Als ze dat wensen. De een wenst het meer dan de ander.