Het kan eigenlijk niemand ontgaan zijn: Sinterklaas is weer in het land. Jaar in, jaar uit zet deze goed heilig man zich ervoor in de kinderen in Nederland blij te maken. Er gaan allerlei, ook heel oude, verhalen rond over de heilige Nicolaas.
Het kan eigenlijk niemand ontgaan zijn: Sinterklaas is weer in het land. Jaar in, jaar uit zet deze goed heilig man zich ervoor in de kinderen in Nederland blij te maken. Er gaan allerlei, ook heel oude, verhalen rond over de heilige Nicolaas.
Toen Sint-Nicolaas in het jaar 270 in Pataras in Klein-Azië het levenslicht zag, had toch niemand kunnen bevroeden dat we hem bijna 2000 jaar later nog luid zouden toezingen. Stel je eens voor dat iemand z’n ouders verteld zou hebben dat hun Klaas twee millennia later ieder jaar met z’n stoomboot vanuit Spanje naar Nederland zou vertrekken. En dat hij daar rijdend over de besneeuwde daken zou luisteren naar al die mooie liedjes. Of dat hij met het oor op al die schoorstenen zijn Groot-Sinterklaasboek zou bijhouden, met daarin de namen van alle kinderen en of ze zoet geweest, of niet… En dan praten we nog niet eens over al die cadeautjes die hij bij alle kinderen op tijd aflevert. In het meest gunstige geval zouden ze in 270 smakelijk gelachen hebben.
Volgens oude – niet al te betrouwbare – overleveringen was de kleine Klaas als baby een bijzonder manneke. Hij weigerde op de vastendagen woensdag en vrijdag de borst. Z’n moeder moet op die dagen wel de wanhoop nabij geweest zijn.
Vele verhalen over de heilige bisschop van Myra zijn in de zesde eeuw opgetekend. In legenden wordt zijn liefdadigheid en naastenliefde bezongen, zoals die van de drie meisjes voor wie hij de bruidsschat betaalde. Uit de Middeleeuwen komt de Franse variant. Drie priesterstudenten worden door een waard verwerkt tot pekelvlees, maar die heeft buiten de bisschop gerekend. Sint-Nicolaas wekt de jongens weer tot leven, waarop waard en waardin zich bekeren tot het christendom. Maar de heilige is van meer markten thuis. Wanneer een schip in nood is en dreigt te vergaan, roept de kapitein met succes de voorspraak in van de heilige Nicolaas.
De heilige bisschop voert in de legenden echter niet alleen een aardse strijd. Die over de godin Diana is wel heel mooi, maar kun je nauwelijks nog katholiek noemen. Diana verkleedde zich als non en schonk pelgrims een fles gevaarlijke olie. De goedheiligman grijpt in, waarop de gelovigen het goedje in zee gooien. Daar ontstaat een groot vuur.
De verering van de heilige Nicolaas is zo groot, dat wanneer de Turken in 1087 Myra dreigen te veroveren, 87 Italiaanse zeelui er in allerijl met hun heilige vandoor gaan. Alsof hij de Turken heeft verslagen, zo wordt de heilige Nicolaas op 8 mei van dat jaar in de Italiaanse havenstad Bari binnengehaald.
Zuid-Italië wordt later veroverd door de Spanjaarden en Spaanse zeelui brengen de verering vervolgens over naar Nederland. De stoomboot krijgt de Sint later cadeau. Zwarte Piet heeft zijn oorsprong bij de Moren. De mohammedaanse legers die in 710 Spanje veroverden bestonden veelal uit Moren. Hoewel Toledo in 1085 heroverd werd, duurt het tot aan het einde van de vijftiende eeuw dat Spanje weer geheel in katholieke handen komt. Dat verklaart ook de knechtenrol die de Spanjaarden Zwarte Piet toebedelen. Voor het gemak worden allerlei heidense gebruiken gelijk maar gekerstend. We mogen aannemen dat de Sint het rijden met zijn schimmel over de daken heeft afgekeken van de Germaanse god Wodan, die met zijn witte paard Sleipnir door de lucht reed en door de schoorstenen in de huizen afdaalde.
De oudste verering van Sint-Nicolaas in Nederland vinden we in 1140 in de abdij van Sint-Truiden en een goede twintig jaar later – in 1163 – in de Janskerk in Utrecht. Als de Reformatie uitbreekt krijgt de Sint het moeilijk. Deze “superstistiën ende fabulen van het pausdom” kunnen in 1600 echt niet door de protestantse beugel.
Aan de vooravond van 6 december, de dag waarop Sint-Nicolaas jarig is, houden we pakjesavond. (Michaël As)