Jaguar“Mama, vandaag is er wat vervelends gebeurd”, vertelt Cecile als ik met haar wil gaan bidden voor het slapengaan. “Vandaag zei Sofie (het overbuurmeisje): ‘Ik heb mijn kleurplaat veel mooier ingekleurd dan jij!’ Dat vond ik helemaal niet leuk.” Twee trieste oogjes kijken me aan. “Nou, dat is ook niet aardig van haar”, zeg ik meteen, terwijl mijn moederhart al een beetje pijn doet.

“Mama, vandaag is er wat vervelends gebeurd”, vertelt Cecile als ik met haar wil gaan bidden voor het slapengaan. “Vandaag zei Sofie (het overbuurmeisje): ‘Ik heb mijn kleurplaat veel mooier ingekleurd dan jij!’ Dat vond ik helemaal niet leuk.” Twee trieste oogjes kijken me aan. “Nou, dat is ook niet aardig van haar”, zeg ik meteen, terwijl mijn moederhart al een beetje pijn doet.
 

Jaguar Cecile is zo’n lief meisje dat niet altijd even goed gewapend is tegen kinderen met een scherpe tong. Nou is dat ook niet mijn sterkste kant, maar inmiddels heb ik wel geleerd mijn grenzen aan te geven. Ooit zei iemand tegen me: “Er is bijna niets zo slecht voor een mens als in een slachtofferrol te zitten.” Dat heb ik in mijn oren geknoopt en dus blijven er in mijn ogen twee mogelijkheden over als een ander onaardig is: me beroerd voelen of toch ferm de grens aangeven, ook al vind ik dat eigenlijk moeilijk.

In het verkeer heb ik met dat laatste echter geen enkel probleem. In mijn kleine grijze autootje voel ik me fijn anoniem en als er dus een grote boze Jaguar agressief claxonneert, kan mijn toetertje héééél lelijk terug doen. Dan kook ik van binnen en loop nog lang mopperend door het huis. Het allerlaatste waar ik op zo’n moment aan denk, is ‘vergeving’. Wat denkt die vent met z’n patserige auto wel?!

Net als ik met Cecile wil gaan bidden voor haar verdriet, schiet me ineens te binnen wat Jezus gezegd heeft over mensen die je pijn doen: “Zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen” (Lucas 6,28). Menselijkerwijs is het een beetje belachelijk, want onze emotie zint op wraak. In mijn ogen is dit dan ook heiligheid voor gevorderden en het lijkt me veel en veel te moeilijk voor mijn zevenjarig meisje. Maar goed, het is toch belangrijk dat Cecile leert wat Jezus hierover zegt en dus besluit ik het uit te leggen: “Weet je, Jezus vraagt eigenlijk van ons te bidden voor mensen die ons pijn doen”, om er in één adem aan toe te voegen: “Maar dat is wel ontzettend moeilijk natuurlijk.”

“Nou, dat moeten we dan maar doen”, zegt Cecile meteen, en vouwt haar handen al. Ik val bijna van mijn stoel van verbazing.  En dus bidden we samen voor Sofie die Cecile pijn heeft gedaan en vragen we of Jezus haar wil zegenen. Precies zoals Hij gevraagd heeft. Blij gaat Cecile slapen, terwijl haar moeder vol ontzag voor haar dochter de trap afloopt. Waarschijnlijk bedoelde Jezus dit toen Hij zei dat we moesten worden als kinderen. Alleen al deze vergevingsgezindheid, daar kan ik van leren. Dus tja, vooruit Heer, zegen die Jaguarbestuurder maar…