VerloskundeDe hoge babysterfte in ons land heeft te maken met een slechte overdracht van patiënten tussen verloskundigen en gynaecologen. Die beroepsgroepen moeten beter gaan samenwerken. Dat concluderen onderzoekers van het UMC Utrecht. De hoge babysterfte in ons land heeft te maken met een slechte overdracht van patiënten tussen verloskundigen en gynaecologen. Die beroepsgroepen moeten beter gaan samenwerken. Dat concluderen onderzoekers van het UMC Utrecht.

VerloskundeVrouwen die hun bevalling thuis bij een verloskundige beginnen, hebben twee keer zoveel kans dat hun baby overlijdt als vrouwen die meteen naar de gynaecoloog gaan. Volgens de onderzoekers komt dat niet doordat verloskundigen hun werk niet goed doen, maar doordat verloskundigen en gynaecologen volledig gescheiden van elkaar werken, wat vertraging in de overdracht van patiënten oplevert.

Dat blijkt uit een studie die elf Nederlandse onderzoekers begin deze maand in het wetenschappelijke tijdschrift British Medical Journal (BMJ) publiceren. Het is voor het eerst dat uit een grootschalige studie blijkt dat het typisch Nederlandse systeem met thuisbevallingen zo risicovol is.

Opmerkelijk

De onderzoekers vinden deze uitkomst opmerkelijk omdat verloskundigen in principe alleen bevallingen doen die worden beschouwd als risicoloos. De gynaecoloog krijgt de riskante bevallingen. "Op basis daarvan hadden de cijfers eigenlijk omgekeerd moeten zijn", zegt gynaecoloog en hoofdverantwoordelijke van het onderzoek Anneke Kwee van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU).

"Het is niet zo dat het thuis fout gaat, maar de keten van zorg levert vertraging op", aldus Kwee. Zij wijt de problemen vooral aan de overdracht. "Gynaecologen in het ziekenhuis zijn onvoldoende alert om deze vrouwen als risicovol te zien", zegt mede-auteur en kinderarts Hens Brouwers van het UMCU.

Verbetering

De wetenschappers stellen dat er een beter systeem moet komen, waarin de twee beroepsgroepen samenwerken. "Je zou moeten onderzoeken of het werkt om alle vrouwen in het ziekenhuis of in een geboortecentrum te laten bevallen. Ongeacht hoge of lage risico's", zegt Kwee.

Ook zou het kunnen helpen om alle bevallingen van een eerste kind in het ziekenhuis te laten plaatsvinden. "Zoals de cijfers nu zijn, ben je geneigd om alle bevallingen van het eerste kind in te schatten als risicobevallingen", zegt Kwee.

Eerder dit jaar trokken onderzoekers van het Erasmus Medisch Centrum al een soortgelijke conclusie. Volgens hen moet de communicatie tussen verloskundige en gynaecoloog beter worden. Eind vorig jaar concludeerde een ander onderzoek al dat zorg rond zwangerschap en geboorte meer rond moeder en (ongeboren) kind georganiseerd moet worden. Zwangere vrouwen moeten in spoedsituaties binnen een kwartier geholpen kunnen worden door een verloskundige of een gynaecoloog.

Hoge babysterfte

Nederland heeft een van de hoogste babysterftecijfers van Europa. De totale babysterfte in Nederland is 1 procent; jaarlijks sterven er 1750 baby’s op circa 180.000 bevallingen. Hiervan blijkt nu een kwart (450) voldragen baby’s te zijn zonder aangeboren afwijking. Tweederde overlijdt voor de bevalling en eenderde tijdens of erna. Tijdens Prinsjesdag werd bekend dat de regering komend jaar 24 miljoen euro uittrekt om de babysterfte aan te pakken.

Twaalf ziekenhuizen en 56 verloskundigen praktijken in de regio Utrecht deden mee aan het onderzoek naar de geboorte van 37.735 kinderen.