“Cecile, Chiara en Denise, handjes wassen! We gaan aan tafel!”, roep ik. Het is zondagavond en papa heeft zich culinair uitgeleefd in de keuken en wat lekkers gekookt. Een kopje soep om mee te beginnen, een lasagna uit de oven en een toetje. Ik heb er wel zin in, maar bij de geroepen dames is er nog geen spiertje dat in actie komt.
“Cecile, Chiara en Denise, handjes wassen! We gaan aan tafel!”, roep ik. Het is zondagavond en papa heeft zich culinair uitgeleefd in de keuken en wat lekkers gekookt. Een kopje soep om mee te beginnen, een lasagna uit de oven en een toetje. Ik heb er wel zin in, maar bij de geroepen dames is er nog geen spiertje dat in actie komt. Denise ligt met Chiara languit voor de tv een dvd'tje van Winnie de Pooh te kijken en Cecile is druk aan het tekenen. Vooral de knop van de tv hanteren is lastig. Nou ja, aanzetten lukt ze prima, maar uitzetten, dat gaat gewoon niet. Dus doe ik dat. “Handjes wassen en aan tafel komen zitten!”, herhaal ik. Chiara en Cecile komen langzaam in actie. Je zou je bijna afvragen of ze wat aan hun oren hebben. Ik heb het weleens getest door te roepen: “Wie komt er ijs eten?” Dat horen ze dan weer wel. Wonderbaarlijk, niet?
Zelf vond ik het ook altijd moeilijk te gehoorzamen. Vooral ‘kamer opruimen' vond ik een ramp. “Straks”, zei ik dan, totdat mijn moeder boos meldde dat het nú moest. Toen ik als kind op een dag toch wel wilde weten waarom ik altijd moest gehoorzamen, koppelde mijn moeder daar een geloofsles aan die diepe indruk maakte. “Als je niet leert mij te gehoorzamen, kun je later ook niet aan God gehoorzamen en word je hoogmoedig: ‘Ik maak het zelf wel uit!'” Dat was wel het laatste wat ik wilde. Stel je voor zeg, niet naar God luisteren. Hoe dom kan een mens worden? Daarnaast koppelde moederlief een straf aan mijn ongehoorzaamheid: als jij niet luistert, zit jij met de consequenties. Geen kamer opruimen? Dan vanavond ook geen kinderprogramma op tv kijken.
Terwijl we allemaal aan tafel schuiven, blijft een stoel leeg. Denise, die lekker languit op de grond bleef liggen na alle verzoeken in actie te komen, is nog aan het rommelen bij het kraantje op het toilet. Ondertussen staat de soep koud te worden en zitten wij zuchtend te wachten. Geen consequenties voor haar dus, maar vooral voor ons. Zij maalt niet om koude soep. “Weet je wat, we beginnen gewoon met bidden”, stel ik voor aan Edwin. En dus beginnen we met ons dankgebed voor het eten.
Boos en huilend komt Denise naar binnen gestoven. “Jullie moeten wel op mij wachten! Want ik vind Jezus óók de allerliefste hoor!” Dat had ik haar nog nooit zo horen zeggen. Haar buitensluiten bij het bidden was toch wel een heel foute 'straf' voor haar ongehoorzaamheid. Dus hebben we nog maar een keer de handen gevouwen en samen met haar Jezus gedankt voor het eten. Dan maar koude soep.