De stichter van Comunione e Liberazione, Luigi Giussani, schreef een basisboek over opvoeding, dat pas in het Nederlands verschenen is. Kardinaal Scola, de nieuwe aartsbisschop van Milaan, noemde Giussani de Don Bosco van de twintigste eeuw. Peeters vindt dat een goede vergelijking. “Don Bosco is de grootste opvoeder geweest van de negentiende eeuw. Hij zag een bepaalde nood, namelijk de arbeiderskinderen om wie niemand zich bekommerde.
De stichter van Comunione e Liberazione, Luigi Giussani, schreef een basisboek over opvoeding, dat pas in het Nederlands verschenen is. Katholiek Nieuwsblad sprak met vertaler Michiel Peeters.
Kardinaal Scola, de nieuwe aartsbisschop van Milaan, noemde Giussani de Don Bosco van de twintigste eeuw. Peeters vindt dat een goede vergelijking. “Don Bosco is de grootste opvoeder geweest van de negentiende eeuw. Hij zag een bepaalde nood, namelijk de arbeiderskinderen om wie niemand zich bekommerde. Giussani zag in zijn tijd – de jaren vijftig van de twintigste eeuw – ook een groot probleem, van een geheel andere orde: in een sociologisch haast volmaakt georganiseerde katholieke samenleving, werd het geloof door de jongeren in de praktijk fideïstisch beleefd, en zou daarom uiteindelijk geen standhouden. Wat ontbrak, waren niet de sociale structuren, maar mensen die met hen het risico van de opvoeding durfden te nemen”
Drie factoren zijn volgens de auteur onontbeerlijk voor een opvoeding: traditie, autoriteit en het ‘risico’. Opvoeden is het kind ‘binnenleiden in de werkelijkheid als geheel’. Ten eerste zal daardoor een echte opvoeding je een besef van afhankelijkheid meegeven, niet van de staat of van het geld, maar van datgene waarvan wij uiteindelijk afhangen: het Mysterie, God. Ten tweede moet het besef bijgebracht worden dat de werkelijkheid uiteindelijk positief is, dat de wereld onderdeel uitmaakt van een groot, uiteindelijk goed plan.”
In Lucas 15 staat het prototype van de christelijke opvoeder: de vader van de verloren zoon. Peeters: “De zoon komt naar de vader en zegt: ik denk dat het elders interessanter is, ik zou dus graag mijn geld hebben, dan ga ik daarheen. De vader weet heel goed dat het bij hem thuis beter is en dat de jongen ellende tegemoet gaat, maar hij zegt niet nee, maar geeft hem vrijheid en middelen om dat zelf uit te vinden. Hij zegt: ga maar kijken, maar weet dat ik hier op je sta te wachten. Dat is hoe God met ons omgaat en hoe de christelijke opvoeder geroepen is om te gaan met wie aan hem toevertrouwd is: heel duidelijk zeggen hoe de dingen staan en vervolgens een reële vrijheid laten om al dan niet na te volgen wat is voorgesteld.”
“Het risico van de opvoeding is reëel, omdat de pupil ook ‘nee’ kan zeggen. Maar dat risico heeft God zelf genomen. God had de mens ook geen vrijheid kunnen geven, zoals bij dieren, maar die kunnen dan ook niet in een bewuste liefdevolle relatie met een God en met elkaar leven.”
Luigi Giussani, Het risico van de opvoeding
(vertaling Michiel Peeters)
Stichting Levende Mens, Leiden
Te bestellen via: opvoeding.pumbo.nl