Een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft de menselijke waardigheid van doodgeboren kinderen versterkt. Een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft de menselijke waardigheid van doodgeboren kinderen versterkt.
De lichaampjes van doodgeboren kinderen mogen niet als ziekenhuisafval afgevoerd worden, bepaalden de rechters in Straatsburg op 12 juni. Een Kroaat had zich daarover beklaagd, nadat zijn kind in een ziekenhuis in Split levenloos ter wereld was gekomen. Toen de ouders informeerden waar het stoffelijk overschot gebleven was, hoorden ze dat dit samen met ziekenhuisafval verbrand was.
Al voor geboorte gedood
Het Hof veroordeelde de staat Kroatië wegens het schenden van het recht op privé- en gezinsleven en kende de klager 12.300 euro smartegeld toe.De beslissing werd toegejuicht door Hartmut Steeb, prolifer en algemeen secretaris van de Duitse Evangelische Alliantie. De uitspraak bevestigt dat men ook na de dood met de menselijke waardigheid rekening moet houden. "Een mensenleven mag nooit een ding worden", zei hij. Dit dient in het algemeen te gelden, niet alleen voor doodgeborenen maar ook voor kinderen die al voor de geboorte gedood zijn.
Foetussen verbrand
In maart vaardigde de Britse regering een onmiddellijk verbod uit op het verbranden van baby's die geaborteerd zijn of overleden na een miskraam. Zij deed dit nadat onderzoeksjournalisten van het Channel 4 tv-programma Dispatches onthulden dat er ziekenhuizen zijn die deze foetussen verbranden om warmte op te wekken. (KN)
Europees Hof
Deze uitspraak lijkt lijnrecht in te gaan tegen de manier waarop het Burgerinitiatief 'One of us' is behandeld. Daarbij legde de Europese Commissie, onderdeel van de Europese Unie, de bijna twee miljoen handtekeningen naast zich neer en weigerde de wetgeving rond financiering van onderzoek waarbij embryo's worden gebruikt, te herzien. Belangrijk is te beseffen dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (in Straatsburg) een instituut is van de Raad van Europa. Een van de verdragen die door dit hof gebruikt wordt, is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Raad van Europa mag niet worden verward met de Europese Raad en de Raad van de Europese Unie, twee organen van de EU.
Hoewel de Raad van Europa met zijn 47 leden dezelfde vlag voert en hetzelfde volkslied heeft, verschilt hij van de Europese Unie te Brussel o.a. doordat de Raad door conventies en daarmee door gelijklopende nationale wetgeving alsook door de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten in Europa wil zekerstellen.
De EU daarentegen mikt vooral op een economisch vereniging van Europa. De EU kan bindende afspraken doen, daar strafmaatregelen aan koppelen en dit door middel van meerderheidsbesluiten bewerkstelligen, terwijl de Raad van Europa bijna altijd met eenstemmigheid werkt, en zijn enige sancties een gerechtelijke veroordeling of uitsluiting zijn, en dan nog alleen voor het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het folterverdrag, kortom voor 2 van de 101 Raad van Europa-conventies en de 212 Raad van Europa-verdragen in het geheel.