FamiliewapenEén van de activiteiten op het gezinsweekend dat de Stichting Katholieke Gezinnen dit jaar weer organiseerde, was het schilderen door het gezin van een familiewapen. Mijn vrouw en ik moesten samen aan de slag op één doek. Eén van de activiteiten op het gezins­weekend dat de Stichting Katholieke Gezinnen dit jaar weer organiseerde, was het schilderen door het gezin van een familie­wapen. Mijn vrouw en ik moesten samen aan de slag op één doek.

Schilderen heb ik voor het laatst gedaan op de Middel­bare School. Doordat de docent voor het vak tekenen veel clementie met mij had, bleef mij een onvoldoende bespaard. Ik kan nog niet eens netjes schrijven, laat staan netjes schilderen. Een uitdaging dus. Ik kan eigenlijk meer over de totstand­koming van het familiewapen vertellen, dan dat ik kan schilderen.

Familiewapen In plaats van voor­zichtig met potlood­strepen te beginnen, had ik meteen de kwast met verf ter hand genomen. Mijn vrouw volgde mij in mijn voort­varend­heid. Ik had een dikke zwarte lijn getrokken en het schilders­doek zo in twee vlakken verdeeld. “Heeft ieder zijn eigen gedeelte?” vroeg mijn vrouw licht verontwaardigd?

We gingen voorlopig ieder onze eigen gang. Ik had een kruis gemaakt en eronder een opgevulde zwarte cirkel. Zij was begonnen met het schilderen van een hart in rode kleur. “De liefde staat bij mij bovenaan. Bij onze huwelijkskaart stonden destijds de symbolen van geloof, hoop en liefde.” “Nou” zei ik, “ik heb het kruis, teken van geloof. Als jij nu nog het anker van de hoop schildert, hebben we toch weer samen één schilderij gemaakt.”

“Het moet een familiewapen zijn en niet een schilderij worden” waren de kernachtige woorden van een kijker/voor­bij­ganger. Dat was inderdaad zo. We hadden ons niet aan de opdracht gehouden. We zouden dan ieder ons eigen wapen moeten maken, en dan van twee wapens één.

Die zwarte streep in het midden nog wat takken geven, en dan had je een levensboom tussen onze wapens. Ik hou van simpel, vooral als het op kunstwerken maken aan komt. Dus twee zwarte balken als kruis, en daaronder de zwart opgevulde cirkel vond ik daarom wel goed.

“Het vlak er achter moet niet wit blijven!“ vond mijn vrouw. Och een geel kleurtje wilde ik wel als achter­grond aanbrengen. Maar al doende merkte ik dat de zwart opgevulde cirkel lang niet recht onder het kruis stond. En ik hou van symmetrisch. Hoe ging ik dat voor elkaar krijgen met natte verf. Even proberen of ik met flink wat verf dat zwart wat weg kon werken en de cirkel wat meer rechts kon aanbrengen.

De kleuren begonnen door elkaar te lopen en de cirkel begon buiten proportionele vormen aan te nemen. Het was werkelijk niets meer. “Jouw advies opvolgen brengt mij nu in problemen” verweet ik mijn vrouw. Ik had nog één uitweg. Even lopen naar de tafel met schilders attributen en de fles met gele verf pakken. Mijn route ging tussen de andere families en familiewapens in wording. Ik kwam langs de meest schitterende wapens. Enfin, enige zelfkennis en zelfspot waren mijn wapens om om te gaan met geringe schilders­kwaliteiten.

Ik begon de gele fles leeg te spuiten op mijn kant van het schildersdoek en daarna gebruikte ik nog een zwarte spuitbus om bovenop het geel een zwarte cirkel te spuiten. Een jongen van een jaar of 10 adviseerde op die dikke laag eens te blazen in verband met een geweldig effect. Hij mocht even blazen op mijn wapen. Enkele golfjes van verf leverde dat op, maar echt helpen om een kunstig wapen te voorschijn te toveren, deed dat niet.

Terwijl mijn wapen al richting de centimeters dikte ging, duurde het anker van mijn vrouw erg lang. En aan achtergrond vulling was ze nog niet eens begonnen. Schilderen met vaak geopereerde polsen gaat ook moeilijk. Bij de grote-vlak-vul-operatie zou ik haar even helpen. Het zelfde geel als bij mij vond zij ook een goede keuze. Verder hebben we op voorstel van mijn vrouw nog een blauwe rand rondom de symbolen gemaakt zodat het geheel meer de vorm van een wapen aannam.

Eén van de deelnemers van het weekend van gezinnen liep langs de wapens om foto’s te maken. Toen ze bij ons kwam fotograferen vroeg ze wat die cirkel was. “Een voetbal” legde ik uit. “Dat is geloof, hoop en liefde. De bovennatuur. En daaronder gewoon iets van de wereld, een bal. Want iedereen bij ons houdt van voetbal en heeft veel gevoetbald. Het hoort bij ons gezin” lichtte ik toe. Ik kreeg bijna tranen in mijn ogen van zoveel dichterlijke uitleg van ons schilder­werk. En bovendien viel mij op, dat hoewel we begonnen waren met apart te werken, dat we naarmate het kunstwerk vorderde, we toch steeds meer begonnen waren met samen te werken en onderling overleg te voeren. In ieder geval een goede werkwijze binnen het huwelijk.

Dat wij beiden geen schilderstalenten zijn, kunnen we ook niet helpen. Er kwam nog iemand voorbij. ”Oh, dat is geloof, hoop en liefde. En dat is…de levensboom?” Ik was zeer vereerd dat hij eruit kon halen wat wij erin gelegd hadden. En ik gaf hem daarvoor een dik compliment. “Maar wat is dat?” Hij wees op mijn voetbal. Omdat hij daar niet uitgekomen was, daalde hij in mijn achting. Ik verklapte het maar.

Vervolgens was de tijd dat je mocht schilderen om. Ik liep naar de plek waar het schilderij tentoongesteld zou worden, eh…mocht drogen. Goed horizontaal houden dat schilderij, anders zou de verf verlopen. “Er moeten eigenlijk witte stippen op die bal. Anders zie je niet goed dat het een bal is,” concludeerde mijn vrouw naar aanleiding van de opmerkingen van de laatste voorbijganger.

“Wat is dat?” vroegen enkele meisjes terwijl ze naar de voetbal wezen.” Spontaan zeiden ze dat er witte stippen op moesten om het op een voetbal te laten lijken. Ik greep naar de witte fles. Ik wilde er een paar witte stippen uit drukken. Maar vanwege het feit dat ook de fijne motoriek bij mij niet de meest ontwikkelde kwaliteit is, spoot ik krachtig een flinke klodder bovenop de zwarte cirkel. Nóg meer reliëf! En in plaats van een zwarte bal was er nu een witte bal, maar dan veel minder rond.

De tijd was dik om, dus er was geen redden meer aan. Ik wilde net ons wapenschild neerleggen op de droogtafel, toen een voorbijganger constateerde” tjonge wat een verf, dat ligt er wel erg dik bovenop.” Het was inderdaad een driedimensionaal schild geworden.

Ach ja, mijn vrouw en ik hebben meegedaan. We hebben wel wat elementen voor een wapenschild kunnen bedenken. Leuk en goed om daar zo eens over na te denken. Maar een mooi wapenschild schilderen, dat zit er niet in. Wat humor en zelfspot daarover. Dat is dan ons beste wapen.