Schrijver en columnist in o.a. Katholiek Nieuwsblad Anton de Wit schreef op zijn eigen blog een bijdrage onder categorie Bedenkingen over de teloorgang van vaderdag. We nemen hem met toestemming over. Schrijver en columnist in o.a. Katholiek Nieuwsblad Anton de Wit schreef op zijn eigen blog een bijdrage onder categorie Bedenkingen over de teloorgang van vaderdag. We nemen hem met toestemming over.
Ik zal het maar toegeven: het is uit puur materieel eigenbelang dat ik een warm voorstander van Vaderdag ben. Ieder jaar weer komen mijn kinderen met de mooiste, onbetaalbare cadeaus aanzetten; zelf getimmerd, geknipt, geplakt, beklad, beschreven met versjes. Ook dit jaar zal het niet anders zijn – ze doen al weken geheimzinnig, en drukken me onverbiddelijk op het hart om niet in deze kast of die la te kijken. Ik gehoorzaam braaf en laat me deze zondag aangenaam verrassen. Ik zal wel weer onbruikbare gebruiksvoorwerpen krijgen. Een kledinghanger waar je door alle vingerverf je overhemd niet meer aan op wil hangen. Een zo enorme sleutelhanger dat die onmogelijk in je broekzak past. Maar ik zal hun knutselwerkjes koesteren, oprecht dankbaar zijn, niet vanuit volwassen vertedering of ironie, maar welgemeend, omdat ik denk dat dit echt de mooiste, meest oprechte cadeaus zijn die een ouder van zijn kind kan krijgen. Met toewijding gemaakt, geconcentreerd zwoegend, met vieze handen en bijtend op het puntje van de tong. Ik heb daar eerder over geschreven, onder meer in mijn boek Een kleine theologie van gewone dingen (voilà, een mooie cadeautip voor Vaderdag, lieve mensen!)
Maar nee, zo lees ik in de krant, steeds minder mensen doen aan Vaderdag. En wel omdat ze het feest “te commercieel” vinden. Te commercieel! Wat een flauwekulargument! Want ten eerste weerhoudt dat diezelfde mensen er ook niet van om andere door de commercie gekaapte feesten te vieren – Sinterklaas, Valentijnsdag, Kerstmis, enzovoort. En is Moederdag daarbij niet vele malen commerciëler dan Vaderdag? Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat Moederdag steevast veel enthousiaster gepromoot wordt. De commercie lijkt maar matige interesse te hebben in Vaderdag, misschien omdat zij weet dat er aan vaders minder te verdienen valt – die zijn al blij met zo’n zelfgeknutselde sleutelhanger. En dat brengt me bij een andere bedenking bij het geciteerde argument: een feest is uiteindelijk natuurlijk zo ‘commercieel’ als je het zelf maakt. Je kunt ook gewoon genoegen nemen met het knutselwerkje, in plaats van je door een sluwe reclamejongen over te laten halen tot het aanschaffen van een bladblazer, gasbarbecue of verguld polshorloge.
Nee, er steekt iets anders achter de teloorgang van Vaderdag – de teloorgang van de vader zélf. Na decennia van feministisch verzet tegen een zelfgecreëerde karikatuur van de autoritaire vader als gezinshoofd, is de vader in de populaire cultuur verworden tot een wat sneu randfiguur in het gezin. Kijk gewoon maar eens naar een reclameblok op tv. Hoe worden vaders in tv-reclames doorgaans afgebeeld? Als een goeiige, onhandige paljas, die door zijn kinderen wordt uitgelachen als hij weer eens iets onnozels doet of zegt, en door zijn hoofdschuddende vrouw moet worden gered uit de nood. Hij kan zichzelf maar nauwelijks redden in de keuken, maakt een zootje van het huishouden, en zijn dommige opmerkingen worden beantwoord met een sarcastisch “Túúrlijk, schat!”. Maar gelukkig is er nu soep-uit-een-pakje of schoonmaakmiddel-tegen-hardnekkige-kalkaanslag waarmee zelfs híj het niet fout kan doen.
Of kijk naar populaire films over vaderschap. Eén van ‘s lands commerciële zenders presenteerde laatst een selectie van ‘Vaderdagfilms’ waar de kijkers uit konden kiezen. Zonder uitzondering waren dat romantische komedies rond dit basisgegeven: een man die moeite heeft met volwassen worden krijgt plots de verantwoordelijkheid over jonge kinderen. Gevolg: veel hilarische taferelen met luiers, puberaal gedoe en uiteindelijk natuurlijk zelfinzicht en de nodige kleffe romantiek tussen hem en de meer volwassen en zelfstandige moeder van de kinderen. Wederom zijn de mannen de koddige losers, onverantwoord, blijven steken in hun studententijd, met een masker van misplaatst machogedrag.
Ander voorbeeld. Een niet nader te noemen grootgrutter bracht deze maand een editie van diens klantentijdschrift uit ‘speciaal voor mannen’. Wat stond er in dat blad? Veel dikke lappen rood vlees en gerechten voor op de barbecue natuurlijk, maar ook – ik verzin dit niet – een stap-voor-stap uitleg hoe je blanke spaghetti kookt en een omelet bereidt… Kortom, de man wordt behandeld als iemand die zichzelf graag een stoere carnivoor waant, maar intussen nog niet zelf een ei kan bakken. Over betutteling gesproken.
En precies daarom ben ik zo blij met de knutselwerkjes van mijn kinderen. Uit hun onbruikbare gebruiksvoorwerpen spreekt in ieder geval nog het vertrouwen dat ik zelfstandig genoeg ben om mijn eigen overhemd aan een haakje te hangen, en verantwoordelijk genoeg om mijn eigen huissleutel op zak te hebben.