Van de kant van mijn vrouw is al sinds mensenheugenis een familiedag. Een dag waar alle broers en zussen bij elkaar komen. Eerst waren dat negen gezinnen die bij elkaar kwamen. Nu hebben de kinderen een eigen neven- en nichtendag. Vrijwel alle neven en nichten zijn de twintig jaar gepasseerd, sommigen hebben zelf een gezin. Maar met negen broers en zussen en aanhang is het altijd nog een aardige groep die bij elkaar komt. Van de kant van mijn vrouw is al sinds mensenheugenis een familiedag. Een dag waar alle broers en zussen bij elkaar komen. Eerst waren dat negen gezinnen die bij elkaar kwamen. Nu hebben de kinderen een eigen neven- en nichtendag. Vrijwel alle neven en nichten zijn de twintig jaar gepasseerd, sommigen hebben zelf een gezin. Maar met negen broers en zussen en aanhang is het altijd nog een aardige groep die bij elkaar komt.
Er is wel eens geopperd om de dag te koppelen aan de verjaardag van hun inmiddels overleden moeder. Maar nu lijkt een praktische overweging de doorslag te geven: wanneer de oudste zus, de Franse “tak” in Nederland is, dan wordt daaraan een familiedag gekoppeld. Alleen een broer die tegenwoordig in Brazilië woont, ontbreekt op de dag.
Op het einde van de dag wordt altijd afgesproken welke twee broes of zussen het volgende jaar een dag organiseren. Nu was mijn vrouw aan de beurt. Samen met een zus hebben ze de dag voorbereid. Een brunch bij ons thuis in de vorm van een Brabantse koffietafel. Daarna varen op de Binnendieze in ’s-Hertogenbosch – de zogenaamde Jeroen Boschroute. Behalve van wat beelden langs de vaarroute die gemaakt zijn in de stijl van de schilder Jeroen Bosch genoten we van enkele van zijn werken in het Jeroen Bosch Museum. Tenslotte weer bij ons thuis uitgebreid tafelen.
Dat Jeroen Bosch Museum is gevestigd in de voormalige St. Jacobskerk met ingelijste foto's op ware grootte van zijn schilderijen. Met een lift in een glazen koker ga je vrij snel naar de hoogste verdieping in de toren. Daar heb je een fraai uitzicht over 's-Hertogenbosch. Vervolgens ga je naar de vierde verdieping met schilderwerken met Christus als hoofdmotief. Daaronder de derde etage: heilige navolgers van Christus. De tweede etage toont schilderingen van mensen met hun ondeugden.
De onderste etage gaat over beelden van het Laatste Oordeel. Dan daal je af tot de plek waar vroeger het koor zong en waar nog steeds het orgel is. Je kijkt nog steeds de voormalige kerk, nu museum, in. Daar was een huwelijkssluitingsceremonie aan de gang, geleid door een vrouwelijke ambtenaar van de burgerlijke stand in zwarte toga.
Beneden is het grootste drieluik van Jeroen Bosch: de Tuin der Onvoorzichtigheid waar de schilder Jeroen Bosch de zondigheid van de mensheid aan de kaak stelt. Het gaat hier over een ‘schijnparadijs’, waarin de mensheid zich waant in een situatie zoals die bestond voor de zondeval, zonder besef van gevaar en zonder kennis van goed en kwaad. Om de afdaling van de route door het museum compleet te maken: in de crypte – of tegenwoordig kelder – is het schildersatelier van Jeroen Bosch gereconstrueerd.
Bij de vaartocht hebben we onder een van de togen vanuit de boot de film “Hemel en Hel”, gebaseerd op de schilderkunst van Jeroen Bosch gezien. Vooral de animatie van de hel zou een goede voorbereiding voor een ouderwetse donderpreek zijn. Mensen die door duivels opgegeten werden of in een rad verpulverd werden. Allemaal als straf voor zedeloos leven.
Een van de zussen was er wat van geschrokken. “Gelukkig is het niet echt” verzuchtte ze.
Hoewel we niet weten of de film onder de toog vanuit de boot bekeken getrouw is en of de schilderijen van Jeroen Bosch precies kloppen, zouden film over en schilderijen van Jeroen Bosch over hemel en hel wel tot bezinning kunnen leiden. Christus spreekt over de hemel en de hel. Dat horen we zondags in de kerk. Maar ja als je dat niet gelooft? Of als je niet meer in de kerk komt?
Je hoort weer veel over familiezaken tijdens zo'n familiedag. Over het groter maken van bezit. Over vakanties. Over de dag dat je met pensioen kunt gaan. En er is ook gezellige ontmoeting. Maar de volgende dag, zondag, zou er buiten ons maar één naar de kerk gaan. Omdat hij in het koor moest (!) zingen. En dan verlang ik en bid ik dat er een “geestelijke” familie mag komen.