Dat kinderen op veel te jonge leeftijd worden klaargestoomd voor de kenniseconomie, "heeft een averechts effect op hen". Dat stelt Sieneke Goorhuis-Brouwer, bijzonder hoogleraar Spraak- en Taalstoornissen bij het Universitair Medisch Centrum Groningen. Dat kinderen op veel te jonge leeftijd worden klaargestoomd voor de kenniseconomie, "heeft een averechts effect op hen". Dat stelt Sieneke Goorhuis-Brouwer, bijzonder hoogleraar Spraak- en Taalstoornissen bij het Universitair Medisch Centrum Groningen.
"Veel kinderen raken overprikkeld of ontwikkelen een fundamentele onzekerheid die zich uit in allerlei vormen van afwijkend gedrag. Er worden bij ons steeds meer gezonde kinderen aangemeld met vermeende ontwikkelingsproblemen."
Volgens de hoogleraar is "de basis niet dat een kind al op heel jonge leeftijd leert lezen, maar dat het emotionele stabiliteit ontwikkelt en de eigen persoonlijkheid maximaal kan ontplooien. Als dat laatste gebeurt, leren kinderen vervolgens alles wat ze aangeboden krijgen." Volgens haar is het probleem dat het onderwijs zich vanaf het vroegste moment vooral op het latere schoolsucces richt. "En dat gaat helemaal voorbij aan de eigen ontwikkeling van kinderen."
Goorhuis-Brouwer trekt een parallel: "Als we het over voeding en veiligheid van kinderen hebben, weten we precies hoe dat allemaal moet. We geven een jonge baby echt geen boerenkool met worst. In het onderwijs doen we dat wel, in overdrachtelijke zin. En dan zijn we nog verbaasd dat het kind, ook weer in overdrachtelijke zin, darmstoornissen krijgt!"
Het aantal kinderen met gedragsproblemen neemt hand over hand toe. De scholen voor speciaal basisonderwijs zitten voller dan ooit, constateert de Groningse hoogleraar, "maar niemand vraagt zich af of dat misschien ook iets te maken heeft met ons onderwijssysteem. Je kunt peuters niet behandelen alsof het al echte leerlingen zijn. Neurologisch zijn ze daar nog helemaal niet klaar voor". (rug/KN)