Op de broodafdeling van de Plus spreekt een oude dame met een rollator mij aan: “Mevrouw, kunt u dat volkorenbrood even voor mij pakken? Het ligt zo hoog, ik kan er niet bij.” Ik ben zojuist de Plus ingelopen om snel een zak krentenbollen te kopen. Op de broodafdeling van de Plus spreekt een oude dame met een rollator mij aan: “Mevrouw, kunt u dat volkorenbrood even voor mij pakken? Het ligt zo hoog, ik kan er niet bij.” Ik ben zojuist de Plus ingelopen om snel een zak krentenbollen te kopen.
Met Cecile, Chiara en Denise ben ik op weg naar het zwembad en ik heb geen lunch. Ze zitten op mij te wachten in de auto. Natuurlijk pak ik het brood voor deze mevrouw en leg ’m in het mandje van haar rollator.
“Ach weet u, ik heb zo’n pijn aan mijn voeten”, vervolgt de dame somber het gesprek. “Ik ben al 87…”. Daarop geef ik haar een compliment dat ze toch nog zo zelf haar boodschappen kan doen. Ze blijft echter triest en zegt: “Nou mevrouw, van mij hoeft het niet meer hoor. Ik wou dat ik dood was. Ze zwijgt. Natuurlijk raakt het me dat deze mevrouw me zo confronteert met haar doodswens en lijden. En dat zo op zaterdagmorgen midden tussen de schappen met brood. Zonder dat ik er erg diep over na kan denken borrelt de wens in mijn hart op om haar een beetje hoop te geven en zeg: “Misschien hebben ze boven dan toch nog wel een plan voor u hier…”
Daar haakt deze mevrouw direct op in. Verdrietig zegt ze: “Weet u ik heb ook al een hartinfarct gehad en een bijna-doodervaring. Ik ben op straat in elkaar gezakt en toen kwam er een man die me oppakte”. Voor het eerst in het gesprek begint haar gezicht opmerkelijk te stralen als ze vertelt: “Hij raakte me aan en keek mij recht in de ogen. Ik wou dat hij me had meegenomen…” Toen haar buurvrouw aangerend kwam was de man verdwenen.
Verrast door dit verhaal en benieuwd naar de identiteit van deze man vraag ik: “Wie was dat dan? Een familielid of God?” Daar kan ze geen antwoord op geven. Ze weet het gewoon niet. Toch was er blijkbaar iets in deze ervaring waardoor ze zegt: “Ik wou dat hij me meegenomen had…” Tegelijkertijd blijkt nergens uit dat ze gelovig is.
Omdat deze mevrouw zo open tegen mij is en ik me bij mezelf afvraag of ze misschien niet heel dicht op de drempel van de eeuwigheid staat, wil ik haar toch graag Christus aanreiken. Daarbij lijkt het wel alsof Hij gewoon zelf al naar haar is toegekomen toen ze zo getroffen werd door het infarct. Omdat we die avond toch Bel & Bid dienst hebben – een telefonische gebedslijn – zeg ik: “Weet u, ik ben christen. Vindt u het fijn als ik speciaal voor u ga bidden?” “Ja, graag…”, antwoordt deze dame. En zo nemen we afscheid.
Teruggekomen in de auto vertel ik de dames die mopperen: “Dat duurde lang!” over mijn gesprekje. Ze zijn gelijk helemaal vol medeleven en willen graag meebidden voor deze dame. Dat doen we terwijl we de weg naar het zwembad oprijden.
Nog elke avond voor het slapengaan blijft deze mevrouw de grote intentie van Denise: de oude dame bij de Plus. Ze moest eens weten…
Brechje