Getrouwde paren zijn gelukkiger dan mensen die ongehuwd samenwonen. Dat blijkt uit een demografisch onderzoek onder 758 jonge Nederlanders, die de laatste achttien jaar zijn gevolgd.
Dat getrouwde mensen langer leven, minder last hebben van depressies en verslavingsproblemen en bovendien meer tevreden zijn met hun leven, was al langer bekend. Maar er werd altijd aangenomen dat paren die samenwonen dezelfde voordelen genieten. Dat blijkt maar voor een deel waar te zijn. Samenwonenden zijn weliswaar gelukkiger dan singles en mensen met een LAT-relatie, maar toch niet zo gelukkig als getrouwde paren.
In cijfers uitgedrukt waarderen getrouwde mensen hun levensgeluk gemiddeld met een 7,9. Samenwoners geven hun relatie gemiddeld een 7,6. Een LAT-relatie scoort een 7,2, terwijl singles wat levensgeluk betreft niet verder komen dan een 6,6.
Dat blijkt uit de eerste resultaten van de Panelstudie Sociale Integratie in Nederland (PSIN) die vandaag zijn gepubliceerd in het maandblad Demos van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI).
Op de vraag waarom samenwonen minder gelukkig maakt dan trouwen, hebben de onderzoekers geen duidelijk antwoord. Zij menen dat het komt omdat samenwonen toch vrijblijvender is en als een soort proefhuwelijk wordt beschouwd, wat veel onzekerheid veroorzaakt. Pas als paren wel zeker zijn van hun zaak gaan ze trouwen.
De onderzoekers zoeken de oorzaak ook in economische redenen. Het huwelijk zou allerlei economische voordelen bieden omdat partners, als ze eenmaal getrouwd zijn, meer gaan investeren in hun gezamenlijke toekomst, bijvoorbeeld door een huis te kopen. (Elsevier/KN)