In een gezin met vier jongens in de leeftijd van 14 tot 20 jaar is het wel eens afwegen of en hoe je iets tegen de jongens zegt als je vindt dat het gedrag minder door de beugel kan. Over deze dingen heb ik als diaken het afgelopen weekend gepreekt. Voor “kerkgemeenschap” kun je denk ik heel vaak ook invullen “gezin”. Daarom wil ik het plaatsen op Katholiekgezin.nl In een gezin met vier jongens in de leeftijd van 14 tot 20 jaar is het wel eens afwegen of en hoe je iets tegen de jongens zegt als je vindt dat het gedrag minder door de beugel kan. Over deze dingen heb ik als diaken het afgelopen weekend gepreekt. Voor “kerkgemeenschap” kun je denk ik heel vaak ook invullen “gezin”. Daarom wil ik het plaatsen op Katholiekgezin.nl
Maakt uit als je wat zegt
Je kunt toch niet zeggen dat het niet uitmaakt of een christen zondags wel of niet naar de kerk gaat?
Je kunt toch niet zeggen dat het niet uitmaakt of iemand trouw blijft aan zijn huwelijksbelofte of niet?
Je kunt toch niet zeggen dat het niet uitmaakt of iemand door eindeloos computeren zich distantieert van het gezin of niet?
Door deze manier van handelen zondigt iemand. Hij schaadt de banden die tussen ons mensen zijn en breekt de gemeenschap af. Menselijke en kerkelijke gemeenschap is in het geding.
Vandaag horen we dat wij broederlijk moeten corrigeren en krijgen we richtlijnen hoe dat te doen. Hoe gaat dat: corrigeren binnen een relatie. Laten we wat tijd nemen om te overwegen wat onze verantwoordelijkheid tegenover God en onze medemensen is als ze verkeerde wegen in slaan.
Ontkenning of niets zeggen
Als een mede-christen iets fundamenteel verkeerds doet kunnen we reageren met ontkenning. We willen het niet zien. Maar dat betekent niet dat het er niet is.
Je kunt ook niets zeggen. Uit angst voor ruzie of conflicten. Maar als je wegkijkt laat je het onrecht bestaan. Of als je niet reageert om de lieve vrede, dan heeft die vrede toch altijd iets gekunstelds. En kwaad laten bestaan dat vreet aan je, dat kost veel energie. En bovendien wordt de onderlinge relatie niet echt opgebouwd.
In deze tijd van onafhankelijkheid en individualisme laten mensen zich ook niet zo gemakkelijk iets zeggen. Toch zegt het evangelie heel duidelijk dat we niet alleen voor onze eigen daden verantwoordelijk zijn, maar ook medeverantwoordelijkheid dragen voor de daden van onze broeders en zusters. Christenen leven in een relatie tot elkaar, in een christen- geméénschap. En ze moeten elkaar helpen als iemand van het padje af geraakt. Het evangelie zegt niet: “kijk niet en zeg niets.”
Als je voor de waarden en principes van Christus staat, dan zul altijd tegenstand hebben. Dat kan strijd tot gevolg hebben. Maar van de andere kant als bijvoorbeeld een man en vrouw elkaar liefhebben, dan moeten ze toch ook wel iets tegen elkaar kunnen zeggen zonder dat het altijd escaleert. En als je niks zegt, dan zie je wat er gebeurt. Bijvoorbeeld met dat seksueel misbruik in de kerk. Vaak wilde niemand de ander corrigeren. Slachtoffers werden gemaakt en de integriteit van de hele kerk wordt vervolgens in twijfel getrokken.
Als je verantwoordelijk bent voor anderen, zoals ouders voor kinderen, maar ook christenen onderling, dien je de ander te waarschuwen als hij verkeerde wegen op gaat, anders, zo zegt Ezechiël vandaag, ben je verantwoordelijk voor zijn geestelijke dood.
Tegen anderen zeggen
Een andere reactie op iemands fouten en tekortkomingen kan zijn roddelen, kwaadspreken, halve waarheden vertellen, klagen en het meteen aan de grote klok hangen. Sommige media exploiteren deze handelswijze. De gemeenschap wordt er door vergiftigd. Om overtreders te corrigeren wijst Christus een andere weg aan. Hij wil dat de overtreder allereerst zelf, onder vier ogen wordt aangesproken en de persoon niet gepasseerd wordt. De weg van correctie is een weg van discretie.
Je gelijk willen halen
Een reactie op onrechtmatige daden kan er ook een zijn van woede. Oog om oog, tand om tand. Vechten voor je eigen rechten. Je gekwetst voelen. Je tekort gedaan voelen. Je gelijk willen halen. Op je standpunten staan. Een ik-gerichte reactie. Dat bouwt over het algemeen de gemeenschap niet op. Je bent niet gericht op relatie, op de ander. De relatie verhard. De ander gaat ook zo reageren. Conflicten zijn geboren.
Je boven de ander verheffen
Moeten we wel oordelen dan? Er staat toch geschreven: "Oordeelt niet opdat ge niet geoordeeld zult worden." Maar dat is bestemd voor mensen die zich boven de ander verheffen. Die het er om gaat de ander er eens flink van langs te geven. Omlaag te halen, zodat deze zich vernederd voelt. Met verkeerde beginselen oordelen. Blind voor eigen fouten. De trots staat een bekering van de ander in de weg. Tegen dergelijke oordelaars zegt Christus: "haal die balk uit je eigen ogen, voordat je de splinter uit die van een ander haalt."
Uit bewogenheid met de ander de waarheid zeggen
Als je ziet dat iemand in zijn relatie naar God en medemensen in moeilijkheden is geraakt wordt van een medechristen compassie gevraagd. Je wilt niet dat de dwalende broeder verdwaald. Als je hem niks zegt, blijf je hem wat schuldig.
Ieder lid van de kerk moet weten dat we zonder hem of haar armer zijn. En dat willen we niet. We willen helpen dat hij weer bij ons hoort. De kerk doet alles om je te helpen. Om tot een ommekeer te komen. Het mag wat kosten. Maar als je broeder of zuster weer opnieuw de goede weg in slaat, is alles gewonnen. Als er een echte verandering in houding plaatsvindt, een werkelijke verzoening, dan heb je je broeder weer teruggewonnen, zegt Jezus. En deze broeder of zuster mag er blij mee zijn dat anderen om hem geven en het belangrijk vinden dat hij een beter mens wordt. Hij mag dankbaar zijn voor de christelijke correctie. En dankbaar dat het niet getolereerd wordt dat er dingen gedaan worden die beter niet gedaan kunnen worden.
Blijvende oproep tot bekering
Tot slot. Als iemand echt andere wegen inslaat, dan zegt Christus hem als een heiden te beschouwen. Hij wil anders dan de kerk en Christus. Christus zelf jaagt de geldwisselaars uit de tempel omdat ze deze onteren. Erg trotse mensen aarzelt Hij niet adderengebroed te noemen. Christus gaat wel met tollenaars en zondaars om, hij eet er mee. Maar altijd blijft Hij oproepen tot bekering. Wij kunnen bidden, ook in deze Eucharistie, voor kerkverlaters en anderen die zonder Christus willen leven. We kunnen ons werk en offers opdragen tot deze intentie. Altijd is de kerk missionair, altijd wil ze allen binnen haar gemeenschap. Amen.
Voor wie de lezingen uit de bijbel erop wil naslaan:
23e zondag door het jaar A, Ez (33,7-9); Rom (13,8-10) Mt (18,15-20).
Diaken Edwin