Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft vijf ouderparen in Duitsland klip en klaar te kennen gegeven dat zij, ondanks hun fundamentele bezwaren, hun kinderen hadden moeten laten deelnemen aan de verplichte lessen seksuele opvoeding op school. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft vijf ouderparen in Duitsland klip en klaar te kennen gegeven dat zij, ondanks hun fundamentele bezwaren, hun kinderen hadden moeten laten deelnemen aan de verplichte lessen seksuele opvoeding op school.
Vijf ouderparen hadden de zaak bij het Hof aangespannen omdat zij grote morele bezwaren hebben tegen de verplichte lessen en andere activiteiten die de scholen van hun kinderen rond seksuele opvoeding organiseren. Het betreft openbare basisscholen in het Duitse Noord-Rijnland-Westfalen.
Ouderlijke verantwoordelijkheid
Enkele ouderparen waren in overleg met de school getreden om aan te geven dat het gebruikte materiaal en de achterliggende opvattingen van de school rondom seksuele opvoeding niet in overeenstemming zijn met hun christelijke overtuiging. De ouderparen – Willi and Anna Dojan, Theodor and Lydia Fröhlich, Artur and Anna Wiens, Eduard and Rita Wiens, and Heinrich and Irene Wiens – maken allen deel uit van de christelijke evangelische baptisten kerk. Bovendien achtten de ouders het een te grote inbreuk op hun ouderlijke verantwoordelijkheid om hun kinderen zelf de seksuele opvoeding te bieden die aansluit bij hun eigen normen en waarden.
Boetes en gevangenisstraf
Na weigering van de scholen, hielden de ouderparen hun kinderen weg uit de betreffende lessen en activiteiten. Het gevolg was dat de ouderparen een boete werd opgelegd voor het weghouden bij de verplichte lessen. Het argument van de rechtbank die de boete oplegde, was dat het recht van ouders om hun kinderen te onderwijzen en het recht van vrijheid van godsdienst beperkt wordt door het mandaat van de staat om zorg te dragen voor onderwijs, dat in dit geval werd uitgevoerd door middel van verplichte scholing. De ouders weigerden te betalen, ook nadat de boetes werden opgehoogd. Elk van hen heeft daarvoor gevangenisstraf ondergaan, tot maximaal 43 dagen.
Niet ontvankelijk
Pogingen van de ouderparen om via de diverse lokale rechtelijke procedures hun bezwaren kracht bij te zetten, liepen allemaal op niets uit. Vaak omdat het betreffende Hof de (grondwettelijke) klachten weigerden toe te laten. Vandaar dat de ouders de zaak hadden aangespannen bij het Europees Hof voor de Mensenrechten. Nu het Hof alle aanklachten niet ontvankelijk heeft verklaard, staan ze wederom met lege handen. Welke stappen zij nu nog willen of kunnen nemen om hun kinderen niet te laten deelnemen aan de verplichte lessen en activiteiten rond seksuele opvoeding, zal in de toekomst moeten blijken.