Nederlandse kinderen tussen 2 en 7 jaar krijgen volgens de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit niet te veel kunstmatige zoetstoffen binnen, maar wel te veel zout. Bij 2- tot 4-jarigen zou dat 40 procent te veel zijn, bij 4 tot 7-jarigen 30 procent. Nederlandse kinderen tussen 2 en 7 jaar krijgen volgens de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit niet te veel kunstmatige zoetstoffen binnen, maar wel te veel zout. Bij 2- tot 4-jarigen zou dat 40 procent te veel zijn, bij 4 tot 7-jarigen 30 procent.
Dit blijkt uit onderzoek van het bureau Risicobeoordeling van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) in samenwerking met RIVM. Voor het eerst is in Nederland onderzoek gedaan naar de zoutinname bij peuters en kleuters.
Bloeddruk
Voor peuters en kleuters is het ongezond als zij op een dag meer dan 3 respectievelijk 4 gram zout binnenkrijgen. Het onderzoek van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) laat zien dat peuters zo'n 4,3 gram binnenkrijgen en kleuters 5,1 gram. Het grootste aandeel van deze zoutinname komt van brood, melk, yoghurt, kaas en bewerkt vlees. Naar schatting is 25% van de inname afkomstig van toegevoegd zout bij koken of aan tafel. Volwassenen doen het niet veel beter: zij eten ongeveer 9 à tien gram per dag, waar dat maar 6 gram zou mogen zijn. Te hoge zoutinname door kinderen kan leiden tot een te hoge bloeddruk op latere leeftijd.
Voorlichting
Behalve voor brood zijn er geen wettelijke eisen voor het zoutgehalte van levensmiddelen. De levensmiddelenindustrie werkt aan het geleidelijk verlagen van de hoeveelheid toegevoegde keukenzout in bedrijfsmatig bereide levensmiddelen. Vanwege het effect op de smaak wordt de verlaging van het zoutgehalte stapsgewijs uitgevoerd.
Het bureau Risicobeoordeling van de VWA adviseert het beleidsverantwoordelijke ministerie onder andere om meer voorlichting te geven over het verminderen van zoutinname door kinderen. Daarnaast moet het etiket duidelijker zijn over de hoeveelheid zout, zodat consumenten een bewustere keuze kunnen maken.
Niet te zoet, maar..
Kinderen eten dan wel niet te zoet, toch wordt aangeraden het aantal glazen light frisdrank, siroop en yoghurtdranken te beperken. Op de site van de VWA staat: "Kinderen van twee tot zeven jaar krijgen niet te veel zoetstoffen binnen. Dit blijkt uit het onderzoek van het bureau Risicobeoordeling van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Steeds vaker worden zoetstoffen aan levensmiddelen toegevoegd. Het is daarom belangrijk te meten of de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) niet wordt overschreden. Een ADI is de hoeveelheid van een voedseltoevoeging die dagelijks kan worden ingenomen gedurende het hele leven zonder een gezondheidsrisico te veroorzaken.
Tandpasta
58 procent van de twee tot zeven jaar oude kinderen consumeren kunstmatig gezoete levensmiddelen. De belangrijkste bronnen zijn yoghurtdranken, siropen, frisdranken en supplementen zoals vitaminepreparaten. Daarnaast krijgen bijna alle kinderen zoetstof binnen via tandpasta.
Bij kinderen is vaak sprake van een gelijktijdige blootstelling aan meerdere soorten zoetstoffen. Het is niet wetenschappelijk vastgesteld of mengsels van zoetstoffen een nadelig gezondheidseffect kunnen hebben. Gezien de toenemende populariteit van zoetstoffen adviseert het bureau Risicobeoordeling het beleidsverantwoordelijke ministerie hier onderzoek naar te doen."
Op de website van het Voedingscentrum staan richtlijnen over een verantwoorde consumptie van zoetstoffen door kinderen. Het bureau Risicobeoordeling van de VWA oordeelt en adviseert wetenschappelijk onderbouwd over mogelijke bedreigingen van de voedsel- en productveiligheid, diergezondheid en dierwelzijn. De onafhankelijke uitoefening van deze opdracht is geregeld in de Wet Onafhankelijke Risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit die in 2006 door het parlement is aangenomen.