maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen,
om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed,
volmaakt en hem welgevallig is. Romeinen 12.2
Be connected – stem goed af!
Beste vrienden een goede morgen om mee te beginnen. Hoe gaat dat bij u gewoonlijk ’s morgens? Wat zeg je tegen elkaar als de dag begint? Ik heb niemand, behalve de Lieve Heer, om goede morgen tegen te zeggen, maar jullie, hoe doen jullie dat? Geef je elkaar een kus, ben je een ogenblik samen dankbaar voor God en vraag je, al is het maar in één zin, om Gods zegen over de dag die voor je ligt? De ochtend is dé tijd van de christenen: op paasmorgen verrijst de Heer, gaat de zon op, worden we tot leven gewekt en verstaan we onze dag als een kans. Een kans om de dingen van God op te pakken, om wat gisteren verkeerd ging vandaag goed te doen, om wat je naliet alsnog goed te maken, maar ook, om onverwachte situaties op hun waarde te schatten, je te laten verrassen zelfs door het allergewoonste.
Dus, wat doen we, wat doen jullie als de eerste wekker aan je bed staat of de eerste wekker afgaat? Is alles gericht op praktisch de boel aan de gang krijgen? Lopen verschillende humeuren door elkaar en probeert ieder zijn eigen agenda zo snel mogelijk af te werken in badkamer, slaapkamer, keuken, ontbijttafel… Weet je, je kunt volgens mij heel goed samen in een huis wonen en toch weinig connected zijn. En dat is ons thema; Be connected!
Johannes Paulus II Daarom roepen de echtgenoten voor de Kerk voortdurend op wat op het kruis is gebeurd; zij zijn voor elkaar en voor de kinderen getuigen van het heil waaraan het sacrament hen deelachtig maakt. Van dit heilsgebeuren is het huwelijk, zoals ieder sacrament, gedachtenis, tegenwoordigstelling en profetie: ” Als gedachtenis geeft het sacrament hun de genade en de plicht de grote werken van God te gedenken en er getuigenis van af te leggen tegenover de kinderen; als tegenwoordigstelling geeft het hun de genade en de plicht hier en nu voor elkaar en voor de kinderen de eisen te vervullen van een vergevende en verlossende liefde; als profetie geeft het hun de genade en de plicht de hoop op de komende ontmoeting met Christus te beleven en ervan te getuigen”. FC 13 |
Grappig trouwens dat we dit in het Engels tegen elkaar zeggen, waarom eigenlijk? Klinkt sneller, moderner, gevatter, minder truttig misschien dan: blijf verbonden. Verbonden en gebonden – geen gemakkelijke woorden in onze cultuur en tijd. Allerlei onderzoeken wijzen steeds uit dat we er bang van worden om ons aan iets of iemand te binden; Nederlandse mannen schijnen koplopers te zijn in bindingsangst – stellen ieder definitief commitment zo lang mogelijk uit en verstaan als geen ander de kunst om geen kinderwens te hebben. Daarom, als eerste vraag: hoe verbonden, hoe connected ben je eigenlijk als gezin. Het ochtendritueel in je gezin laat je daar wel iets van zien. Een ander goed ijkpunt is de avondmaaltijd. Op mij komt de avondmaaltijd dikwijls over als het verkeer dat raast over het Prins Clausknooppunt: de een komt, de ander gaat – zeker als de kinderen wat ouder worden en in de bovenbouw zitten of op de middelbare school. Aan dynamiek geen gebrek; ieder verwacht dat rekening gehouden is met zijn of haar agenda, maar is er sprake van verbondenheid? Hoe gaat dat vaak: degene die deze dag vooral thuis is geweest wil graag vertellen over wat er is voorgevallen, degene die gewerkt heeft, heeft daar niet altijd erg veel zin in, is vaak moe en zoekt even rust. Kinderen roepen om hun spullen voor sport of wat ook – de kleinste lust dit of dat niet en allemaal tegelijk beginnen met eten, dat is eerder minder dan meer gewoon – toch? Enfin, er zullen zoveel gezinsrituelen zijn als er gezinnen zijn – maar feit is, volgens goed onderzoek, dat man en vrouw gemiddeld vijf minuten per dag besteden aan een diepgaander gesprek waar hun beleving, gevoelens, vragen naar elkaar aan de orde komen. Zal dat tussen ouders en kinderen veel meer zijn?
Get connected
Get connected – kun je ook vertalen met: kom op verhaal – stem af op elkaar. Dat is mijn boodschap aan jullie vandaag. Stem af op elkaar – laat je verleiden om tijd te nemen en tijd te maken voor de belangrijkste mensen in je leven. Daar heb je discipline voor nodig, een gestaalde wil en boven alles een grote liefde en belangstelling voor de ander. Gevoelligheid! Denk eens terug aan het begin van je relatie, aan de eerste ontmoeting, de vonk die oversprong, die gekke of te gekke gewaarwording van verliefdheid. Als ik mensen zie beginnen aan een relatie, leven ze op, krijgen nieuwe zin en zijn graag en dikwijls te vinden bij elkaar. Ik zie ze zitten op een bank bij het water, lang praten over een diner voor twee in het restaurant, hand in hand langs het strand. Huwelijksgesprekken brengen diezelfde ervaring naar boven: er is zoveel interesse in elkaar, in elkaars gevoelens en gedachten, in geloof en inspiratie. Hoe is dat met jullie nu? Loop je nog wel eens langs het strand, heb je elkaar echt iets van hart tot hart te vertellen als je eens zonder de kinderen uit eten bent? Heb je ook een internetassistent om de belangrijkste data van je relatie, je gezin niet te vergeten inclusief de kadosuggesties? Je hebt elkaar gevonden omdat God jullie bij elkaar gebracht heeft. Dát is de grote en diepe openbaring van Jezus toen Hij sprak over het huwelijk: “Wat God verbonden heeft!”
God heeft jullie verbonden, jullie huwelijk is in de hemel gemaakt en je draagt als gehuwden het gezicht van Christus, je bent sacrament van zijn liefde en trouw. Ik weet niet of je daar dagelijks bij stil staat in de hectiek van een gewone of buitengewone dag – tussen de spreekwoordelijke potten en pannen van het alledaags gezinsleven, maar die werkelijkheid is wél de basis, de inhoud, de diepste betekenis van wie en wat jij bent en jullie voor elkaar zijn. Je bent sacrament van de liefde van Christus, die gezegd heeft: Niemand kan meer van je houden dan hij die bereid is zijn leven voor je te geven. Toen jullie je ja-woord uitspraken en de ringen uitwisselden heb je dat gedaan: je hebt je leven aan elkaar gegeven, alles wat je bent: je verleden en toekomst, je lichaam en je geest in het vertrouwen dat je veilig bent bij elkaar. Jullie hebben elkaar van God gekregen om elkaars geluk, in liefde en waarheid, te dienen – je bent elkaars hoeders. Wat jullie samen hebben is de vruchtbare – hopelijk niet onvruchtbare – grond waarin het nieuwe leven gezaaid wordt dat God geeft in de kinderen die je zijn toevertrouwd. Dat is veel – het is ontroerend – het is de schat van je leven, de parel die van zoveel waarde is dat je er alles voor te gelde maakt om die te kunnen kopen.
Geen enkele mens heeft zichzelf het leven gegeven, noch heeft hij de fundamentele kennis van het leven zelf verkregen. We hebben allemaal van anderen het leven gekregen en haar fundamentele waarheden en we zijn geroepen om de volmaaktheid te bereiken in relaties en liefdevolle gemeenschap met anderen. Het gezin, gebaseerd op de onontbindbaarheid van het huwelijk tussen man en vrouw, is de uiting van deze relationele, kindschap en gemeenschap en is de omgeving waarin de mens met waardigheid geboren wordt, opgroeit en zich geheel ontwikkeld. (Homilie 9 juli 2006 gezinsontmoetingsdagen) |
Dit geheim van je relatie, van je verbondenheid in Christus, vernieuw je als je deelneemt aan de viering van de Eucharistie en je opgenomen wordt in Jezus’ levensoffer – wat Hij voor jullie is, zijn jullie voor Hem door wat je bent voor elkaar. “Ga dan, zegt de Heer, en doe wat Ik gedaan heb!â€
Dus, verbondenheid, op elkaar afgestemd raken, is zoveel als: leven en dus levensbelangrijk! Van ons priesters wordt verwacht dat we dagelijks afstemmen op de Lieve Heer door het gebed van de Kerk te bidden, verbondenheid te hebben met de Schrift en de rijke traditie van de grote spirituele schrijvers door ons getijdengebed. We hebben de opdracht om af te stemmen op Jezus, als de goede Herder, vertrouwd te raken met zijn omgang met zijn leerlingen en de mensen die Hij in allerlei situaties ontmoette, zodat wat wij doen ook echt in Hem gebeurt. Ik vind dat net zo’n opdracht als jullie om af te stemmen op elkaar – de dagelijkse agenda dwingt tot zoveel, tijd lijkt er altijd wel te weinig te zijn, er zijn zoveel verwachtingen waar je aan moet voldoen (van anderen of van je zelf). Mijn ervaring is het wel, dat niet-afstemmen me afstompt. Ik loop langzaam maar zeker vast, wordt minder gedragen, vlakker, ontevredener, minder allert, open, inspirerend. Van jullie, gehuwden, wordt ook verwacht dat je afstemt op de Lieve Heer. Vooral als hij zich geeft in zijn vriendschap en naastenliefde. Je ziet hoe Jezus zijn aandacht heeft voor degenen met wie Hij optrekt: een mooi en ontroerend voorbeeld vind ik de ontmoeting van Jezus met Maria en Martha en Lazarus, vrienden bij wie Hij zich echt thuis weet. Ze delen hun verhalen met Hem en hun karaktertrekjes – Jezus gaat daarop in, heeft oog en oor voor wat hen beweegt en kan ze op een liefdevolle manier corrigeren (Martha, Martha wat maak je je toch druk om zoveel dingen … Geloven jullie dan niet in de verrijzenis?). Attentie – uit je hart openstaan naar de ander die je als levensgezel door God gegeven is om geluk te vinden door jezelf helemaal te geven, dat is jullie spiritualiteit, daarin vind je verbondenheid, kom je op verhaal en ben je afgestemd op de krachtbron.
Tijd is attentie – aanwezigheid
Het eerste wat je te doen hebt is om tijd te maken. Tijd maken is iets anders dan een cursus timemanagement volgen. Tijd maken wil zeggen: de tijd vullen met Gods aanwezigheid, present stellen, met “er-helemaal-zijn.” Tijd maak je als je onverdeeld bent in je aandacht – als je de kunst hebt aangeleerd om te luisteren – als je de ander helpt om te zeggen wat zij, wat hij wil zeggen – als je invoelend blijkt te zijn – snapt. Natuurlijk heb je voor deze tijd letterlijk tijd nodig – het is een fabel dat onze generatie meester is in multi-tasking en dat we dus alles tegelijk goed doen.
Inderdaad, in een gezond gezinsleven doet men de ervaring op van enkele fundamentele componenten van de vrede: gerechtigheid en liefde onder broers en zussen, de rol van het gezag, vertolkt door de ouders, liefdevolle bekommernis voor de zwakkere gezinsleden – de kleinste, de zieke, de oudere –, wederzijdse hulp waar het leven het vraagt, de bereidheid om de andere te aanvaarden en, indien nodig, te vergeven. Daarom is het gezin de eerste en onvervangbare opvoeder tot vrede. Het mag dan ook niet verwonderen dat familiaal geweld beschouwd wordt als bijzonder onduldbaar. Wanneer men het gezin beschouwt als de “grond- en levenscel van de samenlevingâ€, dan drukt men daarmee iets wezenlijks uit. Het gezin is ook daarom het fundament van de samenleving, omdat het de mogelijkheid biedt tot beslissende ervaringen van vrede. Daaruit volgt dat de mensengemeenschap niet kan voorbijgaan aan de dienst die het gezin haar bewijst. Waar zou de mens in zijn vormingstijd beter de onvervalste smaak van de vrede kunnen leren proeven dan in het oorspronkelijke “nest†dat de natuur voor hem heeft klaargemaakt? De woordenschat van het gezin is een vredeswoordenschat; daaruit moet men telkens weer putten, om het vredesvocabularium niet te verleren. Bij al de taalinflatie mag de samenleving de referentie naar die “grammatica†niet verliezen die elk kind leert via de gebaren en de blikken van zijn vader en zijn moeder, nog voor het die uit hun woorden leert. (BXVI, Boodschap wereldvredesdag 1 januari 2008) |
Dat blijkt gewoon niet zo te zijn. Als je én kookt, en aanwijzingen geeft waar de sportkleren liggen én een conversatie met je oudste op gang wilt houden over zijn ervaringen met een vervelende klasgenoot – had je dat gesprek beter niet kunnen aangaan. Tijd maken, aanwezig zijn voor de ander, voelt als liefde hebben, belangrijk gevonden worden, de moeite waard te zijn. Dát is waar het om gaat en op aankomt: in het gezin ben je als man en vrouw, als kind en ouder voor elkaar de eerste toegang tot wie de levende Heer is, voor wat liefde eigenlijk betekent. Dat doe je door oefeningen van vroomheid, kerkgang en andere lofwaardige en onmisbare manieren van geloofsvorming, maar in het sacrament van het huwelijk zijn jullie eerst en vooral elkaars toegang tot de levende Heer – je geeft elkaar de ervaring van de moeite waard te zijn, van “genade gevonden te hebben in Gods ogen.” Dat jij, met de woorden van de priesterschrijver Henri Nouwen, de parel bent in Gods hand. Net als Jezus ben je dat voor elkaar in de dagelijkse omstandigheden. Be connected – geef de liefde door die God voor je is en van je maakt!!
In een gezinsleven moet je keuzes maken voor elkaar. Je kunt elkaar niet tot leven brengen en verbonden zijn als je in een situatie bent gekomen waarin het meer overleven dan samenleven lijkt te zijn. Dat wil dus zeggen dat je inderdaad keuzes moet maken, dat je offers brengt om wat het belangrijkste voor je is, wat je als levensroeping en zegen van God gekregen hebt, echt waar te maken. De Parel waarover Jezus spreekt in zijn parabel is zo waardevol dat degene die hem ontdekt alles verkoopt wat hij heeft om deze te kunnen bemachtigen. Wat dat praktisch allemaal kan betekenen…. Anders of minder werken misschien – andere keuzes maken dan de omgeving als het gaat om de activiteiten waar de kinderen allemaal aan mee moeten doen – vakanties boeken die het gezin bij elkaar brengen – tijd maken om als gezin iets voor anderen te betekenen (door hulp, een goed werk…) – elkaar bevragen over de besteding van tijd en energie…
Gezin als voedingsbodem voor gelukt en gelukkig leven
Als je het geluk hebt om ouders te hebben met tijd voor je in de zin zoals ik die uitgelegd heb, ben je een gezegend mens. Iedere psycholoog kan je uitleggen wat het met je persoonlijkheid doet als je nooit de ervaring gehad hebt dat je ouders je echt hebben willen leren kennen en je liefhebben om wat en wie je bent. Je kunt er opstandig van worden of juist te volgzaam, je kunt er zwartgallig van worden of roekeloos optimistisch, je kunt er binnenvetter van worden of onuitstaanbaar uitgesproken. Achter veel gedragsproblemen zit het gevoel, terecht of onterecht, onbegrepen en niet bemind te zijn. Liefde is alleen werkzaam als ze onvoorwaardelijk is – geen condities vooraf stelt. Als ze voorwaardelijk is verkeert ze in haar tegendeel en wordt een vorm van machtsuitoefening gebaseerd op angst: de angst om iemand te verstoten, om niet meer in tel te zijn. De liefde van Christus is onvoorwaardelijk, en daarom heet ze genade. Met de woorden van de apostel van de liefde, Johannes: God heeft ons het eerst liefgehad. Hij heeft zijn leven voor ons gegeven in de hoop dat we zijn liefde zouden erkennen en vertrouwen. Dát is geen sinecure, en vraagt om een stuk zelfkennis die je tegelijk kwetsbaar en vrij maakt. Kwetsbaar, omdat je moet willen aanvaarden dat je een mens bent die anderen nodig heeft en vrij, omdat je daar niet voor schaamt of bang meer bent. Een gezin waarin ieder er voor de ander is, waarin je verbonden bent, is een gezin dat een gezonde psychische omgeving biedt voor ouders en kinderen om samen te groeien in echt mens-zijn, in heiligheid. Het gezin is bevoorrechte plaats waar de kunst van jezelf mogen zijn door je op anderen te verlaten als het ware spelenderwijze wordt aangeleerd.
Die kunst verstaan is onmisbaar voor een levend geloof: geloven is immers je verlaten op de Heer en Hem vertrouwen. Geloven is jezelf uit handen kunnen geven en daardoor je diepste wezen ontdekken: “Jij bent mijn zoon, mijn dochter van wie Ik zielsveel houd!” Kun je je voorstellen dat paus Johannes Paulus over het gezin sprak als over een kerk in huisformaat, een huiskerkje? Als we luisteren naar het Woord van God, als we de Eucharistie of een van de andere sacramenten vieren, laten we ons meenemen in genade, in de onvoorwaardelijke en dus verlossende liefde van de Heer die ons beweegt tot vertrouwen en een antwoord in dankbaarheid. God verlost ons in Christus door zijn onvoorwaardelijke liefde die ons steeds vooruitgaat – dat maakt je vrij, beschaamd misschien en deemoedig (denk aan Petrus die uitriep “Heer, ga weg van mij want ik ben een zondig mens”), maar wel vrij! De apostel Paulus heeft het niet voor niets op de wet gemunt als Hij geloof en genade prijst. De wet maakt je niet vrij, de wet herinnert je alleen maar aan je onmacht, je zonde. De wet is niets Gods instrument om je tot leven te brengen, ze is op zijn best een leerschool om je te laten zien dat je het niet alleen kunt, dat je opgetild moet worden door de liefde van de Heer die je draagt – in geloof en doop. Wees zelf volmaakt, zegt Jezus, zoals je hemelse Vader volmaakt is. Dát is onze opgave – voor mij als priester en voor jullie als man en vrouw, als ouders van je kinderen: onvoorwaardelijk liefhebben in waarheid – genade en verlossing meebewerken. Daarom maakt de wet ons niet vrij, zoals de apostel Paulus in alle toonaarden betoogt – maar het geloof! Het vermogen om je echt toe te vertrouwen aan de God die Jezus ons geeft als “abba, liefdevolle, vertrouwvolle, zegenende, Vader.” En dat is wat jij bent, man in het gezin! Jij draagt die naam van vader en zo beleven je kinderen je: je bent een heel gewoon mens met je beperkingen en iedereen die je kent zal je zo ook zien, behalve je kinderen. Die zien jou alsof je god bent. Troost je, dat blijft niet zo, want ze worden ook volwassen en weten dan wel beter, maar jouw aanvaarding, jouw zegen, jouw tijd, jouw geduld, jouw acceptatie van hun persoonlijkheden – ook met hun fouten, zonden, mislukkingen – is voor hen leven. Niet voor niets overigens wijst onderzoek uit, dat een vader met een persoonlijkheid die voorgaat in geloof de belangrijkste factor is voor kinderen om zelf als volwassene gelovig te kunnen leven. Voor jullie, vaders, heb ik dit woord van onze eerbiedwaardige paus Johannes Paulus:
De man, die op aarde het vaderschap van God zelf openbaart en vertegenwoordigt , is geroepen de eensgezinde ontwikkeling van alle leden van het gezin te garanderen; hij zal die taak vervullen door edelmoedige verantwoordelijkheid voor het leven dat ontvangen is onder het hart van de moeder, door ijverige inzet voor de opvoeding in samenwerking met zijn echtgenote , door arbeid die het gezinsverband nooit losser maakt, maar de samenhang en de stabiliteit van het gezin juist bevordert, door een getuigenis van volwassen christelijk leven dat de kinderen op werkdadige wijze binnenleidt in de levendige ervaring van Christus en van de Kerk. Fam. Cons. 25 |
Maar er is ook een moeder in het spel, en die wordt in de Bijbel ook genoemd, als Jesaia Gods trouw bezingt en zeg: kan een moeder haar kind ooit vergeten, en zelfs als zij dat zou kunnen, God vergeet u nooit! Denk eens aan de rol van Maria op de bruiloft van Kana. Zij is degene die wordt aangesproken, de deur naar Jezus. Zij spoort Hem aan en brengt Hem in beweging – haar zorg is niet alleen ‘verzorgend’ maar ook bevrijdend. Ze bevrijdt Jezus uit de angst om zichzelf te laten zien – ze spoort Hem aan en geeft Hem aan zijn identiteit, zijn missie, zijn persoon-zijn terug. Een echte moeder verstaat die kunst en is voor een kind als het leven zelf. Niet voor niets spreken we over moedertaal en moedergrond. Het moederschap is tegelijk ontvankelijkheid en presentie. Je ontvangt het leven van je kind, ervaart als eerste dat een tweede hart gaat kloppen in je eigen lichaam, de voorbode van een nieuw en verrassend leven. Je beaamt en voedt het nog voordat het zich kan voorstellen, het groeit in en van jou en je omgeeft het met een niet te herhalen intimiteit. En dat gaat met je mee, zolang als je leeft. Als een warme en volwassen persoonlijkheid geef je je kind intimiteit en geborgenheid die het bij niemand anders kan vinden – kan het “gewoon” zijn, helemaal los komen van wat moet en mag en zal. Vaak zijn de eerste woorden in een moeilijke situatie gevonden in de nabijheid van moeder, is zij degene die het vertrouwen inspireert om het hart te openen voor wat zwaar op de maag ligt. Dat vraagt om een kwaliteit van relatie waarin je als moeder een kind tegelijk kunt koesteren en los kunt laten – waar het ook heengaat, hoeveel dwaalwegen het inslaat – voor je kind ben jij degene die nooit zal loslaten. Daarom zijn moeders ook zo vaak de klos, worden spanningen op je afgereageerd, lijken ze je te willen vergeten, zoeken ze hun identiteit juist in confrontatie met jou. Want jij bent degene waarvan we weten – zij laat mij nooit los. En zo ben je, in je moederschap, een ervaring, een weg, naar het begrijpen en leven van Gods barmhartigheid – een woord dat in het Hebreeuws verwijst naar de intimiteit van de moederschoot.
Lieve vrienden, verbonden zijn – afgestemd zijn op elkaar – dat is het thema dat ons deze ochtend samenbrengt. Door gezin te zijn, tijd te maken die echte tijd is, leven jullie Christus. Je leeft Hem als je attent bent en de ander in je gezin zoekt als je persoonlijke doel – wederkerig. Je leeft Hem als je elkaar bevraagd en op het spoor houdt van een gezond en evenwichtig leven dat gericht is op het ontdekken en ontwikkelen van je talenten en uiteindelijk van je roeping en plaats in je leven en in gegeven situaties. Je leeft Hem als je met elkaar ’s morgens, ’s avonds, bij het eten een ogenblik de ogen sluit en de handen vouwt en kunt vragen om zegen, om vergeving, kunt danken en ruimte maakt in je gebed voor de noden van anderen. Je leeft Hem als je de agenda van je gezinsleven bepaald wordt door de zeven werken van barmhartigheid, in geestelijk en materieel opzicht. Een goede daad, een offer gebracht voor een ander, een gezamenlijk nagestreefd doel is een krachtig hulpmiddel om bezield verbonden te zijn.
Eucharistie als bron van leven
Velen van ons, zo verwacht ik, vinden een bron van kracht en inspiratie in de viering van de eucharistie. De zondagse kerkgang hoort bij ons patroon van leven en geeft ons een deel van onze identiteit – onze verbondenheid heeft niet alleen een horizontale dimensie, ze is gegrond en geworteld in de ervaring van genade. Hoe maak je je geloof tot een ervaring? Meer bijzonder, hoe kan de viering van de Eucharistie je helpen om af te stemmen op elkaar en het sacrament van het huwelijk in het gezin tot zijn volle vrucht en daarmee voor jullie en je kinderen tot zijn volle geluk te laten komen?
Ben je bekend met de dynamiek van de Eucharistie? Je deelt in een verschillende soorten van aanwezigheid van de Heer – ervaring van zijn nabijheid: in de geloofsgemeenschap die samen is gekomen, in het dienstwerk van de priester die de Levende Heer stem en hand geeft, in de ontmoeting met de lezingen uit de Bijbel die geestgeladen zijn en in het eucharistisch geloofsgeheim waarin de Heer zelf zijn verlossend lijden, sterven en verrijzen hernieuwt.
Deze vormen van aanwezigheid zijn evenzovele vragen en aanknopingspunten voor je. Laten we beginnen met de geloofsgemeenschap – de meesten zul je we wel kennen, als je regelmatig naar dezelfde kerk gaat. Hun levensverhalen zijn een soort van referentiepunt en kunnen geweldig helpen om toegang te houden tot je eigen belevenissen, gevoelens, vragen. Soms is er herkenning, soms is er een soort waarschuwing (die weg moeten wij niet opgaan), soms is er bemoediging, soms is er een ontdekking die je niet eerder en je je leven met meer inzicht aan je teruggeeft – gewoon door het samenzijn en opgenomen zijn in een gemeenschap van medegelovigen: ouder en jonger, in dezelfde situatie of in heel andere als jij zelf. Er zijn zoveel wegen naar God als er mensen zijn – uitspraak van onze paus Benedictus; door je verbondenheid met een geloofsgemeenschap laat je je verrijken door de wegen die anderen naar God gevonden hebben. Dat kan bezinnend en filosofisch op je uitwerken, maar ook heel praktisch zijn. Bijvoorbeeld: je lijkt je tienerdochter niet goed meer te kunnen bereiken, ze vindt de kerk vervelend worden en je ziet het aan haar gezicht af. Ze heeft een vriendin die ook naar de kerk gaat, komt bij deze mensen over huis die haar wél kunnen bereiken, omdat ze op een andere manier wordt aangesproken. Verbondenheid in de geloofsgemeenschap trekt je ook uit jezelf. Je wordt gevraagd om je aandacht te geven aan de verhalen en problemen van anderen, er zijn klussen die je samen te klaren hebt (bijvoorbeeld een kinderwoorddienst voorbereiden); mensen doen een beroep op je – enfin: jij en je gezin worden in en door de geloofsgemeenschap altijd ook uitgedaagd om tijd, geld, energie, talent of wat ook in te brengen en weg te schenken. Zo oefen je samen de liefde in. En wat te denken van het “elkaar verdragen?” God brengt je samen met mensen die je niet allemaal hebt uitgekozen en hij geeft ons aan elkaar – ook als sommigen van ons eerder een last zijn dan een lust door grote verschillen in karakter, interesse, manier van reageren etc. Kern is dat de geloofsgemeenschap als presentie, als aanwezigheid van de levende Heer (waar twee of drie in mijn Naam aanwezig zijn…), de aanwezigheid van de Heer in je persoonlijk- en gezinsleven doet oplichten, versterkt, verdiept, inderdaad: verbindt.
De priester zou een graag geziene gast willen zijn in de gezinnen. We kunnen daar romantisch over doen, maar de werkelijkheid voor een gemiddelde priester is dat zijn agenda geen ruimte laat voor systematisch huisbezoek. Aan heilige huisjes heb je niets: allemaal leuk en gezellig dat ene gezin, maar je bent als priester herder voor allen en die betekenis mag je niet verliezen. Ergens graag zijn, uitpuffen, je zelf zijn, je laten gaan, dat kun je als priester niet goed doen bij gezinnen waar je een pastorale relatie mee hebt. In de viering van de zondag echter ben je als priester degene die in het midden van de geloofsgemeenschap stem en gezicht geeft aan de Goede Herder. Voor je gezin betekent deze ontmoeting in de liturgie en mogelijk daarnaast of in andere situaties, een uitnodiging en kans om gevoed te worden door de verkondiging, de het geloofsgetuigenis dat uitgaat van de manier van voorgaan, maar ook door de affectieve band die tussen gemeenschap en priester zou moeten bestaan.
Krachtens deze bediening van de opvoeding zijn de ouders door het getuigenis van hun leven de eerste herauten van het Evangelie voor de kinderen. Bovendien, door met de kinderen te bidden, zich met hen te wijden aan de lezing van het Woord Gods en hen op te nemen in het innerlijke eucharistisch en kerkelijk Lichaam van Christus door middel van de christelijke inwijding, worden zij volledig ouders, d.w.z. verwekkers niet alleen van het lichamelijk leven maar ook van het leven dat door middel van de vernieuwing van de Geest ontspringt aan het kruis en de verrijzenis van Christus. Familiaris Consortio 39 |
De priester staat als ikoon van de liefde van de Heer, die broeder is en Vader, die raadsman kan zijn en zieleherder; in intieme gesprekken of in sessies waarin je rond onderwerpen leert en deelt. De viering van de Eucharistie geeft de priester zijn gezicht en leert je gezin dat je steeds leerling blijft van de Heer Jezus; je komt niet ver met eigen wijsheid alleen.
Wat voor plaats heeft Gods Woord in jullie huwelijks- en gezinsleven? De protestantse traditie van het lezen van de Bijbel voor of na tafel is bij ons nooit gemeengoed geworden en is ook daar aan erosie onderhevig. Mijn ervaring is dat de huwelijksbijbel voor jaren onaangeroerd blijft in de boekenkast – ik herinner me een veertigjarig huwelijksjubileum. Het bruidspaar wees me op hun huwelijksbijbel, zo’n Nieuw Testament uit het eind van de jaren zestig. Het was de eerste keer dat dit boek openging. Als we volwassen katholieken willen zijn, met andere woorden, als we in de volle vrijheid van de Geest willen onderscheiden waar onze plicht, onze roeping, de richting die de Heer wijst in ons leven ligt, dan moeten we ook bekend zijn en kunnen luisteren naar de Schrift. Er zijn goede spirituele technieken om de Bijbel tot een levend boek te maken: denk aan het overwegen over de dag heen van één bepaalde zin of aan de praktijk van wat we noemen lectio divina (dagelijks lezen van een klein gedeelte van een bijbelboek in een rustige, biddende omgeving waarin je samen of alleen spontaan associeert en ervaart dat de Geest tot de Geest spreekt). De Bijbel geeft je feeling met de oorspronkelijke apostolische verkondiging, de profetische verkondiging, de openbaring van God op Sinaï, in de Schepping. Gods wereld gaat voor je open als je de Bijbel leest en een plaats geeft in je persoonlijk en gezinsleven – dat inzicht moet groeien.
In de Eucharistie vindt de Bijbel zijn eigen en meest natuurlijke plaats – in de omgeving van de eredienst vinden de verhalen die zijn opgetekend hun oorsprong en daar klinken ze in een gepriviligeerde omgeving: beluisterd in de geloofsgemeenschap, hernomen in de geest en opnieuw tot leven gebracht door de priester in zijn preek, beaamd in de geloofsbelijdenis en gevierd in het levensoffer van de Heer. Wat je tenminste zou kunnen doen is de avond voordat je naar de zondagsmis gaat een keer via internet of anderszins de lezingen van die zondag doorlezen en er misschien even met elkaar over spreken. Hoe dan ook: in de eucharistie gaat God zelf een dialoog met ons aan als Vader, Zoon en heilige Geest, in de werking van de geïnspireerde schriften. Om ze zo te kunnen ervaren is wel wat geduld, kennis, uitleg, studie misschien nodig. Maar wat weerhoudt je?
Alles wat je hebt en bent leg je op de tafel van de Heer. In de inzameling van de offergaven heb je als gezin je concreet geoefend in solidariteit. Denk alleen eens aan de waarde die het heeft als je je kinderen leert om van hun eigen zak- of verjaardagsgeld iets te geven in de collecte. Maar het gaat om veel meer. Wat jij en jullie samen zijn, je mooie en minder mooie woorden, daden, gedachten, je geeft in de offerande alles uit handen. Je legt jezelf om het zo te zeggen op de pateen, bij het brood. In de dynamiek van de eucharistie, in het hele gebed van lofprijzing aan God, bidden om de Geest, de consecratie en de gebeden voor de hele kerk, worden jij en je gezin meegenomen en opgetild tot voor het aangezicht van de Vader. Daar spreekt Jezus voor je, neemt Hij alles van je af en geeft je aan jezelf terug: als je de vrede wenst en de H. Communie ontvangt, ontvang je je Heer die als vernieuwende en helende kracht, als Geest, je doortrekt en je huwelijk als ware helemaal opnieuw schept. De communie met de Levende Heer is de diepste waarde en waarheid van je huwelijksrelatie en die wordt ten volle aan het licht gebracht als je de Heer zelf in zijn gaven ontvangt. Zo bouwt genade je op – en dat is niet iets buitensporigs, buitenaards, zo buitengewoon dat het niet meer reëel is of zo voor ‘gewone’ mensen. Dit is wat we noemen “het geheim van het geloof’ en is jouw geheim, jouw laatste en meest kostbare waarheid. Als je je dit een beetje bewust kunt zijn, er een inspanning van maakt om alles los te laten en over te geven – als je het aandurft om op die liefde te vertrouwen die je geloof warm en hartelijk maakt en jou in alles wat je te doen en te dragen hebt toch een gezegend mens laat voelen, dan is de eucharistie op zondag geen plicht meer maar een voorrecht dat je niet kunt of wilt missen. En je kinderen zullen dat aan je merken. Niet alleen omdat je vroom en intens kunt bidden, maar omdat ze jullie door de eucharistie zien groeien in vrijheid, mens-zijn, begrip, moed, prudentie, wijsheid, liefde.
Afsluiting
Het IHGO probeert om ons verbonden te houden – als gezinnen – als gelovige mensen – als generaties – als priester en gelovigen samen. Dat is geen onbelangrijke bijdrage aan de Kerk. We weten allemaal dat we een betekenisvol gezinsleven vol proberen te houden in een omgeving die daar weinig of geen support aan kan geven. Trouw wordt als ouderwets gezien – individualisme als hoogste waarde verzwakt het samenleven en het vermogen om in te leveren voor elkaar – verbondenheid van gezinnen in de grotere verbanden van kerk, school, familie is in de cultuurkring van de autochtone Nederlanders bijna vreemd geworden. Daarom hulde aan ons IHGO, dat ons een hand wil toesteken en verbindingen maakt in kleine en grotere verbanden en jullie, gezinnen van nu, een hart onder de riem steekt en een omgeving biedt om te groeien aan en met elkaar. De oproep van paus Johannes Paulus II aan de kerk en de gezinnen in 1981 moge het IHGO blijvend bezielen en richting geven:
Wat in onze hedendaagse cultuur grondig hersteld moet worden, is de verbondenheid met de goddelijke wijsheid. Iedere mens heeft deel aan die wijsheid door Gods scheppingshandelen. En alleen door trouw aan deze verbondenheid zullen de gezinnen van onze tijd in staat zijn een positieve invloed uit te oefenen op de opbouw van een meer rechtvaardige en broederlijke wereld. FC 8 |
Matthieu Wagemaker pr
27 september 2008