Verdrietige beerMijn vrouw en ik zaten samen te ontbijten op zaterdagochtend. Koffie erbij. Krantje lezen. Onze jongens sliepen nog wat uit deze eerste dag van de kerstvakantie. Ik werd getroffen door enkele passages van een vier pagina’s groot artikel in het AD van 21 december 2013, over die vader die in april van afgelopen jaar, zijn twee kinderen vermoordde, verstopte en zelfmoord pleegde. Mijn vrouw en ik zaten samen te ontbijten op zaterdagochtend. Koffie erbij. Krantje lezen. Onze jongens sliepen nog wat uit deze eerste dag van de kerstvakantie. Ik werd getroffen door enkele passages van een vier pagina’s groot artikel in het AD van 21 december 2013, over die vader die in april van afgelopen jaar, zijn twee kinderen vermoordde, verstopte en zelfmoord pleegde.

Verdrietige beerDe samengestelde “gezins-” situatie die daaraan vooraf ging was de volgende: Vader Jeroen had een 13 jarige relatie met moeder Iris. Vervolgens een vechtscheiding van 4 jaar. De twee jongens Ruben en Julian zijn hun kinderen. De vader heeft daarna een relatie met Esther. Zij is gescheiden en heeft zelf twee kinderen. Verschillende regelingen voor verblijf van Ruben en Julian zijn getroffen. Dan weer bij moeder Iris, dan weer bij vader Jeroen alleen en later bij vader Jeroen en vriendin Esther met haar twee kinderen samen.

Esther geeft een interview ruim een half jaar nadat Jeroen zichzelf en zijn zoontjes van het leven beroofde. Ze eindigt haar verhaal met de wens dat zij hiermee andere ouders en kinderen zal helpen. Dat ze lering trekken uit dit drama.

Al reflecterend en biddend las ik het verhaal. Enkele citaten verspreidt door het hele verhaal troffen mij en ik haal ze hierna maar aan. Het zegt wat over de (afwezigheid van) de relatie tussen ouders onderling; tussen ouders en kinderen en tussen ouders, kinderen en de maatschappij.

Een citaat uit haar verhaal over de relatie tussen ouders onderling:

“Iris werkt niet mee aan het afhandelen van financiële zaken en werkt tegen met de omgangsregeling van de kinderen. Ze weet dat het buitenspel zetten van de zorg voor de kinderen de zwakke plek is van Jeroen” … Jeroen sprak uit “dat hij geen papa meer mocht zijn.”

Twee citaten uit haar verhaal over de relatie van de ouders samen en hun kinderen:

“De vader strafte zijn kind omdat het vervelend was. Het kind vertelt het aan de moeder. Zij doet aangifte bij de politie en de instanties.”

“De kinderen voelen zich in beide huizen onveilig. En die onveiligheid is structureel.”

Enkele citaten uit de relatie van ouders en kinderen en de maatschappij, voor wat betreft de instanties:

“Alle beschuldigingen van de vader, ook al was er geen bewijs voor, worden overgenomen in rapporten, die van instantie naar instantie gaan.”

“We waren uren per dag bezig om alle rapporten kritisch te lezen en te beantwoorden.”

“Elke keer moest hij opnieuw zijn verhaal vertellen en zich bij voorbaat verdedigen.”

“Er zijn veel hulpverleners en instanties betrokken bij een vechtscheidingsproces. Niemand pakt de regie.“

Esther zelf zegt ook iets over hoe zij die maatschappelijke hulp van instanties ervaart:

“Vele vragen spoken door je hoofd. Antwoorden blijven uit. Die krijgt je niet van de Instanties.”

Om met deze laatste opmerkingen verder te gaan: zou Esther wel van iemand antwoorden kunnen krijgen? Laten we nu eens kijken naar enkele teksten van de lezingen uit de H. Schrift met Kerstmis. De grote profeet Jesaja verkondigt in de Kerstnacht: “Het volk dat in het donker wandelt, ziet een groot licht; een licht dat straalt over hen die wonen in het land van doodse duisternis … voor Uw aanschijn zijn zij vol vreugde … want het juk dat zwaar op het volk drukte … Gij hebt ze stuk gebroken.”

St Paulus vervolgt in zijn brief aan Titus: “Dierbare, de genade van God, bron van heil voor de mensen, is op aarde verschenen. Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken … terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop … Christus Jezus. Hij heeft zichzelf voor ons gegeven (door zijn kruisdood, red.) om ons van alle ongerechtigheid te verlossen en ons te maken tot zijn eigen volk.”

En dan het evangelie van eerste Kerstdag: “In Hem (Christus, red.) was leven, en dat leven was het licht der mensen. En het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan … het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld … en toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaarden Hem niet.”

Dat niet erkennen van Christus zien we ook in de grootste krant van Nederland die groot opent met de titel “Kerst Keerpunt”. Als Christen denk je nog even “nou zal de krant iets zeggen over dat Licht dat in de duisternis schijnt en iedere mens verlicht.” Maar het artikel gaat over de Nederlandse economie die steeds meer lichtpuntjes ziet. En in de speciale Kerstbijlage vat een van de hoofdpersonen uit de artikelen de inhoud van Kerstmis en tevens van die gehele Kerstbijlage samen: “Kerst in Nederland? Dat is gourmetten, cadeaus onder de bomen daarna snotteren bij de kerstspecial van All you need is love.”

Het evangelie van de eerste Kerstdag vervolgt: “aan allen die Hem wel aanvaarden, aan hen die in zijn Naam geloven, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden … niemand heeft ooit God gezien, de eniggeboren God (Christus, red ) … Hij heeft Hem doen kennen.”

Ook in het evangelie van Kerstnacht zien we de bijzondere verkondiging tijdens de allereerste Kerstnacht aan herders die bij hun kudde waren in het open veld. Engelen verkondigen aan hun de vreugdevolle boodschap: “Heden is U een Redder geboren, Christus de Heer.” De herders zijn direct naar dat Kerstkind in de kribbe, het mensgeworden goddelijk Kind gegaan. En ook de drie wijzen, drie koningen uit het oosten zijn gekomen. En ook vele mensen in de geschiedenis hebben hun heil bij Christus gezocht en gevonden. Ze hebben in Hem geloofd. Een van de apostelen antwoordde op de vraag van Jezus of zij soms van Hem weg willen gaan. De apostel antwoordde zeer realistisch: “Heer, tot wie zouden wij anders gaan.” En dat geloof ik, dat lees ik in de krant en zie ik om mij heen. Buiten God is er zeker geen heil. En ik geloof: bij Hem wel!

Ik was begonnen de vaatwasser uit te ruimen. “Je zou een verhaal kunnen schrijven voor de website over dat artikel in de krant, in het kader van het Kerstkind” opperde mijn vrouw. Ik sprak mijn gedachten hardop tegen haar uit: het is al laat in de ochtend geworden. Ik zou met een van onze zonen naar de sportschool gaan. Daarna zou ik met een van de andere jongens een nieuw bed gaan kopen. En op het einde van de middag bij gelegenheid van het komende kerstfeest zouden we gaan biechten. “Tsja dat is nu het nadeel van onze gezinssituatie. Ik kan geen verhaal opschrijven. Zoiets opschrijven moet je meteen op het moment zelf doen. Daarna vervliegt het. “ Nou, ga jij het maar opschrijven. Zet de computer maar aan” zei mijn vrouw. “Het duurt toch nog wel even voordat onze zoon gegeten heeft en klaar is voor de sportschool en dan zal ik de vaatwasser verder wel uitruimen. “Goed dan”.

Ik schrijf dit artikel. Om het Kerstkind in Nederland betekenis te geven. Het licht te laten schijnen in de duisternis. Wat overeenkomt met het motief van Esther om haar interview aan het AD te geven: “dat hiermee andere ouders en kinderen geholpen mogen worden. Dat ze lering trekken uit de hoopvolle boodschap van Kerstmis drama.”