Op het feest van Maria Onbevlekt Ontvangen, 8 december, wordt al enkele jaren de ‘Wear a Veil to Mass Day’ (Draag een sluier naar de Mis Dag) gevierd. Lees de persoonlijke blog van Mea die vertelt waarom zij een mantilla is gaan dragen. Op het feest van Maria Onbevlekt Ontvangen, 8 december, wordt al enkele jaren de ‘Wear a Veil to Mass Day’ (Draag een sluier naar de Mis Dag) gevierd. Lees de persoonlijke blog van Mea die vertelt waarom zij een mantilla is gaan dragen.
Apostolaat
Het is in Nederland niet echt gebruikelijk, maar soms zie je een vrouw met Mantilla, een soort sluiter, zitten. Het Amerikaanse familiebedrijf ‘Veils by Lilly’ heeft de ‘Wear a Veil to Mass Day’ geïntroduceerd om vrouwen die best wel hun hoofd zouden willen bedekken tijdens de Mis en Aanbiding, een hart onder de riem te steken. Het apostolaat van ‘Veils by Lilly’ wil vooral de eerbied en liefde voor de werkelijke aanwezigheid van Christus bevorderen.
Vandaag de dag is het dragen van een sluier – of elke soort van hoofdbedekking – een symbolische gebaar dat wijst op de verbazingwekkende werkelijkheid van de echte aanwezighied van Christus in het Heilig Sacrament. Als vrouwen zijn wij het symbool van de Kerk – de bruid van Cristus – en de sluier is bedoeld als een zichtbare herinnering aan de onderwerping van de Kerk aan de liefdevolle levensregel van Christus.”
Blog
Enkele jaren terug groeide het verlangen van Mea om een sluiter of mantilla te dragen. Zij schreef er de volgende indrukwekkende blog over:
“Bijna vanaf het allereerste begin dat ik mijn vriendin ken, weet ik dat ze een mantilla draagt: een kanten doek die dient om het hoofd mee te bedekken. Het geeft uitdrukking aan haar eerbied voor de heiligheid van de Mis, de aanwezigheid van Christus in het Woord en in de heilige Communie. Ze draagt hem ook als een soort van bruidsmantel.
Ik vond het eigenlijk wel stoer dat ze het durfde. Eén keer bood ze mij een mantilla aan, maar ik durfde hem niet te dragen. Ik was er nog niet aan toe. Elke keer dat ik naast haar zat in de kerk voelde ik een soort van trots dat zij mijn vriendin was omdat ze een mantilla droeg. En stiekem was ik jaloers op haar, omdat zij het wel durfde.
Thuis, onderweg en op retraites deed ik vaak een capuchon op als ik in gebed was, of ik drapeerde een omslagdoek zo, dat hij ook mijn hoofd bedekte. Dat voelde heel natuurlijk. Ik sloot mezelf met Jezus als het ware een beetje af voor de buitenwereld.
Na een paar jaar van vorming en geestelijke groei, groeide ook het verlangen om een echte mantilla te gaan dragen in de kerk. Tegelijk was ik er ook zo aan gewend om er geen te dragen en om mijn vriendin er met één te zien, dat ik nooit daadwerkelijk een stap genomen heb om er één te gaan dragen. Ik was een beetje vastgeroest.
Tot mijn dochter en wat vrienden naar Lourdes zouden gaan en me vroegen of ik ook een mantilla wilde hebben. Opeens werd ik geconfronteerd met een oud verlangen dat nu krachtiger was. Ja, ik wilde wel een mantilla. Ik wilde er wel twee! “Maar,” dacht ik, “meer om achter de hand te hebben voor het geval ik er op een dag wél aan toe zou zijn.”
Een week later had ik opeens twee mantilla’s. Dezelfde avond nog heb ik ze meteen ‘gepast’, op mijn hoofd gedaan om te kijken hoe je nou zo’n mantilla vastmaakt en hoe het staat. Meteen vanaf het eerste moment voelde het ook ontzettend goed. Ik besloot om mijn mantilla die zondag meteen maar te gaan dragen. Nu was een logisch moment. Nu was hét moment. Als ik het nu niet deed, zou ik het dragen van een mantilla gaan uitstellen en waarschijnlijk zou het er dan nooit meer van komen. Daarbij hadden we een groot feest in onze parochie; de bisschop zou komen en we hadden een hoogmis. Dan zou het ook nog eens helemaal gepast zijn om een mantilla te dragen!
Natuurlijk had ik het onderwerp ‘Mantilla’ in de weken die hieraan voorafgingen uitvoerig besproken met man en kinderen en wat vrienden. De meesten hadden er geen uitgesproken mening over en vonden dat ik vooral moest doen waar ik me gelukkig bij zou voelen. Een groot aantal moedigde mij aan om het te gaan doen omdat ze mijn verlangen kende en me aanmoedigde. Maar ik kreeg ook van iemand een tegengeluid: ik moest het vooral niet doen. De redenen waren overigens geheel eerlijk en terecht; ik zou er mensen mee kunnen provoceren. Ik zou mensen kunnen afschrikken en zelfs wegjagen. Ik zou een verkeerd beeld van mezelf schetsen, namelijk iemand die zichzelf heel wat meer vindt dan de rest van de mensen in de kerk en ik op hen neer zou kijken.
In tegenstelling tot wat je zou verwachten, was ik heel blij met deze eerlijke en oprecht bezorgde uitingen. Hier kon ik tenminste iets mee. Feedback is wat ik wilde en wat ik kreeg. Het heeft me aan het denken gezet over mijn eigen motivatie. Waarom ging ik dit eigenlijk doen? Wat was de ware reden en wat wilde ik uitdrukken? Waar wilde ik uitdrukking aan geven? En hoe zou ik met mijn lichaamstaal datgene ondersteunen waar ik met mijn mantilla uitdrukking aan wilde geven? Ik wilde niet dat mensen mij als een omhooggevallen katholiek zouden gaan zien. Ik moest daar op een correcte manier een oplossing voor zien te bedenken, maar daarvoor moest ik eerst kunnen ervaren hoe het was om een mantilla te dragen.
Die zondag ging ik op tijd naar de kerk en schoof in de bank met mijn dochters. Gelijktijdig haalden we onze mantillas uit onze tassen tevoorschijn (zij hadden er ook ieder 2 gekregen, een zwarte en een witte) en bevestigden ze op onze haren. Ik voelde me een beetje ongemakkelijk, maar toen ik eenmaal recht ging zitten, voelde ik me meer gezien door Hem, voelde ik een soort ‘geheimenis’ tussen Jezus en mij. Jezus lachte naar me en ik voelde me intens geliefd.
Tijdens de Mis ervoer ik de praktische voordelen van een mantilla. Doordat de zijkanten van de mantilla langs mijn gezicht vielen als ik mijn hoofd boog, kwam er automatisch een soort van gordijn dat zorgde dat ik niet afgeleid werd door wat er verder om me heen gebeurde. Ik was meer gefocust op wat er vóór in de kerk gebeurde, dáár op en om het altaar. Ik was meer betrokken bij de lezingen en ik was intenser aanwezig bij de liturgie en het tafelgebed waarna de vredeswens volgde. Mijn liefdevolle blik waarmee ik juist nog naar Hem had gekeken richtte ik op mijn buurman. Ik nam zijn hand in de mijne en meende uit de grond van mijn hart: “Vrede van Christus."
Toen ik ter communie ging voelde ik een opwinding: nog een paar stappen en dan stond ik oog in oog met de Bruidegom. Ik was nerveus maar vooral blij om Hem echt te gaan ontvangen. De emoties die ik voelde daarna waren onbeschrijfelijk. Vreugde, liefde, warmte, weemoed. Tranen drupten van mijn kin toen ik terugliep naar mijn plekje in de bank, terwijl mijn mond breeduit glimlachte. Dit was veel mooier dan ik me ooit had durven voorstellen! Ik hield mijn blik naar binnen gekeerd, maar de mensen moeten me wel hebben zien stralen.
Aan het eind van de Mis ben ik blijven zitten zoals ik altijd doe (ik plak altijd nog een half uur gebedstijd vast aan de H. Mis) en heb mijn tranen de vrije loop gegeven. Het voelde zó ontzettend goed, alsof alles nu klopte, alsof alle puzzelstukjes nu op hun plaats vielen; mijn vorming, de mensen om me heen, de parochie waar ik in beland was, de situatie in ons gezin, de gebeurtenissen van de voorgaande maanden, de bedevaart naar Lourdes. Ik had er geen spijt van dat ik niet eerder begonnen was met het dragen van een mantilla. Dít was het tijdstip. Dit was hét moment waarop ik en de mensen om me heen er klaar voor zouden zijn. Alle voorbereidingen waren toegespitst op dit moment.
Dankzij de eerlijke mening van een enkeling draag ik mijn mantilla nu zeer welbewust. Ik pas er mijn kleding op aan, zodat mijn kleding klopt met hetgeen ik wil uitdrukken. Ik trek elke zondag een rok aan. Iets waarvan ik van tevoren nooit zou hebben gedacht dat ik dat zou doen! Geen blote topjes meer voor mij, tenzij er een vestje of jasje overheen gaat.
De mensen in de kerk kijken er niet raar van op, gelukkig. Soms krijg ik vragen van mensen die willen weten wat een mantilla is en waarom ik er een draag. Ik krijg ook vele verhalen te horen van dames op leeftijd over vroeger, toen een mantilla dragen nog heel gewoon was. Sommigen praten zelfs met een nostalgische blik in hun ogen omdat ze vroeger zulke mooie mantillas hadden. En ik zie het verlangen in de ogen van andere vrouwen, hetzelfde verlangen dat ik jaren geleden had toen ik voor het eerst naast mijn vriendin in de kerk ging zitten.
Ik voel dat ik nog dichter bij Jezus kom door het dragen van mijn mantilla. En ik hoop dat ik Jezus dichter bij de mensen mag brengen door het dragen van mijn mantilla.
Mea