Nou, hèhè, het brugklasjaar van Cecile zit erop. Ze heeft het goed gedaan, maar makkelijk was het niet. Qua lesstof was het oké, maar we zijn ons wezenloos geschrokken van de mentaliteit om haar heen. Vloeken, schelden, gekonkel en pesterijen: het was allemaal aan de orde van de dag. “Juist in het eerste jaar strijden leerlingen om een goede positie op de populariteitsladder” wist een mentor mij te vertellen en dit was blijkbaar de manier. Buikpijn en hoofdpijn had ik ervan. Nou, hèhè, het brugklasjaar van Cecile zit erop. Ze heeft het goed gedaan, maar makkelijk was het niet. Qua lesstof was het oké, maar we zijn ons wezenloos geschrokken van de mentaliteit om haar heen. Vloeken, schelden, gekonkel en pesterijen: het was allemaal aan de orde van de dag. “Juist in het eerste jaar strijden leerlingen om een goede positie op de populariteitsladder” wist een mentor mij te vertellen en dit was blijkbaar de manier. Buikpijn en hoofdpijn had ik ervan.
Toch kregen Edwin en ik er in de loop van dit jaar steeds meer vertrouwen in dat Cecile zich wist te redden. Al kwam ze soms verdrietig uit school of vertrok ze in tranen, het was werkelijk ontroerend hoe ze haar kracht en troost op de juiste plek zocht. “Soms pak ik mijn rozenkrans en ga onder m’n tafel weesgegroetjes bidden”, vertelde ze bijvoorbeeld. En als ze met een clubje meisjes door de school liep en links haar tas vasthield, stelde ze zich voor dat ze met haar rechter vrije hand de hand van Jezus vasthield. “Alsof ik niet alleen, maar samen met Hem op school ben”.
Maar, het wonder werd nog groter. Tijdens de laatste dag van de proefwerkweek raakte Cecile in gesprek met Anna. Die zat het afgelopen jaar in een andere klas. “Geloof jij eigenlijk in God?” vroeg Cecile aan haar. “Mwah, misschien wel”, zei Anna, “maar ik kan niet gelovig zijn, want mijn ouders zijn niks.” Die avond om tien uur ging het gesprek door via Whatsapp. Zo vroeg Anna: “Weet jij waar ik een Bijbel vandaan kan halen? Ik wil ook christen worden.”
Dus vertrok Cecile een dag later met een Bijbel en een Youcat naar deze nieuwe vriendin. Die jongerencatechismus moest mee, want: “Ze heeft zoveel vragen over het geloof, dat weet ik ook niet allemaal hoor!” Anna wilde echt voor Christus kiezen en wilde weten hoe dat moet. “Nou, als jij gelooft dat Jezus de Heer is, dan ben je christen” heeft Cecile gezegd. “Nou, dan geloof ik dat Jezus de Heer is”, besloot Anna. Zo simpel is dat.
Sindsdien bidt Anna in het gebedshoekje op haar kamer, bidden de dames samen tientjes van de rozenkrans, is Anna met ons mee geweest naar de mis en naar de wekelijkse aanbiddingsavond in onze parochie. Daar alleen naar toegaan durft ze niet en daarom stond Anna een dag voor de grote vakantie met een mis-slash-aanbiddingsschema voor mijn neus: “Kunt u aankruisen wanneer jullie er de komende weken zijn en ik met jullie meekan?”
Anna wil heel graag gedoopt worden. Als het aan haar ligt gebeurt dat morgen. Haar ouders denken er anders over: als ze het op 1 januari 2016 nog zo serieus meent kan erover gepraat worden. Eerder niet. Anna zelf zei een dag voor de grote vakantie: “Sinds ik christen ben zie ik het hele leven in een ander licht. Ik heb het gevoel dat er hoop is!” Graag uw gebed voor haar.
Brechje