Gezinnen die de eigen waarden beleven, zijn een correctie op onze doorgeschoten economie. “Zie het eigen gezin als atelier, als een eigen wereld.” Gezinnen die de eigen waarden beleven, zijn een correctie op onze doorgeschoten economie. “Zie het eigen gezin als atelier, als een eigen wereld.”
Ed Arons
“Chesterton legt een van zijn romanfiguren, Innocent Smith, in de mond: ‘U gelooft in zelfbestuur voor Ierland? Ik geloof in zelfbestuur voor iedere haard.’ Waarna er een visioen volgt van onafhankelijke gezinnen, die in heel Engeland een vreugdevuur ontsteken op het dak van hun woning.” Cultuursocioloog prof. dr. Walter Weyns van de Universiteit van Antwerpen is het helemaal eens met de bekende Britse auteur. “In je gezin kun je een plaats geven aan wat je waardevol vindt en kun je die waarden doorgeven aan een volgende generatie.”
Arkje van Noë
Weyns geeft een voorbeeld van de kritische functie die gezinnen kunnen hebben. “Het gezin is van nature traag: je kunt het niet vatten in een businessplan, want je hebt geen vat op kinderen of op zaken als leven en dood; die kun je niet plannen, je ondergaat ze. Die traagheid maakt het gezin tot een vloek in onze snelle samenleving.”
Volgens de Antwerpse hoogleraar is die corrigerende rol van het gezin nodig als tegenwicht tegen een te prominente invloed van de economie. “Tegenover de snelheid van de veranderingen binnen de economie staat het gezin, waarin duurzaamheid essentieel is. Dat maakt het gezin tot kritisch vertrekpunt: daar leven de – vaak onbewuste – waarden die je niet kunt wegspoelen. Dat maakt het gezin tot een soort arkje van Noë. Daarbinnen spelen anti-economische waarden zoals empathie, begrip, mededogen en liefde, begrippen die in de economie geen betekenis hebben. In de economie zijn natuur en mensen niet meer dan productiemiddelen: de dingen en – belangrijker – de mensen verliezen er hun intrinsieke waarde. In de economie wordt alles in geld uitgedrukt: zelfs lichaamsdelen, een hart of een nier, hebben hun prijs.”
In deze samenleving biedt het gezin volgens Walter Weyns weerstand: “Jonge kinderen marcheren niet mee in de eisen van de economie. Ze bieden verzet, lokken dat verzet uit. Is dat niet een christelijk grondmotief, de kleine Jezus die in de wereld komt om de wereld te veranderen? Doet niet ieder kind dat?”
Bedreigingen
Het gezin biedt helaas niet enkel tegenwicht, het is volgens Weyns ook “een strijddomein”, waar de waarden van de samenleving strijden met de gezinswaarden. “Werk dwingt velen hun woonplaats te wijzigen, alle banden los te maken en zich elders te vestigen. Allerlei wetten en regels zullen statistisch gezien zeker positieve economische gevolgen hebben, maar ze kunnen voor gezinnen onrechtstreeks negatief uitwerken.”
Ook moderne media kunnen de zelfstandigheid van het gezin aantasten. “Televisie en internet scheppen in het privéleven een alternatieve symbolische ruimte, trekken de kinderen naar zich toe en brengen de economisering binnen. Daarom is het goed als er rond programma’s voor kinderen geen reclame wordt uitgezonden.” Maar ook ouders raken door de moderne media de regie over hun eigen leven kwijt: “De invloed van internet, van digitale netwerken is groot”, aldus de Antwerpse cultuursocioloog.
Huwelijk
Het gezin is ook juridisch verzwakt. “Tot halverwege de negentiende eeuw was de rechter bikkelhard voor echtelieden: de institutie van het huwelijk ging voor. In de tweede helft van de twintigste eeuw werd het huwelijk een arrangement voor zolang het goed gaat, een wegwerpproduct gebaseerd op individueel genot. Dat merkte je aan het gemak van echtscheiding. De wetgever had meer oog voor het welbevinden van de volwassenen dan voor de kwetsbare kinderen die de dupe zijn. Als institutie biedt het gezin daarom niet altijd meer de ondersteuning die nodig is.”
Weyns ziet wel een kentering op dit gebied: “Nu daagt het besef dat echtscheiding in de meeste gevallen voor kinderen ‘niet ideaal’ is en komt er een correctie. Terecht, want uit onderzoek blijkt dat weliswaar in gezinnen met geweld echtscheiding meestal beter is voor de kinderen, maar dat zo-zo-huwelijken voor de kinderen beter kunnen blijven bestaan.”
Agendaproblemen
In plaats van een correctie te zijn op de economisch doorgeschoten samenleving, conformeren veel gezinnen zich aan de dominante cultuur. “Eigen aan instituties is dat er niet wordt gepland. De dingen gebeuren vanzelf, zoals je niet hoeft te organiseren dat je opstaat en naar bed gaat. Maar in veel gezinnen is dat totaal anders. Mensen komen er elkaar af en toe tegen, er is een logistiek van inkomend en uitgaand verkeer, er zijn agendaproblemen. Er is geen natuurlijk tijdsverloop meer, geen vanzelfsprekendheid, zoals die er bijvoorbeeld was op de zondag. Iedere dag is anders, ook de zondag.”
Volgens Weyns is er dan geen sprake meer van vrijheid. “Als ik voortdurend zelf kies wat ik doe en wat ik koop, dan leidt dat tot keuzedwang. Ik ben juist vrij als ik de dingen kan laten komen en kan laten zijn zoals ze zijn. Neem bidden: waar past dat nog in? Dat is niet evident meer. Als alles is voorgeprogrammeerd, heb je de keuze niet meer je eigen leven te bepalen. En je ziet het paradoxale: dat iedereen zijn vrijheid gebruikt voor dezelfde keuzes. Kijk maar naar de namen van pasgeborenen – bij ons is dat momenteel vooral Marie.”
Maakbaarheid
Zoals organisatie het gezin is binnengedrongen, zo ook maakbaarheid. “Het begon met voorbehoedsmiddelen, daarna kwam abortus, ivf, genetische manipulatie. De doorgedraaide ideologie van de maakbaarheid komt dan in de plaats van het gezin als plaats van het onverwachte, van de alerte openheid voor wat er op je weg komt.” Ook op dit gebied kan het gezin een noodzakelijk tegenwicht bieden, vindt de Antwerpse hoogleraar. “Ieder kind maakt maakbaarheid belachelijk. De ouders zien het als getalenteerd violist en het wordt bakker. Het kind tart de idee van maakbaarheid. In plaats van onze kinderen mee te nemen naar evenementen of voorgeprogrammeerde spelletjes te geven, kunnen we hun beter rommel geven waarmee ze hun verbeelding gebruiken.”
Moed nodig
Heeft Weyns nog andere tips hoe het gezin meer zichzelf kan worden en daardoor een kritische factor? “Niet door ‘nee’ te zeggen, denk ik, maar door ‘ja’ te zeggen tegen die dingen die echt belangrijk zijn. Doe als de kunstenaar die vanuit zijn scheppende verbeelding een beeld maakt. Wees niet bang voor je eigen bijzondere afwijkingen, die belachelijk kunnen zijn in de ogen van anderen. Zie het eigen gezin als atelier, een eigen wereld, zoals Chesterton. De elementen die je van buiten binnenhaalt, krijgen dan een eigen vormgeving. De mogelijkheden daartoe zijn er, maar het vraagt moed los te komen van de tentakels van onze netwerken, van Facebook en dergelijke. Sommigen blijven zelfs in hun vakantie hun e-mails beantwoorden. Het vraagt ascese daarvan los te komen. Stop, schakel ze uit, die heb je niet nodig, ben niet altijd ingeplugd. Hetzelfde geldt voor radio en tv. Concentreer je liever op wat er in je gezin voorhanden is: dat boek, je partner. En neem af en toe een dag vrij.”
Wat zou er gebeuren, vraagt Walter Weyns zich af, als we het gezin en de samenleving zouden bekijken door de ogen van een pasgeborene? “Dan komt men dicht in de buurt van de kern van de zaak: het kwetsbare leven ontvangen, het een eigen, onverwisselbare plaats geven, het belangrijker vinden dan jezelf, het met zorg en toewijding omringen, het opnemen in de eeuwige gang van leven en dood – generatie na generatie – en het vervolgens laten vertrekken, de wijde wereld in. Neem die waarden maar eens als uitgangspunt om onze maatschappij en onze cultuur te evalueren.” (KN)