Een van onze zonen zit in twee HAVO-VWO. Voor volgend jaar wordt een advies uitgebracht door de docenten. Drie HAVO of drie VWO. Het voorlopige advies voor onze zoon was HAVO. Wij als ouders twijfelen. En onze zoon gaf aan wel naar het VWO te willen. Cijfermatig is dat pas mogelijk vanaf een zeven gemiddeld. Zijn gemiddelde: 6,3. Een van onze zonen zit in twee HAVO-VWO. Voor volgend jaar wordt een advies uitgebracht door de docenten. Drie HAVO of drie VWO. Het voorlopige advies voor onze zoon was HAVO. Wij als ouders twijfelen. En onze zoon gaf aan wel naar het VWO te willen. Cijfermatig is dat pas mogelijk vanaf een zeven gemiddeld. Zijn gemiddelde: 6,3.
We zijn naar de ouderavond geweest. Aan de teamleider maakten we kenbaar dat we als ouders toch nog deze maanden met onze zoon voor het VWO wilden gaan. Volgens ons kan hij goed zijn (leer-)werk ordenen en maakt hij het gestructureerd. Verder was ik hem al enkele weken intensief aan het begeleiden, gingen (mede daardoor) zijn cijfers omhoog en had ik de indruk dat hij vanaf wiskunde tot Engels en geschiedenis, dus alle vakken breed, wel inzicht had in de materie.
"Wat doe jij nu anders nu je vader je helpt, dan toen dat nog niet gebeurde" vroeg de teamleider aan onze zoon. En ze verlegde het gesprek naar hem. Ik heb overigens tegenwoordig wel vaker het idee, dat leraren dat doen. Zich in het bijzijn van de ouders zich richten tot de leerling aan wie dringend verzocht is mee te komen op de "ouder"-avond. Onze zoon antwoordde dat hij nu samen met zijn vader veel meer tijd aan zijn huiswerk besteedde en er veel dieper over nadacht. Een heel fatsoenlijk antwoord, vond ik. Ook vroeg de teamleider aan onze zoon waarom hij naar het VWO wilde gaan. Onze zoon antwoordde dat hij daar later heel veel dingen mee kon doen. Wat precies wist hij echter nog niet. Alweer een bevredigend antwoord vond ik.
De teamleider had enkele notities gemaakt over wat ouders en kind wilden en vonden van HAVO of VWO-keuze. En ze concludeerde dat het met hard werken misschien wel mogelijk was. Deze hoop werd bij het tweede gesprek op de ouderavond door de vakdocent Duits meteen de kop in gedrukt. Naar het VWO, dat kon onze zoon niet. Want met een luistertoets en met een leestoets, daar waar het op begrijpen en VWO -denken aankwam, daar scoorde hij met vijven als een van de laagste van de klas. Ik opperde dat het maar twee cijfers betrof waarop de opmerking stoelde, maar dat de lerares verder wel een punt had. We zouden via bepaalde sites wat extra Duitse teksten en luisteroefeningen thuis doen. En dat aan de Duitse lerares ter inzage geven.
Onlangs begeleidde ik mijn zoon bij het vak levensbeschouwing. We lazen een artikel met enkele vragen. Onze zoon liet zich ontvallen dat ze die vragen plotseling hadden moeten beantwoorden en inleveren. Dat was dan omdat de lerares een oordeel kon vormen of een leerling een HAVO of een VWO wijze van denken had, zo voegde hij toe. Dit vond ik interessant voor de huidige fase waarin we zitten met onze zoon.
Ik heb die lerares een mailtje gestuurd met deze opmerking en gevraagd wat het advies van haar over onze zoon was en waarom. We kregen en inhoudrijk mailtje terug. Zij vond dat onze zoon te weinig interesse toonde, en voor wat betreft zijn denkwijze zich wat gemakkelijk zich er van af maakte bij het beantwoorden van vragen en deze vragen wat onzorgvuldig beantwoordde en niet compleet. En zij dacht dat er meer in onze zoon zat dan hij nu deed voorkomen. Dat laatste vond ik hoopvol en met de opmerkingen "antwoorden niet zorgvuldig" (to the point, kernachtig en juist) en "antwoorden niet kompleet geven"; met deze opmerkingen kon ik wel wat mee. Ik heb haar gedankt voor haar zorgvuldige beantwoording, gezegd dat ik aan die manier van denken van onze zoon aandacht zou schenken en van haar kant gevraagd of zij dat ook wilde doen. Onze zoon kreeg van toen af veel meer beurten . Bij Duits ook overigens.
Van mijn kant help ik hem bij die vakken waarvan hij een toets krijgt. Vandaag was dat het vak verzorging. Het ging over genotsmiddelen. We hebben twee uur hard gewerkt. Toen stuitten we op een vraag die luidde: "Je bent een roker. Je zit op de kamer bij een vriend die niet rookt. Je hebt trek in een sigaret. Wat doe je. Licht je antwoord toe." Onze zoon had er bij geschreven "aan hem vragen of ik mag roken." Ik legde hem uit dat je daarvoor het schoolboek niet gelezen hoefde te hebben. Dit was nu een schoolvoorbeeld zo gezegd, van een onzorgvuldig antwoord. Zonder inhoud en niet toegelicht. Toen vervolge onze zoon "Ik zou het ook vragen omdat ik weet dat passief roken ongezond is." Hij kreeg van mij een applaus.
Deze term "passief roken" stond blauw gedrukt in het boek. Nu gaf hij een antwoord met inhoud. Dit bedoelde de lerares nu en ik ook. "Maar ik had er tijdens mijn huiswerk niets meer bijgezet omdat ik geen tijd meer had," verdedigde hij zichzelf. Ik heb hem toen uitgelegd dat het er nu alleen om gaat dat ik bij hem het VWO-denken wil helpen ontwikkelen.
Als je van nature dat soort denken hebt. En anders is het ook goed. Er zijn zeer veel andere dingen ook belangrijk. En HAVO is goed, als je een HAVO-man bent. Maar ik voegde eraan toe dat hij zeker op de lagere school, maar in zekere zin ook hier op deze school, veel te weinig begeleiding heeft gehad in een manier van denken. En als hij het zou kunnen, dan zou het jammer zijn als het niet ontwikkeld wordt. Hij liet zich overtuigen. Een volgende vraag was: "waarom denk je dat jongeren roken, terwijl het slecht is voor de gezondheid?" Hij noemde alle zes de antwoorden op die in het leerboek stonden:" omdat ze het lekker vinden, omdat ze bij de groep willen horen, omdat ze het stoer vinden…."
Ik gaf hem alweer een compliment. Behalve dat hij de vorige vraag zorgvuldig beantwoord had, had hij deze vraag compleet beantwoord. Niet vijf maar alle zes de argumenten. Perfect. We zijn meteen gestopt. Ik voegde hem nog toe dat hij bij de toets van verzorging bij elke vraag zich die "drammerige" aansporingen van zijn vader in zijn gedachte moest halen: "is de vraag zorgvuldig beantwoord en is de vraag compleet beantwoord." Niet alleen bij de toets van verzorging, maar ook bij de volgende toets van een ander vak. En ook de toets die daarna komt.