Bidden tijdens het strijkenOm eerlijk te zijn: gebedstijd houden vind ik echt heel lastig. Het valt me niet mee om zo alleen thuis voor een icoon in gebed verzonken te zijn. Binnen drie tellen zit ik met mijn gedachten bij alles behalve mijn Bijbel of gebed. En na vijf tellen bedenk ik me dat ik nú de was op moet hangen, anders is de hele boel straks gekreukt. Daar ga ik dan weer, om niet meer op m’n knieën terug te keren want na de was komt de strijk, vervolgens gaat de telefoon en daarna staan de kinderen weer voor de deur. Om eerlijk te zijn: gebedstijd houden vind ik echt heel lastig. Het valt me niet mee om zo alleen thuis voor een icoon in gebed verzonken te zijn. Binnen drie tellen zit ik met mijn gedachten bij alles behalve mijn Bijbel of gebed. En na vijf tellen bedenk ik me dat ik nú de was op moet hangen, anders is de hele boel straks gekreukt. Daar ga ik dan weer, om niet meer op m’n knieën terug te keren want na de was komt de strijk, vervolgens gaat de telefoon en daarna staan de kinderen weer voor de deur.

Bidden tijdens het strijkenTegelijkertijd is de waarheid dat ik Gods nabijheid wel heel hard nodig heb. Eigenlijk om vrij zelfzuchtige redenen, want zonder gebed kan ik best doen wat moet, maar leeg wordt ‘t leven er wel van. Ik geloof ook niet dat ik op zo’n manier ook maar iets doe wat werkelijk zinnig is in het zicht van de eeuwigheid. Vooral de mis en de aanbidding zijn voor mij dé plek om Christus te ontmoeten.

Samen met anderen elke week naar de aanbidding gaan leek me dus heel geweldig en min of meer noodzakelijk voor mijn eigen functioneren. Net toen ik overwoog om onze parochiepriester te vragen naar de mogelijkheden wat dit betreft las ik een tekst van Pierre Goursat, de stichter van de Gemeenschap Emmanuel waar wij bij horen: “Je hebt niet meer nodig dan een plek waar iemand is die Jezus liefheeft. Dan komen de mensen daar al snel op af.” Dat was een jaar geleden net het duwtje in de rug dat ik nodig had om de vraag naar aanbidding te mailen.

Dankzij de pastoor en diverse andere trouwe parochianen bidden we nu dus zo’n twaalf maanden elke donderdagavond in een kapel voor het Allerheiligste. Sindsdien zijn er veel bijzondere dingen gebeurd.

Op de eerste plaats zijn er inderdaad meer mensen mee gaan doen aan de aanbiddingsavonden. Oké, het is nog maar een klein groepje elke week, maar toch.

Dan hebben we natuurlijk de weg van Anna, het schoolvriendinnetje van Cecile waar ik al eerder over heb geschreven meegemaakt. Ze wil nog steeds liever vandaag dan morgen katholiek worden. Inmiddels mag ze van haar ouders met de doopvoorbereiding beginnen en is de verwachting dat ze met Pasen gedoopt gaat worden.
Ze is niet de enige. Een zakenman uit onze wijk heeft zich ook spontaan gemeld met de vraag of er meer katholieken zijn in onze woonplaats. Ook hij was niet gelovig, is niet gedoopt en ja, hij wil óók katholiek worden.
Dan zijn we op initiatief van de seminarist in onze parochie van start gegaan met een tienergroep. Ook daar is een meisje bij zonder een christelijke achtergrond die geknield voor het Allerheiligste heeft gezegd: “ik wil hier niet meer weg”…

Kortom: we zijn bijzonder blij verrast en verbaasd om dit alles. Behalve bidden en mensen ontvangen hebben we hier niets voor gedaan. Volgens mij heeft Pierre gelijk.

Brechje