“Mama, ik moest bij de docent Engels komen”, meldde mijn brugklasser Chiara een paar weken geleden. “Hij wil opnieuw de film ‘Love Actually’ draaien in de klas, maar had gehoord dat Cecile deze film vorig jaar niet zo leuk vond. Hij vroeg wat we nu moesten doen.” “Mama, ik moest bij de docent Engels komen”, meldde mijn brugklasser Chiara een paar weken geleden. “Hij wil opnieuw de film ‘Love Actually’ draaien in de klas, maar had gehoord dat Cecile deze film vorig jaar niet zo leuk vond. Hij vroeg wat we nu moesten doen.”
Vorig jaar was het niet alleen Cecile die deze film ‘niet zo leuk’ vond, vooral ik schrok me wezenloos toen deze dochter vertelde wat er allemaal getoond werd. Volgens de Nederlandse kijkwijzer heeft Love Actually een ‘alle leeftijden’ keuring. Maar de beschrijving van de seksscènes en het taalgebruik waren niet mis. Dat deze film niet door de beugel kan, werd bevestigd door Amerikaanse reviewsites.
Terwijl ik doorgaans best wel wat kan hebben, zit ik van dit soort dingen echt acuut in de gordijnen. Je krijgt een prachtig kindje, met alles erop en eraan. Compleet onschuldig en dag in dag uit doe je ongelofelijk je best om de rotzooi van de wereld zoveel mogelijk bij ze weg te houden, door verstandige gesprekken met ze te hebben, ze naar een protestant-christelijke basisschool te sturen, ze mee te nemen naar de kerk, met ze te bidden en ga-zo-nog-maar-even-door. Vervolgens wordt er op zo’n middelbare school door medeleerlingen of de school zelf in een paar maanden tijd zoveel bagger over mijn kinderen uitgestort, dat ik serieus overwogen heb om ze per direct tot aan hun negentigste thuis te houden.
Maar goed. Het plan was om een opbouwende column te schrijven. Aangezien het toch erg aardig was dat de leraar Engels Chiara deze vraag had gesteld, heb ik hem daarvoor in een aardig mailtje hartelijk bedankt maar ook gemeld dat wij als ouders toch echt niet willen dat Chiara deze film gaat kijken. Met daarbij alle permissie om mijn dochter dan maar een opdracht te geven om in een andere ruimte te gaan maken. Niet echt leuk voor het kind, want daarna moet ze het uitleggen aan haar klasgenoten.
De docent reageerde echter heel sympathiek. Met een opdracht wegsturen vond hij voor Chiara zelf vervelend en aangezien mijn dochter tot nu toe een goede indruk op hem had gemaakt, wilde hij haar dat niet aandoen. Hij had een alternatieve film ‘Dead Poets Society’. Wel een gedateerde film uit 1989 en gesproken in Amerikaans Engels en geen UK Engels, maar met veel meer echte inhoud en geen of nauwelijks rare scenes. Wat was ik opgelucht. We hebben de docent uitgebreid bedankt.
Een week later wilde het lot dat we hem spraken tijdens een ouderavond. “Wij zijn de ouders van die film…”, begonnen Edwin en ik. “Nou, u had wel een beetje gelijk”, begon de docent, “Love Actually was een platvermaak film en tot mijn verbazing reageren de brugklassers heel enthousiast op ‘Dead Poets Society’. Volgend jaar laat ik deze ook zien in de brugklassen in plaats van Love Actually”.
Dat was boven verwachting voor Edwin en mij. Blijkt dus dat als we zulke zaken aankaarten op school, het toch vruchten kan afwerpen…
Brechje