Helaas ben ik geregeld geen rustige, vredige en geduldige moeder. Al vraag ik me af of die bestaat. Want als ik enige opvoedstress deel met ‘collega’s’, dan blijk ik niet de enige te zijn die daar last van heeft. Zoals gister, toen een van mijn dochters na school gezellig met haar vriendinnetje mee naar huis was gegaan om ‘even bij te kletsen’. Zo’n ritje wordt afgelegd met een fietssnelheid die zo langzaam gaat dat het nog een hele prestatie is dat de dames niet van het vehikel af vallen. Helaas ben ik geregeld geen rustige, vredige en geduldige moeder. Al vraag ik me af of die bestaat. Want als ik enige opvoedstress deel met ‘collega’s’, dan blijk ik niet de enige te zijn die daar last van heeft. Zoals gister, toen een van mijn dochters na school gezellig met haar vriendinnetje mee naar huis was gegaan om ‘even bij te kletsen’. Zo’n ritje wordt afgelegd met een fietssnelheid die zo langzaam gaat dat het nog een hele prestatie is dat de dames niet van het vehikel af vallen.
Foto is slechts ter illustratie…
Normaal gesproken vind ik dat allemaal prima, leuk en gezellig, maar deze keer hadden we een afspraak bij de tandarts…! Dus liep ik thuis te ijsberen en te mopperen, belde ik paniekerig haar mobiel zonder dat-ie werd opgenomen en steeg mijn bloeddruk tot ongekende hoogte. Uiteindelijk ben ik met twee en niet met drie kinderen vertrokken. Toen ik mijn frustratie deelde met de receptioniste van de tandartsenpraktijk – je moet tenslotte uitleggen waarom er een kind ontbreekt – startte ze begripvol en knipogend een sessie ademhalingstechniek: “O-o-ontspannen… adem in, adem uit… ”
Mijn twee andere kinderen waren eveneens uitermate hulpvaardig. Die vinden het vreselijk als ik ‘boos’ ben. Wat hen betreft kan ik beter mijn haren paars verven dan chagrijnig zijn. Dus verzamelen ze de beste argumenten die ze maar kunnen bedenken om mij weer in een andere gemoedstoestand te krijgen. Zo zei er eentje fijntjes: “Mama, als je zo boos kijkt, krijg je gelijk allemaal rimpels in je gezicht hoor!”
Omdat zelfs dit ijzersterke argument mij nog niet voldoende motiveerde om mijn humeur bij te stellen, zocht Denise van 9 jaar naar een andere gevoelige snaar. “Waarom doe je niet wat de Paus deed?” Huh, de Paus? “Ja, Johannes Paulus II uit het stripboek”, ging ze verder. De afgelopen weken hebben we het stripboek ‘Onvermoeibare pelgrim’ samen gelezen voor het slapengaan. Ik vond ’t leuk en schattig hoor, dat ze Johannes Paulus II erbij haalde, maar kon het even niet volgen. Vol enthousiasme ging ze door: “Nou, die werd neergeschoten door een man. En toen was de Paus niet boos, maar bezocht hem in de gevangenis en vergaf hem.”
Tja, daar had ik even niet van terug. Ik kan me verschuilen achter het feit dat Johannes Paulus II een grote heilige is en ik niet. Maar ja, ik ben tot hetzelfde geroepen. Bovendien is een moordaanslag een feit van een ander kaliber dan een vergeten tandartsafspraak.
Inmiddels kon ik er zelf ook wel om lachen. Zowel om mijn dochter die inmiddels thuis was, als alle pogingen van haar zusjes om mijn humeur weer op te lappen. Zelfs de tandarts vond ’t wel lollig. Hij was net in januari vader geworden en blij dat zijn tien weken oude dochtertje net een nachtje had doorgeslapen. Hij zet zich schrap voor de toekomst.
Brechje