Vanavond om 21.15 uur op Nederland 2 wordt een debat gehouden over het verplicht stellen van lessen over homoseksualiteit op de lagere school en de eerste klassen van de middelbare school. Kan en mag de overheid zoiets verplichten en wat verplichten ze dan? Vanavond om 21.15 uur op Nederland 2 wordt een debat gehouden over het verplicht stellen van lessen over homoseksualiteit op de lagere school en de eerste klassen van de middelbare school. Kan en mag de overheid zoiets verplichten en wat verplichten ze dan?
Op de website van Debat op 2 staat:
“Minister van Bijsterveldt van Onderwijs wil met de verplichting zorgen dat er meer tolerantie ontstaat voor niet alleen homoseksuele jongeren, maar ook voor biseksuelen en transgenders. Want we zijn wel het land van de Gay Pride en Paul de Leeuw, het blijft voor veel jongeren nog steeds moeilijk om uit de kast te komen. Bang voor reacties van vrienden en familie, bang ook voor pestgedrag op school of de sportvereniging. Er plegen vijf keer zoveel homoseksuele jongeren zelfmoord als heteroseksuele jongeren.
De voorlichtingslessen worden gegeven in de hoogste klassen van de lagere school en de eerste klassen van de middelbare school. De Raad van State had deze week kritiek op deze doelgroep: waarom worden de lessen ook niet gegeven in de hoogste klassen van de middelbare school, Juist daar speelt seksuele geaardheid een grote rol bij conflicten en pesten.
Is het goed dat de minister scholen verplicht deze voorlichting te gaan geven, of moet het voor bijvoorbeeld islamitische en christelijke scholen mogelijk zijn om dit te weigeren? Of mogen ze de voorlichting anders invullen?
En hoort dit lespakket wel thuis op scholen, gaat dit niet veel meer over opvoeden en is het dus aan de ouders om deze voorlichting te geven?
En belangrijk natuurlijk: helpt het lespakket om jongeren toleranter te maken? Als homostellen hun huis worden uitgejaagd, lesbische koppels niet in het openbaar durven te zoenen en homoseksuele leraren worden ontslagen, dan is een paar uur les in de klas misschien wel niet genoeg. Maar hoe worden we dan wat verdraagzamer?”