“Dat snapt hij toch nog niet” hoor je vaak als het gaat over geloofsopvoeding voor de dreumes. Sommige ouders beginnen pas over geloof naar hun kinderen als ze 4 jaar of ouder zijn. Toch kun je een peuter van 2 of 3 jaar al heel veel meegeven over geloof, God en kerk. Als ouders sta je er vaak van versteld hoe snel de kleintjes verbanden kunnen leggen, mensen of dingen herkennen. Dat geldt ook voor Jezus, God of kerk. Een paar aandachtspunten. “Dat snapt hij toch nog niet” hoor je vaak als het gaat over geloofsopvoeding voor de dreumes. Sommige ouders beginnen pas over geloof naar hun kinderen als ze 4 jaar of ouder zijn. Toch kun je een peuter van 2 of 3 jaar al heel veel meegeven over geloof, God en kerk. Als ouders sta je er vaak van versteld hoe snel de kleintjes verbanden kunnen leggen, mensen of dingen herkennen. Dat geldt ook voor Jezus, God of kerk.
Een paar aandachtspunten:
Samen bidden
Begin zo vroeg mogelijk met een kort gebedje voor het slapen of voor het eten. Dat kan een kort gebedje zijn of een liedje, liefst een vast ritueel dat de kleintjes snel op kunnen pakken. Een kruisteken kun je tussen 2 en 3 jaar al aanleren, als je het als ouders voordoet gaat de dreumes het al snel proberen na te doen. Beloon de dreumes als het probeert de woordjes na te zeggen.
Geloof is vanzelfsprekend
Zorg dat geloof iets vanzelfsprekends wordt in het leven van de kinderen. Zondags even de kerk inlopen om Jezus te groeten of een kaarsje op te steken. Jezus bedanken als er iets fijns is gebeurd of Maria om hulp vragen als een tante of een kindje ziek is. Antonius vragen om te helpen als je iets kwijt bent.
Maak het geloof zichtbaar
Een kruisbeeld of Mariabeeldje in de kinderkamer kan een vertrouwd herkenningsteken zijn. Je kunt al snel leren wie Jezus of Maria is als het kindje een plaatje of afbeelding ziet. Een klein wijwaterbakje waar de dreumes ’s avonds een kruisje mee mag maken, kan deel zijn van het vertrouwde avondritueel.
Geef antwoord op alle vragen
De vragen ‘Wat is dat?’ en ‘Waarom?’ worden ook gesteld over geloofszaken, als je op een vertrouwde manier het geloof voorleeft van jongs af aan. Geef op alle vragen een eenvoudig antwoord. “Wat is bidden?” (praten met Jezus), “Waarom hangt Jezus aan het kruis?” (omdat hij van ons houdt), “Ga ik ook naar de hemel?” (ja, als je dood gaat), “Waar woont Jezus nu?” (Jezus woont in de hemel én in je hart). Het belangrijkste dat je een dreumes kunt bijbrengen is dat God/Jezus een vriend is die je lief vindt en die je altijd helpt.
Zorg dat geloof leuk is
Maak van het naar de kerk gaan of het samen bidden vooral geen strijd. Als de dreumes even geen zin heeft om te bidden, doe het dan kort of wissel wat af tussen liedje, kruisje of gebedje. Zondags naar de kerk gaan, moet geen stress worden, ga desnoods om de beurt of zoek een kerk die een creche heeft, of een groot voorportaal of Mariakapel waar je met je kleintje even kunt gaan zitten als het de mis te lang vindt.
Bijbellezen
Er zijn hele leuke plaatjes-boeken voor de kleine dreumes waarin de eerste bijbelverhaaltjes worden verteld. Boeken met flapjes die je kunt openklappen of met veel mooie platen werken het beste. De Ark van Noach, David en Goliath, Jona, Kerstmis, Driekoningen zijn verhalen waar je al heel jong mee kunt beginnen. Zorg er voor dat je van het begin af aan het verschil maakt tussen een sprookje en een bijbelverhaal, anders kan het heel verwarrend worden dat roodkapje niet heeft bestaan en Jona wel.