De jeugdgezondheidszorg kampt met een groot tekort aan gespecialiseerde artsen. Jeugdartsen zijn er niet op getraind problemen bij jonge kinderen te ontdekken. De jeugdgezondheidszorg kampt met een groot tekort aan gespecialiseerde artsen. Jeugdartsen zijn er niet op getraind problemen bij jonge kinderen te ontdekken.
Dit blijkt uit onderzoek van het Capaciteitsorgaan dat eind vorige week verscheen. “Basisartsen die net uit de schoolbanken komen, hebben slechts een korte cursus gevolgd en zijn er te weinig op toegespitst kinderen die meer aandacht nodig hebben, uit groepen gezonde kinderen te pikken”, zegt Henk Leliefeld, directeur van de organisatie die de tekorten in beeld brengt. “Die artsen moeten allerlei risico's in de gaten houden en de kinderen volgen.”
Volgens Hetty van Velzen, die artsen tot jeugdarts opleidt bij TNO in Leiden, kan dat ervoor zorgen dat problemen niet vroeg genoeg worden opgespoord. “De jeugdgezondheidszorg wordt steeds complexer. Een jeugdarts moet een afwijkende ontwikkeling kunnen opsporen, zoals scheel kijken, slecht ontwikkelde heupen of overgewicht. Basisartsen kijken vooral naar medische aspecten en niet naar de gezinssituatie, of hoe een advies overkomt.” Van Velzen tekent daarbij wel aan, dat veel artsen in de praktijk het signaleren wel hebben geleerd.
Om het probleem tegen te gaan moeten veel meer basisartsen zich specialiseren in de jeugdgezondheidszorg, schrijven de onderzoekers van het Capaciteitsorgaan. Volgens manager Jeugdgezondheidszorg Ine Eijdems worden de werkzaamheden vaak onderschat. “Het werk op een consultatiebureau omvat veel meer dan het nakijken van de oogjes en oortjes van gezonde baby's. Want dat beeld heeft men van ons. Ook veel geneeskundestudenten zien het zo.”
Het zijn juist vaak de consultatiebureau-artsen die verwaarlozing, mishandeling en psycho-sociale problemen bij kinderen signaleren. De GGD's en thuiszorgorganisaties die de controle op jonge kinderen verzorgen, willen de komende jaren meer gespecialiseerde artsen in dienst nemen. In 2000 had de GGD nog 75 procent gespecialiseerde artsen, vorig jaar was dat 50 procent. Bij de Thuiszorg schommelt het percentage rond de 6 procent. In 2019 willen beide instellingen 83 procent specialisten in huis hebben. (ND/KN)