Een vreemde advent was het voor mijn familie dit jaar. Met het wegvallen van mijn vader verdwijnt ook een stukje vreugde die normaal zo tastbaar is in deze tijd. Advent is wat mij betreft (normaal gesproken) de mooiste tijd van het jaar…
Een vreemde advent was het voor mijn familie dit jaar. Met het wegvallen van mijn vader verdwijnt ook een stukje vreugde die normaal zo tastbaar is in deze tijd. Advent is wat mij betreft (normaal gesproken) de mooiste tijd van het jaar. De hoop stijgt… Het verlangen groeit en ja, daar is Hij! God wil naar ons toe komen. Er is hoop voor de mensen. Wat een heerlijk feest. Ook de kinderen vinden het prachtig: we zingen kerstliedjes, alles is mooi versierd, en ze hebben hun eigen stal om mee te spelen (het kribbetje wordt bij ons aangezien voor een rijdend object :-~). Straks met kerstmis zullen we lekker gaan eten met de hele familie en ja, daar horen ook beschuit met muisjes bij. Kerstboom, kerstdiner, de hele heidense mikmak, ik heb er absoluut geen moeite mee. Hoe meer hoe beter! Maar… dan wel op mijn manier.
De kerstboom symboliseert voor mij de sterrenhemel boven de stal: gevuld met sterren, lichten en engelen, met als piek natuurlijk de grote ster die de geboorte van Christus duidde. Het kerstdiner wordt een dankmoment voor de naasten die God mij gegeven heeft. Dankbaar voor mijn familie, meer dan ooit, en dankbaar voor die Ene, die voor mij vanuit zijn heerlijkheid neerdaalde om mijn -puntjepuntje- wereld te komen verlichten en mijn grootste naaste te zijn. Het is de gedachte achter elke kerstactiviteit die telt vind ik. Het is de plaats die we Jezus geven in ons Kerstfeest. Of, om te citeren uit een geweldig antiquarisch kerstboek dat ik voor de kinderen vond op zolder:
ze drongen de nauwe woning binnen
en aanschouwden het Kind.
Maria nam Jezus in haar armen,
zoals de priester de monstrans houdt
bij de zegen met het Allerheiligste.
De herders deden als wij:
ze knielden neer
en aanbaden het Goddelijk Kind.”
Kijk, dát bedoel ik nou met Kerstmis!
Dat alle mensen verlicht,
Kwam in de wereld.
Hij was in de wereld,
En ofschoon de wereld door Hem was ontstaan,
Erkende de wereld Hem niet.
Hij kwam in zijn eigen bezit;
Ook de zijnen ontvingen Hem niet.
Maar aan allen, die Hem ontvingen,
Gaf Hij de macht, Gods kinderen te worden:…"
Johannes 1:9-12