Mijn dames, Edwin en ik zijn van de naoorlogse generatie en hebben gelukkig nooit honger in onze buiken gehad. Daardoor vinden we het heel gewoon dat we elke week weer een winkelwagentje met lekkers volladen in de supermarkt. Na de avondmaaltijd blijft er ook steevast van alles aan de bordjes plakken, terwijl de dames melden dat ze ‘klaar’ zijn. Vooral in het toetjesbakje van Chiara blijft zoveel over, dat wij dagelijks menen dat daar een “half Afrikaans dorp nog zeker twee weken van kan leven”. Denise is echter uit ander hout gesneden… Mijn dames, Edwin en ik zijn van de naoorlogse generatie en hebben gelukkig nooit honger in onze buiken gehad. Daardoor vinden we het heel gewoon dat we elke week weer een winkelwagentje met lekkers volladen in de supermarkt. Na de avondmaaltijd blijft er ook steevast van alles aan de bordjes plakken, terwijl de dames melden dat ze ‘klaar’ zijn. Vooral in het toetjesbakje van Chiara blijft zoveel over, dat wij dagelijks menen dat daar een “half Afrikaans dorp nog zeker twee weken van kan leven”. Denise is echter uit ander hout gesneden…
Elke ochtend maak ik voor mijn schoolgangers een fruithap klaar voor de korte pauze. Zelfs voor Cecile, die nu na de grote vakantie naar groep vier gaat, moet een appeltje worden ontdaan van het klokhuis en kant-en-klaar gesneden in een doosje worden meegegeven. “Ja, hállo zeg”, sputterde ik toen deze bestelling zo doorkwam, “Knabbel jij maar lekker een fris gewassen hele appel op hoor!” Dat is echter onmogelijk volgens dochterlief. Want de pauze is tegenwoordig zóóóóóó kort en bovendien maken allerlei loszittende tandjes het happen ronduit onmogelijk. Dus vooruit met de geit, en zodoende staat deze moeder elke ochtend een jonagold in partjes te snijden. Het voordeel is wel dat het gros van de appel wordt opgegeten, terwijl er anders vaak verdacht veel om zo’n klokhuis blijft hangen en richting vuilnisbak verdwijnt.
Sinds een paar dagen gaat Denise ook naar de ‘grote school’, want mevrouw is recent vier jaar geworden. Wat het appeltje betreft, heb ik bij haar echter een lui leven. Eén plensje water er overheen en mevrouw knabbelt ‘m dik tevreden in een mum van tijd helemaal op. De melktandjes worden erin gezet en alles wat in het bekkie belandt, wordt lekker doorgeslikt. Enigszins bezorgd dat ze werkelijk elk onderdeel van het appeltje zou opeten, heb ik uitgelegd dat het stokje niet geschikt is voor consumptie. Uiteindelijk blijven er alleen maar twee minuscule stukjes van het klokhuis (zonder pitjes!) over die blijkbaar toch echt te hard zijn om te verwerken.
Toen ze deze restjes de eerste keer afleverde, ging ik op zoek naar de overige onderdelen van de appel: zo slordig om die te laten slingeren. Maar alles was toch echt achter d’r knoopjes verdwenen en in het maagje beland. Heerlijk, zo’n dankbare knabbelklant. Ik wist niet dat er zóveel eetbaars aan één appeltje zat. Volgens mij gooi ik veel meer groente- en fruitresten weg dan nodig is!