Kinderen eten hun groenten het liefst knapperig en zonder bruine plekjes. Ook vinden ze het fijn om te kiezen vóór het eten. Die conclusie staat in een onderzoek van de Wageningse Universiteit.
Kinderen eten hun groenten het liefst knapperig en zonder bruine plekjes. Ook vinden ze het fijn om te kiezen vóór het eten. Die conclusie staat in een onderzoek van de Wageningse Universiteit.
Onderzoekster Gertrude Zeinstra zocht uit welke argumenten voor kinderen belangrijk zijn om al of niet groente te eten. Op 22 januari promoveert zij op basis van dit onderzoek. Als er op hun groente bruine plekjes zitten vinden kinderen dat vies, aldus Zeinstra. Het mondgevoel is voor kinderen ook belangrijk. "Ze waarderen knapperige groenten meer dan glibberige. Dat zou kunnen komen omdat hun tanden en kaakspieren nog in ontwikkeling zijn en ze minder controle hebben op het spul dat in hun mond zit."
Mondgevoel
Nieuw aan het onderzoek van Zeinstra is dat ze de voedselvoorkeur heeft gerelateerd aan cognitieve ontwikkeling. "Meestal worden basisschoolkinderen als een homogene groep gezien, maar ze maken in die tijd een grote ontwikkeling door. Kinderen van 4 tot 6 jaar delen groente en fruit in op kleur en vorm. Bij de waardering voor groenten zijn vooral het uiterlijk en het mondgevoel belangrijk. Kinderen van 11 en 12 daarentegen sorteren bijna alleen op abstracte kenmerken. Bij hen is de smaak doorslaggevend voor het wel of niet lekker vinden van groenten."
Sfeer
Ook van invloed zijn de sfeer aan tafel en de keuzevrijheid die kinderen krijgen van hun ouders. Uit onderzoek met vragenlijsten bij ouders bleek dat kinderen fruit vaker mogen kiezen, terwijl bij groente juist vaker druk wordt gebruikt. Zeinstra vroeg zich af of kinderen meer groente gaan eten als ze meer keuze hebben. Ze haalde 303 kinderen met een ouder naar het Restaurant van de Toekomst. Sommigen mochten vooraf hun groente kiezen. Dat vinden ze wel fijn maar het had geen invloed op de hoeveelheid groente die ze aten. Toch vermoedt Zeinstra dat kinderen die steeds mogen kiezen, uiteindelijk wel meer groenten gaan eten. Eerder onderzoek van Zeinstra ging over gezichtsuitdrukkingen en smaak.
(Food Holland)