Bijna 400 Duitse instituten en bedrijven, zoals Deutsche Bahn, Daimler en Henkel, hebben deze week een overeenkomst met de minister van gezinszaken getekend, waarin zij beloven voortaan een ‘gezinsvriendelijk’ beleid te voeren.
Bijna 400 Duitse instituten en bedrijven, zoals Deutsche Bahn, Daimler en Henkel, hebben deze week een overeenkomst met de minister van gezinszaken getekend, waarin zij beloven voortaan een ‘gezinsvriendelijk’ beleid te voeren.
De ondertekenaars zijn lid van het Duitse ondernemersnetwerk 'Erfolgsfaktor Familie' (succesfactor gezin). Met gezinsvriendelijke maatregelen doelen ze onder meer op door het bedrijf verzorgde of betaalde kinderopvang, programma's voor herintreedsters en flexibele arbeidsvoorwaarden.
Minister Ursula von der Leyen noemde de ondertekening een mijlpaal. “Het is het de eerste keer dat ondernemingen zich zo sterk bekennen tot een gezinsvriendelijk bedrijfsbeleid. Daarmee kunnen zij een voorbeeld vormen voor andere bedrijven in Duitsland.” De voorzitter van de Duitse werkgeversvereniging DIHK, Ludwig Georg Braun, stelde dat gezinsvriendelijk personeelsbeleid een ‘must have’ is. “Professionals laten de keuze voor een werkgever steeds vaker afhangen van de vraag of die de combinatie van werk en gezin mogelijk maakt”, zei hij.
Gezinsvriendelijk beleid noviteit
Dat laatste is nieuw, zegt Chiara Saraceno, hoogleraar sociologie van het gezin in Turijn en tevens verbonden aan het Wissenschaftszentrum Berlin. “Een gezinsvriendelijk beleid zo in een overeenkomst vastleggen, dat is voor het eerst dat ik dat tegenkom. Aan de andere kant is het in Duitsland ook weer niet zo vreemd, want de overheid en het bedrijfsleven zijn hier al geruime tijd met elkaar in overleg. Er is hier een gedeelde zorg over hoogopgeleide vrouwen. De kwestie is: óf we verliezen die vrouwen op de arbeidsmarkt, óf we verliezen hun kinderen.”
Europese gezinspolitiek niet nieuw
Behalve Duitsland hebben ook Nederland, Italië en Frankrijk een minister voor gezinszaken. Het voeren van een gezinspolitiek is in Europa niet nieuw, vertelt Saraceno. “Dat gebeurt al sinds begin van de vorige eeuw. Interessant is dat de argumenten van toen weer terugkeren, namelijk het tegengaan van de demografische neergang. Er is geen land in Europa waar niet wordt gesproken over de verenigbaarheid van werk en gezin.”
Wel nieuw is dat bedrijven in het beleid worden betrokken. Tot nu toe wordt gezinsbeleid vooral als overheidstaak gezien; Nederland is bijvoorbeeld het enige Europese land waar de kosten voor de kinderopvang gedeeld worden door bedrijfsleven, ouders en belastingbetaler.
Flexibele werktijden en thuiswerken
Saraceno: “In het Europese discours is er een toenemende druk op bedrijven om flexibele werktijden en thuiswerken mogelijk te maken. In mijn ogen zijn de werkgevers de hardste noot om te kraken. Ze zien dit soort maatregelen nog steeds als een kostenpost, en als een probleem van vrouwen.
Dat is de reden waarom zo weinig vaders gebruikmaken van vaderschapsverlof of slechts voor een korte tijd. Werkgevers accepteren het niet als mannen zich gaan gedragen als vrouwen. Ik heb het een Italiaanse ondernemer zelf horen vertellen. Oké, zei hij, vrouwen krijgen nu eenmaal kinderen, maar een vader die verlof opneemt, die is duidelijk niet bereid in zichzelf en in zijn werk te investeren.”
Het verbaast Saraceno dat de combinatie van werk en zorg in het hele debat over maatschappelijk verantwoord ondernemen niet voorkomt. “Het gaat altijd over het helpen van vreemde kinderen in nood, nooit over familievriendelijk beleid voor de eigen werknemers. En dat moet toch de eerste maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven zijn.”
Langzaam wel verandering
Saraceno ziet langzaam wel verandering. “Je kunt het alleen nog niet terugzien in de statistieken over werktijden. Als er kinderen komen, gaan vrouwen gemiddeld minder werken, en mannen juist meer. Overal in Europa. Maar wat de jongste generatie vaders tegenwoordig doet, is meer vrije tijd besteden aan hun gezin, zelfs in Italië doen ze dat. Het verschil tussen man en vrouw wat betreft arbeid- en zorgtaken is de laatste jaren kleiner geworden, en dat komt vooral doordat vrouwen minder zijn gaan doen. Dat is zeker belangrijk. Als alle mannen inflexibel zouden blijven, zijn het steeds weer de vrouwen die ervoor opdraaien als het kind ziek is of als de leraren op school staken.” (Het financieel dagblad)