De huwelijksvieringHoe de huwelijksviering in elkaar zit, kan iedereen zelf bestuderen door bij de links te klikken op de internetpagina’s met teksten. Maar wat is de betekenis van de huwelijksviering? Wat is er nu wezenlijk voor nodig?
De huwelijksvieringHoe de huwelijksviering in elkaar zit, kan iedereen zelf bestuderen door bij de links te klikken op de internetpagina’s met teksten. Maar wat is de betekenis van de huwelijksviering? Wat is er nu wezenlijk voor nodig?

  1. Bruid en Bruidegom bedienen zelf het sacrament.“In de Latijnse kerk overheerst de opvatting dat de echtgenoten als bedienaars van de genade van Christus elkaar het sacrament van het huwelijk toedienen door voor de kerk hun jawoord uit te spreken.” (KKK nr. 1623) In de Oosterse Kerk gebeurt het anders.

    Dit betekent: de priester of diaken neemt namens de Kerk de huwelijksbelofte in ontvangst, maar bedient niet zelf het sacrament. Wij hebben als eis, dat man en vrouw elkaar het ja-woord geven in het bijzijn van een priester of diaken, in het bijzijn van twee getuigen. Ook is het nodig dat een bruidspaar trouwt in de parochie waar minstens één van beiden woont. Indien dat niet zo is, of een ‘eigen’ priester de viering celebreert, moet de plaatselijke pastoor altijd toestemming geven.

  2. Het huwelijkssacrament bestaat in een vrij ja-woord. De Kerk zegt: “De hoofdpersonen van het huwelijksverbond zijn een gedoopte man en een gedoopte vrouw, vrij om het huwelijk te sluiten, die in vrijheid hun instemming geven. “Vrij zijn” betekent:

    niet onder dwang handelen;
    niet belet zijn door een wet van de natuur of van de kerk.

    De kerk beschouwt de instemming (consensus) die de echtgenoten uitwisselen als het onontbeerlijk element ” waardoor het huwelijk tot stand komt”. Zonder instemming is er geen huwelijk.” (KKK nrs. 1625-1626)

    De Kerk legt heel sterk de nadruk op de vrijheid van de echtgenoten. Ze moeten willens en wetens ja zeggen tegen elkaar. Natuurlijk zit daar een heel stuk psychologie in. Wie kan immers bepalen hoe vrij iemand is? Wie kan zeggen of iemand het écht wil? Het komt meer voor dan velen denken, dat man en vrouw wel ja zeggen, maar het niet menen, of niet weten wat ze doen. Of dat er toch ergens enige dwang is. Denk maar eens aan de bekende uitdrukking ‘een moetje’, d.w.z. een huwelijk dat ‘moet’ omdat er al een kind op komst is. Als zulke psychische dwang aanwezig is, of de echtelieden te onvolwassen zijn om echt ja te kunnen zeggen (er zijn meer labiele mensen dan we denken te zien!) dan is er geen sprake van een geldig huwelijk. De Kerk zegt daarom: (KKK nr. 1628):  “De instemming moet een daad van de wil van elk van beide partijen zijn, vrij van dwang of ernstige vrees van buitenaf.  Door geen enkele menselijke macht kan deze instemming vervangen worden. Als deze vrijheid ontbreekt, is het huwelijk ongeldig.”

  3. Het huwelijk wordt gezegend door de kracht van de heilige Geest.In geen enkel katholiek huwelijk ontbreekt de huwelijkszegen. Dat is méér dan alleen bidden dat het beiden goed mag gaan en ze gezond mogen blijven of zoiets. Het is een gebed waarin de gaven van de Geest worden afgesmeekt, en de gehuwden de genade van staat ontvangen. De priester of diaken bidt over het geknielde bruidspaar een zogenaamde ‘epiklese’ (Geest-afsmeking): “In de epiklese van dit sacrament ontvangen de echtgenoten de heilige Geest als liefdesgemeenschap tussen Christus en de kerk.  Hij is het zegel van hun verbond, de altijdstromende bron van hun lief¬de, de kracht waardoor hun trouw wordt vernieuwd.” (KKK nr. 1624)
  4. Het huwelijk en de eenheid van de Eucharistie.Gewoonlijk wordt een huwelijk gevierd in een Eucharistieviering. De Eucharistie is namelijk het sacrament bij uitstek waarin Christus’paasmysterie onder ons mensen zichtbaar wordt. Bovendien is het ontvangen van de Eucharistie de ‘communie’, wat betekent: een totale eenheid. Hoe zouden man en vrouw beter de totale eenheid tussen hen beiden kunnen uitdrukken dan door ook in éénheid de Eucharistie te ontvangen, en met Christus hun leven als offerande aan God op te dragen?

    De Kerk zegt heel mooi: “Want door te communiceren aan hetzelfde lichaam en bloed van Christus lichaam in Christus, vormen zij nog slechts een Lichaam.” (KKK nr. 1621)

    Om die reden gaat de Kerk nogal omzichtig om met een huwelijk tussen een katholiek en een christen uit een andere kerkelijke gemeenschap; de eenheid van de Eucharistie is dan immers niet aanwezig, en daarmee ook een mogelijk gevaar dat het gezin niet kan leven vanuit de diepe kerkelijke eenheid. Een huwelijk met iemand die helemaal niet gedoopt is (een ongodsdienstige, of aanhanger van een heel andere godsdienst) is nooit een sacrament (omdat daarvoor twee gedoopten nodig zijn). Wel kan de Kerk vaststellen dat de katholiek en de ongedoopte wettig in de Kerk trouwen, waardoor een geldig sacrament pas tot stand kan komen, als de ongedoopte alsnog gedoopt wordt.